SCHEVENINGEN - De prijzen die de Noorse, Deense en Zweedse vissers in eigen land voor alle ándere soorten haring krijgen, zijn momenteel zo hoog, dat het vissen op maatjesharing voor de Nederlandse opdrachtgevers voor hen niet aantrekkelijk was.
|
Lekker hoor! (Foto: willem woznitza)
|
Maatjesharing moet actief worden gezocht en het is voor de vissers altijd een lot uit de loterij of ze de goede scholen zullen vinden. Het vereist langdurig zoekwerk. De overige haringsoorten waarop Scandinaviërs jagen zijn daarentegen vrij eenvoudig te achterhalen en te vangen.
De Hollandse Nieuwe werd dit jaar 'gered' doordat de Scandinaviërs de afgelopen weken de meest geschikte haring dicht bij huis konden vinden, namelijk in het Skagerak en in het grensgebied van de Noordzee en het Skagerak. Er werden maatjes gevonden en gevangen op plaatsen waar ze tien jaar lang onzichtbaar waren.
Deze 'narrow escape' tekent de afhankelijkheid van de Nederlandse haringhapper van de buitenlandse inspanningen. Slechts twee Nederlandse schepen, de 'SCH 22' en 'SCH 23' van rederij Jaczon te Scheveningen, varen jaarlijks nog specifiek uit voor de zoektocht naar maatjesharing, maar deze schepen varen momenteel onder Engelse vlag.
Toch voert het te ver om de Hollandse Nieuwe voortaan Deense Nieuwe te noemen. Er zijn slechts weinig landen, waar de haringliefhebbers belangstelling hebben voor de pubers onder de haring, te weten de maatjes. Het woord 'maatjesharing' is een verbastering van 'maagdekensharing', waarmee wordt aangeduid dat de haring nog geen hom of kuit bevat, en dus 'maagdelijk' is.
Bovendien wordt het traditionele kaken van de haring op oer-Hollandse wijze gedaan, namelijk volgens het procédé dat Willems Beukelszoon uit Biervliet (Zeeuws-Vlaanderen) in de 14e eeuw uitvond of verbeterde. Nergens ter wereld wordt de houdbaarheid van de haring verlengd door kieuwen, ingewanden en keel te verwijderen en alvleesklier te laten zitten. Deze klier bevat enzymen die zorgen voor de verdere rijping van de maatjesharing tot de 'zachte lappen' die we vanaf vandaag weer aan de kraam langs de tonsillen kunnen laten glijden.
Commercieel-directeur Wim van Groningen van het import- en exportbedrijf Jac. den Dulk en Zn. te Scheveningen wijst met klem de suggestie af dat de Hollandse Nieuwe niet meer Hollands zou zijn. "De Scandinaviërs vissen de haring wel voor ons op, maar wij als Nederlandse groothandel hebben toch de regie in handen. In elke fabriek in het noorden van Denemarken is een Nederlands team aanwezig om de haring te bewerken zoals wij dat willen. Het product wijkt in niets af van wat vroeger van de Nederlandse schepen kwam. Alleen gebeurt het kaken niet meer op zee, maar aan de wal. Dat is eigenlijk het enige verschil."