ZOETERMEER - De brancheorganisatie voor het goederenvervoer TLN moet de koe bij de horens vatten. Het geven van adviezen over hoe de vervoersproblematiek moet worden aangepakt, volstaat niet meer.
Want zoveel is wel duidelijk: de politiek is niet langer in staat de urgente problemen rond de dichtslibbende verkeerswegen zelf op te lossen.
Het initiatief nemen. Dat is de boodschap van scheidend voorzitter Karel Noordzij van Transport en Logistiek Nederland (TLN) aan zijn beoogde opvolger Michiel van der Harst. "Zoals het zogenoemde Noordzee-beraad, waarin 9 organisaties samenwerken aan onder meer het plan om de doorstroomroute A4 van Amsterdam naar Bergen op Zoom te realiseren."
In de afgelopen zeseneenhalf jaar dat Noordzij de voorzittershamer hanteerde heeft hij het al vaker gezegd: "Er dreigt in Nederland een werkelijk verkeersinfarct". Onvermoeibaar blijft hij deze waarschuwing tot letterlijk zijn laatste werkdag herhalen.
De politieke doofheid voor zijn alarmerende boodschap begrijpt hij inmiddels wel. "In Den Haag werd nadenken over infrastructuur als ouderwets bestempeld, omdat iedereen dacht dat de nieuwe economie alle problemen op zou lossen. Bovendien is het not done om voorstander te zijn van doorstroming. Dan wordt je meteen in de hoek van de asfaltlobby gezet."
De nieuwe economie zorgde echter tegen de verwachting in voor meer vervoer, de meeste artikelen die via internet worden besteld moeten immers gewoon geleverd worden. Het is volgens Noordzij dan ook een voldongen feit dat de vraag naar vervoer de komende jaren blijft groeien. Om de grootste knelpunten aan te pakken moeten de nog ontbrekende stukken van het hoofdwegennet zo snel mogelijk worden aangelegd. Dat gaat om zo'n 160 kilometer. Daarna moet er gestopt worden met het bouwen van nieuwe hoofdwegen.
Een snelle oplossing wordt echter gedwarsboomd door het veelgeprezen poldermodel. "Wij zakken langzaam weg in de modder van de drassige polder. Voordat het woud van regelgeving en procedures die ook nog eens om de haverklap veranderen is doorlopen ben je zo tien tot twintig jaar verder", aldus Noordzij. "En de burger voelt zich ondanks al die procedures gemanipuleerd door de overheid."
Vandaar dat hij er voor pleit dat de overheid meer overlaat aan de brancheorganisaties. "De politiek moet alleen aangeven waar ze naar toe wil en de randvoorwaarden vastleggen. Alles tot op de details invullen werkt niet meer. Dat moet de politiek aan andere partijen overlaten."
Hij verbaast zich over het gebrek aan urgentiegevoel. "Het is echt vijf voor twaalf. Kijk maar om je heen. De file-pieken groeien naar elkaar toe. Tegenwoordig sta je 's middags om drie uur al stil. En bedrijven die niet per se aan Nederland zijn gebonden vertrekken."
Ook ondernemingen in de binnensteden zijn nog maar nauwelijks bereikbaar. "Er wordt onvoldoende rekening gehouden met het feit dat bijvoorbeeld supermarkten iedere dag bevoorraad moeten worden. Als alle bedrijvigheid straks noodgedwongen uit de binnensteden verdwijnt heb je minstens drie ministers Van Boxtel (Grote Stedenbeleid, red.) nodig om de verpaupering aan te pakken."
Volgens Noordzij is het invoeren van een kilometerheffing een stap in de goede richting. "Belonen voor goed gedrag, zoals een kilometerheffing kan doen, zal beter werken." Maar ook bij dit beleid plaatst de TLN-voorman een kanttekening. "Het zal alleen werken als de burgers er op kunnen vertrouwen dat ten minste de helft van de inkomsten via een fonds direct ten goede komt aan het milieu en de infrastructuur."
Terugkijkend op zijn voorzitterschap valt het Noordzij moeilijk aan te geven wat zijn grote successen waren. "Laat anderen dat maar vertellen", zegt hij bescheiden. "Maar ik denk dat je wel kunt stellen dat ik TLN op de kaart heb gezet. En ik heb veel geleerd van vorig jaar september, toen de hoge dieselprijzen de woede van de vervoerders wekte. Al die hoog oplopende emoties in goede banen leiden was niet eenvoudig." En nu? "Eerst vier maanden niets doen, dat heb ik mijn familie beloofd."