
Kinderen
die zijn verongelukt of gestorven in de baarmoeder,
aan kanker, door zelfmoord en uw voortdurende worsteling
om toch overeind te blijven. Zoals Els Heskes die
haar zwangere dochter verloor aan een zeldzame hartziekte:
"Ik mis haar nog elke dag. Ook heb ik het moeilijk
dat ik er niet was op het moment dat ze benauwd
werd en in coma raakte, in mijn gevoel is ze alleen
heengegaan, ik had nog graag met haar gesproken."
Ina
Borsboom-Sannes verloor haar dochter bij een ongeluk
op de A9. Ze schreef ons over het ongeloof: "Het
is niet waar, ze komt zo weer thuis, ze houdt me
voor de gek. Dat gevoel heb ik lang gehad. Ik weet
nog dat toen de plaat op haar graf werd geplaatst,
ik in paniek was, want stel ze wil eruit, dan kan
dat niet meer."
Voor
Ans de Valck was het leven niet erg vriendelijk.
Ze verloor achtereenvolgens haar dochter van 11
aan leukemie, haar zoon van 14 aan een hartkwaal,
haar man en haar ex-man, die inmiddels een goede
vriend was geworden, aan kanker. "Ik ben van
een lief en aardig mens een harde vrouw geworden.
Neem niets meer aan van vrienden, mijn verdriet
houd ik voor mijzelf, ben graag alleen en heb sinds
kort een hond aangeschaft, zij is mijn grote vriendin.
Ik loop uren buiten door weer en wind. Mijn gezondheid
interesseert mij niets, ga zelden naar een arts,
rook veel en leef mijn leven wel uit. Ben trouwens
blij dat het al aardig opschiet; oud hoef ik echt
niet te worden, hoor!"
Cees
Bravenboer vindt dat wij te veel nadruk leggen op
de rouw van moeders en het leed van vaders niet
erkennen. Zo was onze reportage echt niet bedoeld.
Een citaat uit zijn brief: "Vaders lijden ook,
misschien durven ze onder druk van onze Nederlands
machocultuur hun emoties niet aan te geven. De man
is degene die tenslotte het gezin bij elkaar houdt.
Men bepaalt dat de moeder mag huilen en verdriet
mag hebben, van vader wordt verwacht dat hij na
drie weken op kantoor weer de oude is. Veelgebruikte
clichés zijn: 'Joh, werken is de beste oplossing.
Je kan maar beter bezig zijn, je moet verder, het
leven gaat door. Over een paar maandjes zijn de
scherpste kantjes er wel af. Je moet het een plekje
geven.' Goedbedoelde en domme teksten van mensen
die al in de war raken als de wind van de verkeerde
kant komt. In eerste instantie probeer je de mensen
les te geven in rouwleer, word je kwaad als zij
je niet begrijpen. Een plaatsje geven? Waar, in
de garage? Op zolder? Wat bedoel je nou? Nu is er
de gelatenheid."
Tot
slot de contactadressen, want velen van u vroegen
ons die nog een keer op een rijtje te zetten. De
website van ouders die een kind hebben verloren
is www.vook.nl, Lieve Engeltjes is te bereiken via
www.lieve-engeltjes.nl, het boek 'Lieverd, ik mis
je zo' kan besteld worden via www.verliescommunicatie.nl.
En wie meer wil weten van Tonnie en het boek dat
zij aan het schrijven is, kan terecht op www.stichtingjaimy.nl.
Uw
reacties:
PIM
Onze
zoon en broer is op 31 januari 1995 vlak bij huis
onder een vrachtwagen gefietst en ja, bij elke gebeurtenis
nadien denk je wel hoe hij daarop gereageerd zou
hebben. Hij was 12 november 1994 19 jaar geworden.
Wij hebben nog twee dochters die inmiddels getrouwd
zijn en ons drie kleinzonen geschonken hebben, waar
we dol op zijn maar nooit de plaats van onze eerstgeborene
in kunnen nemen. Pim blijft gewoon Pim. Alleen knuffelen
en gesprekken zijn 'n beetje moeilijk, maar doordat
we hem overal bij blijven betrekken, blijft hij
een deel van ons gezin.
MIA
VAN DER LEE
25
JAAR
Zestien
jaar geleden is mijn dochter Liesbeth op 25-jarige
leeftijd overleden, kort daarna volgde mijn echtscheiding
en moest ik gaan werken om in mijn onderhoud te
voorzien. Met hard werken heb ik getracht het verdriet
te verwerken.
Een
jaar later heb ik een fijne man ontmoet met wie
ik nu dertien jaar samenwoon en met hem kan ik gelukkig
over Liesbeth praten en samen bezochten wij regelmatig
haar graf.
