AMSTELVEEN - Kritisch als immer analyseerde Marc Lammers gistermiddag, even na de klok van vieren, zijn eerste grote optreden als bondscoach van de Nederlandse hockeysters. Of iemand iets viel te verwijten na de 3-2 nederlaag die zijn ploeg in de finale van de Champions Trophy tegen Argentinië had geleden, luidde de vraag. Jazeker, klonk het zonder ook maar één moment van aarzeling. "Mezelf."
|
Macha van der Vaart zoekt troost bij Clarimda Sinnege na het verlies tegen Argentinië.
|
"Niet zo slim", noemde de opvolger van Tom van 't Hek de beslissingen die hij in de eerste helft van het treffen met de Zuid-Amerikaanse opponent, tijdens de Olympische Spelen van Sydney goed voor zilver, nam. Dure fouten die hem bij zijn eerste krachtproef met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid de hoofdprijs kostten, zo trok hij het boetekleed aan. Het schutteren van zijn verdediging tijdens de strafcorners van Cecilia Rognoni en Mercedes Margalot (beide uit een afschuifvariant, beide met het nodige geluk) noemde hij "een fout in de analyse". De drie daaropvolgende mogelijkheden die Nederland aan het einde van de eerste helft vanaf de kop van de cirkel kreeg om de nul van het scorebord te krijgen waren het rechtstreekse gevolg van het maken van "een verkeerde keuze."
"Ik wist vooraf dat het een strafcornerwedstrijd zou worden", verduidelijkte de oefenmeester. "Alle treffers die Argentinië deze week maakte, kwamen namelijk uit korte hoekslagen. Zowel aanvallend als verdedigend hebben we het vandaag echter af laten weten. Wanneer je tegen deze tegenstander drie strafcorners onbenut laat en daardoor met een 2-0 achterstand de rust in gaat, weet je dat je voor een vrijwel onmogelijke opgave staat. Zeker tegen Argentinië in deze vorm. Dit was hun beste wedstrijd van de laatste drie jaar. Ik vind deze meiden beter spelen dan in Sydney."
Lammers rekende zich vooral aan te lang te hebben gewacht met een tactische variant op de korte hoekslag, waarvoor hij pas bij de vijfde strafcorner koos en waarbij Julie Deiters de achterstand terug bracht tot 2-1. "Ik baal er van dat ik op dat moment niet slim genoeg was. Bij deze variant weet ik namelijk zéker dat de bal erin gaat. De eerste drie keer durfde ik hem niet uit te voeren, omdat de speelsters met wie ik de uitvoering had doorgenomen op de bank zaten. Achteraf gezien had ik het toch moeten doen, desnoods met meiden die zo'n corner niet zo vlot laten verlopen als eigenlijk zou moeten. Hadden we voor de rust namelijk de aansluiting gevonden, dan sluit ik niet uit dat er meer in had gezeten dan deze nederlaag. Nu scoor je pas ver in de tweede helft tegen en dan weet je dat de tijd eigenlijk te kort is om het tij te keren." Dat bleek, want op de fraaie solo van Karina Masotta (3-1) kon slechts Ageeth Boomgaardt nog een antwoord geven en de einduitslag op 3-2 bepalen, waarmee Argentinië voor de eerste maal in de geschiedenis van de Champions Trophy een (gouden) medaille behaalde.
"Je ziet dat niet alleen de jonge speelsters, maar ook de trainer nog de nodige ervaring in het spelen van finales moet opdoen", klonk het met een gezonde dosis zelfspot.
Voor het overige hadden de negen dagen in het Wagener-stadion de 32-jarige trainer zeer kunnen bekoren, en dan met name de vijf poule-wedstrijden waarin Oranje ongeslagen bleef. De optredens van jongeren als Maartje Scheepstra, Janneke Schopman, Florien Cornelis en de tot grootste talent van het toernooi uitgeroepen Kirsten de Bruin stemden hem méér dan tevreden. "Het is alleen duidelijk dat dit toernooi één wedstrijd te lang heeft geduurd."
Lammers roemde op de slotdag niet alleen zijn bij vlagen weergaloze doelvrouw Clarinda Sinnige, die Oranje voor een nederlaag met aanzienlijk grotere cijfers behoedde, ook was hij vol lof over de inzet die zijn ploeg tentoon spreidde. "Ik heb een goed gevoel aan dit toernooi overgehouden", klonk het. "Na de wedstrijd was het even stil in de kleedkamer, maar binnen een half uurtje proefde ik alweer de honger om over twee weken de training te hervatten." Typerend voor de veranderde mentaliteit binnen de selectie noemde hij het optreden van Dillianne van den Boogaard, die tijdens een ongelukkige botsing haar neus brak, maar desondanks weigerde het speelveld te verlaten.
Over vijftien maanden vindt in het Australische Perth het wereldkampioenschap plaats, maar voor het zover is dient er nog de nodige trainingsarbeid te worden verricht, doceerde Lammers. "Vooral conditioneel kunnen we nog veel sterker worden. In de Nederlandse competitie spelen we, jammer genoeg, maar één wedstrijdje per weekeinde. Bij een toernooi als dit moet je er zes keer in negen dagen tijd staan. Dat vereist een andere fysieke gesteldheid. Met het oog op het WK wordt de training het komende jaar met twee sessies in de week uitgebreid. Er valt nog een hoop werk te verrichten. Eén voordeel, we hebben in ieder geval al aan den lijve ondervonden hoe het is om onder grote druk te moeten spelen."
Het mondiale goud lonkt Down Under, wist ook Sinnige. "We hebben in potentie een ploeg die wereldkampioen kan worden. Dan moeten we alleen met z'n allen nog wel een flinke stap voorwaarts maken. Maar dat kun je wel aan Marc Lammers over laten."