Het grote beroepsopleiding-onderzoek:

Werkgevers: minder flexibel

Een aantal jaren geleden was 'flexibel werken' helemaal 'in'. Het zou de arbeidsmarkt levendig houden, de bedrijven slagvaardig en de kansen van het personeel vergroten. Nu er zo moeilijk aan middelbaar geschoold personeel te komen is, zien werkgevers minder voordelen in flexibiliteit.

Wie een bedrijf binnenkomt via een uitzendbureau, als oproepkracht of met een jaarcontract zonder zicht op vastigheid, vertrekt te gemakkelijk. Er is dan ook een enorme daling opgetreden in het aanbod van flexibele contracten. Werkgevers willen vasthouden wat ze kunnen krijgen.

Toch speelt ook bij die contracten het verschil tussen de praktijkgeschoolde BBL'ers en de meer theoretisch geschoolde BOL'ers een rol. Wie een BBL'er - zoals gezegd meestal aansluitend aan de opleidingsperiode - in vaste dienst neemt, weet wie hij in huis heeft. De BOL'er moet zich nog waarmaken in de praktijk.

Gevolg is dat de werkgever bij de BOL'er vaker de kat uit de boom wil kijken. Alleen naar hoger geschoolden bij de zorg en techniek is de vraag zo groot, dat het 'wantrouwen' daar nauwelijks een rol speelt.