Drie
jaar geleden kwam mijn zoon Peter (het enige kind
dat ik over heb) ons geheel onverwacht vertellen
dat hij na achttien jaar huwelijk ging scheiden
en een nieuw leven begon met een zestien jaar jongere
vrouw en in Brazilië ging wonen. Een paar dagen
later is hij vertrokken en mijn twee kleinkinderen
(toen twaalf en negen jaar) en mijn schoondochter
bleven achter met een groot verdriet, wat ik mezelf
heel erg aantrok, want het was tenslotte mijn zoon
die dit veroorzaakt had.
Mijn
partner en ik hebben zoveel mogelijk getracht ze
wat afleiding te bezorgen om deze begintijd door
te komen, wat met veel emoties gepaard ging. Huis
verkopen, huurhuis inrichten, financiële achteruitgang
e.d. Op het ogenblik krijgt mijn schoondochter (zo
blijf ik haar noemen, want het contact is gelukkig
erg goed) haar leven weer op de rails, wat ook mijn
kleinkinderen ten goede komt. Maar het is nu net
of ik nu pas aan mezelf toekom, want ik krijg mijn
gevoelens niet in balans, verdriet, teleurstelling
en woede wisselen elkaar af door de gedachten dat
ik mijn dochter heb verloren, maar ik ook mijn zoon
min of meer kwijt ben. Met deze brief probeer ik
het enigszins van mij af te schrijven, want ik zou
zo graag weer wat plezier in het leven willen hebben.
MW.
J.C. MOL
KLEIN
Ik
heb met tedere gevoelens het stuk in de krant gelezen.
Over de moeder van Jaimy die een van haar drie lievelingen
weer af moest staan. Een verdriet dat nooit meer
weg gaat. Ik denk soms dat het heftiger wordt, vooral
als je er iets over hoort of leest. Mijn zoon is
al 47 jaar geleden overleden in Nieuw-Guinea. Hij
was op 2 febr. 1957 geboren en 14 april 1957 overleden.
Soms zeggen mensen 'dus hij was nog klein'. Maar
een kind is een kind zeg ik dan. Hij is daar begraven.
Ik ben 14 jaar geleden terug geweest. Vanaf toen
is het voor mezelf wat rustiger geworden. Maar ik
praat er nog wel heel vele over als iemand ook zoiets
is overkomen en ben dan toch nog geëmotioneerd.
Dat zal wel blijven.
MW.
GEUSWEERD
HULP
Ik
wil graag reageren op jullie oproep en gelijk op
die van vorige week, liefdesverdriet. Want dit gaat
ook wel eens samen. Zal ik het uitleggen?
Mijn
man en ik hebben 21 november '94 onze zoon gekregen,
die helaas na 4 dagen is overleden. Daarna nog vijf
zwangerschappen waarvan drie buitenbaarmoederlijk
- operatief - verwijderd. Ivf geprobeerd enz. Niet
meer gelukt om zelf kinderen te krijgen. Uiteindelijk
twee kinderen geadopteerd (broer en zus). Gaat gelukkig
goed met de kindertjes en met mijn huwelijk, dacht
ik. Tot ik vorige week te horen kreeg dat mijn man
mij gaat verlaten, want hij gaat een nieuw leven
opbouwen. En dat na 23 jaar samen en 14 jaar huwelijk!
Ik wijt dit toch aan het verlies van dat kleine
jochie. Rouw zit in jezelf en is heel moeilijk te
delen. Mannen en vrouwen zijn nu eenmaal anders
en zeker wat rouw betreft. Veel mannen kroppen het
op. Vrouwen zoeken praatgroepen. Ik ben pas (door
die bewuste vriendin) bij de vereniging v.o.o.k.
geweest en vond het een openbaring! Bijna alleen
vrouwen waren daar trouwens. Ik kwam dus thuis met
'blije' verhalen en zag mijn man verstijven op zijn
stoel! Dan merk je toch dat het bij allebei anders
zit. Ik heb de afgelopen jaren veel om mij heen
geluisterd om erachter te komen of de dood van zo'n
jong kind veel anders is dan de dood van een ouder
kind. De conclusie is dat wij lijden onder het nooit
zullen weten, geen herinneringen, en anderen weer
lijden onder herinneringen. De conclusie is min
of meer toch: het maakt je leven kapot... En het
zal nooit meer hetzelfde worden. Ik ga dus nu pas
hulp zoeken, ook omdat ik het gevoel had dat ik
het goed had gedaan, maar nu mijn huwelijk kapot
blijkt te zijn, is dat misschien toch niet zo.
