EURO HAALT BEZEM DOOR AUTOPRIJZEN

door Ronald van Gessel

De autofabrikanten verwachten dat door de komst van de euro de autoprijzen in Europa gaandeweg meer gelijk zullen komen te liggen. Dat bovendien de winstmarges verder zullen verkrappen als de zogenoemde grijsimporten toenemen. Dit laatste dreigt te gaan gebeuren wanneer de consumenten massaal de 'goedkoopteplekken' gaan opzoeken, de hoge douaneheffingen ten spijt. "Er breken goede tijden aan voor de autokoper", vat een woordvoerster van DaimlerChrysler de situatie kort samen.

De reden van dit alles is dat de consument door de nieuwe uniforme munt veel beter kan vergelijken. Prijsverschillen die er altijd al waren werden verdoezeld door de valutaverschillen, maar vanaf nu kan de consument de prijzen met een oogopslag rangschikken in volgorde van goedkoopte. Dat principe geldt overigens niet alleen voor auto's, maar meer nog voor invoer-vrije artikelen.

"De concurrentieslag wordt harder maar ook eerlijker en doorzichtiger", meent men bij DaimlerChrysler. Per jaar worden er in Europa 14 miljoen nieuwe auto's verkocht en daarmee blijft de EU de interessantste markt voor de (nu nog) 16 overgebleven onafhankelijke producenten.

Dr. Ferdinand Piëch, VAG -bestuursvoorzitter, ziet duidelijk krappere marges voor de fabrikanten. "Men mag aannemen dat in de eurozone met een uniforme munt de relatie tussen productiviteit, loonkosten en werkgelegenheid steeds intenser wordt." Met andere woorden: de euro dwingt de deelnemende landen hun lonen, belastingen, btw, prijzen en heffingen op auto's beter op elkaar af te stemmen. Zo niet doet de markt haar werk en gebeurt het toch.

Nu zijn de basisprijzen per land al niet gelijk door diverse factoren waaronder de transport- en distributiekosten. En daar komt nog een keer bij dat de fabrikanten in vrijwel elk Europees land dezelfde auto in een net iets andere uitvoering aanbieden; zo is in het ene land airco en/of de tweede airbag standaard, in het andere moet ervoor worden bijbetaald.

Bovenop die toch al verschillende basisprijzen komt per land nog eens een verschillend btw-percentage en als klap op de vuurpijl hanteert een aantal lidstaten een aparte extra belasting op auto's, zoals in ons land de Belasting Personenauto's en Motorfietsen (BPM). Binnen de Europese Unie zijn auto's in Finland verreweg het duurst maar ook ons land zit hoog in de boom dankzij die BPM. Zo zijn auto's bij de zuiderburen ca 15 procent goedkoper dan bij ons en in Duitsland 10 procent. Vooral bij de duurdere modellen kan het verschil flink oplopen. Bij een nieuwe wagen komt men met invoeren bij de douane op de koffie, het voordeel raakt men weer kwijt door de BPM-invoerheffing. Naarmate de wagen ouder is wordt die heffing navenant lager, na acht jaar is hij nul.

De lidstaten die zo'n heffing hebben zijn niet van plan daarvan af te zien, maar doordat de consument beter kan vergelijken ontstaat er binnen Europa wel meer concurrentie tussen de fabrikanten wat de prijzen onder druk kan zetten. In het licht daarvan heeft de directie van Peugeot/Citroën de Europese Commissie al opgeroepen om stappen te ondernemen om tot meer uniforme Europese autoprijzen te komen, maar de Commissie zal een zware taak hebben om de betreffende lidstaten te dwingen om hun aparte verbruiksbelastingen op auto's te laten vallen.

In een aantal gevallen, bijvoorbeeld als in Duitsland of België een actie loopt, waarbij een bepaald model tijdelijk met korting wordt aangeboden, kan het toch lonen de wagen daar aan te schaffen, ondanks de hoge importheffing. De consument zal van geval tot geval moeten gaan rekenen wat voor hem of haar voordeliger is. De producenten zullen zich ook meer dan voorheen moeten gaan realiseren dat stuntacties in het ene land veel sneller tot reacties zullen leiden bij dealers van hetzelfde merk in de naburige landen.