ANONIEM
KANKER
In
oktober '91 sloeg het noodlot toe. Mijn dochter,
een van een tweeling, kreeg borstkanker in een heel
agressieve vorm. In december '91 kregen wij te horen
dat mijn man longkanker had. In januari '92 kreeg
mijn dochter de borstamputatie, gelijk met het bericht
dat voor mijn man niets meer kon worden gedaan,
het was al te ver. U zult begrijpen in wat voor
een toestand wij allemaal geleefd hebben. Mijn man
heb ik thuis verzorgd tot zijn overlijden op 4 maart
'92. Hij was pas 65 jaar. Daarna heb ik mij helemaal
op mijn dochter gericht, die heeft het hele circuit
doorlopen. Elke strohalm heeft zij geprobeerd, altijd
nog positief gebleven en na 1½ jaar tussen
hoop en vrees te hebben geleefd, verloor ook zij
de strijd, op 4 juni 1993, 31 jaar jong, man en
twee zoontjes van 3 en 5 jaar die zij moest achterlaten.
Ik dacht dat ik gek werd, dit kon niet waar zijn,
ook nog mijn kind verliezen, ook haar tweelingzus
voelde zich geamputeerd, ook mijn zoon, zo veel
verdriet voor ons in korte tijd. Ik heb eerst in
een soort roes geleefd, ik huilde maar kon er niet
over praten zonder te huilen en gillend door mijn
huis gelopen van onmacht. Hoe moet je verder? Wij
zijn bijna 11 en 12 jaar verder, maar over gaat
het nooit, ik weet precies wat alle mensen die een
kind verliezen voelen, je hebt echt levenslang.
Ik had nog kinderen en kleinkinderen, daar moest
en ging ik voor verder, want ook voor de kinderen
van mijn overleden dochter heb ik gedaan wat ik
kon. Logisch, daar ben ik oma voor. Mijn andere
dochter kreeg daarna ook nog twee kinderen, dus
alles met elkaar heeft dat ons allemaal erdoorheen
gesleept en mij op de been gehouden. Maar het is
nooit meer geworden zoals het was. Je denkt er altijd
aan. Ik teer op een goed huwelijk van 35 jaar en
op mijn beste herinneringen, aan mijn man en lieve
dochter, want die heb ik godzijdank genoeg.En
ik zie gelukkig ook een paar keer per week, maar
zeker een keer, de jongens van mijn overleden dochter,
net als mijn andere kleinkinderen, dus daar prijs
ik mezelf gelukkig mee. Ik ben nu 74, maar al die
klappen hebben wel hun tol geëist.Ik
ben altijd maar doorgegaan voor iedereen, maar nu
moet ik een stapje terug doen. Dat is niet erg.
Als ik nog maar een poosje op deze aarde mag blijven,
voor al mijn dierbaren.
MW.
C. G. BENJAMINS
RUST
70
jaar ben ik nu. De moeder van Nico - haar overleden
zoontje - is vorig jaar op 93-jarige leeftijd overleden.
Ik ben Chris, haar dochter. Moeder is vaak depressief
geweest (postnatale depressies?), vaak een tijdlang
naar Dennenheuvel om het gezin even achter zich
te laten. Twaalf jaar was ik toen ik van school
werd genomen en voor het gezin, zeven kinderen,
ging zorgen. De kleinste kinderen waren biologisch
mijn moeders kinderen. Toch was ik hun 'kleine moedertje'
tot mijn 19e jaar. Het waren mijn jongetjes, ik
verzorgde en knuffelde ze. Mijn hele leven is dit
een pijn geweest die altijd terugkwam. Mijn zoon,
nu 44, ik durfde hem geen fiets te geven. Nu is
mijn kleinzoon 8 jaar geworden en hij kreeg een
fiets (de dag dat Nico verongelukte). Weer komt
alles terug en neemt bezit van mijn gedachten. Toen
moeder was overleden, ben ik gaan schrijven. En
doordat al de herinneringen me nog scherp voor de
geest stonden, ben ik met het schrijven het leven
van moeder en mezelf gaan terugzien. 50 jaar is
het nu geleden! Al die dingen die voorbij zijn!
Vaak heb ik met moeder, die nooit meer écht
blij leek te zijn, willen praten. Maar altijd zei
ze: "Houd er over op, Chris. Voor mij is het
een 'lieve' gedachte." M'n hele leven heb ik
moeder verwend, verzorgd, mee op vakantie genomen,
bezoekjes als ik vrij had van school, hup, in de
trein (tot m'n 60e stond ik voor de klas). Een soort
boetedoening? De laatste drie jaar zorgde ik iedere
maand drie dagen voor haar (1½ uur op en
neer Apeldoorn - Leiderdorp). Het gevoel dat het
aan mij lag dat ze verdriet had, stil was, is moeilijk
geweest. Toch was het geen bevrijding dat moeder
niet meer leeft. Ik mis haar nog steeds. Maar eindelijk
ben ik niet meer dat kind van haar dat niet goed
oppaste. Maar ik denk dat ze er zelf onder geleden
heeft dat ze was uitgegaan. Nu, achteromziend, heeft
het me geholpen om alles te herbeleven en op te
schrijven en denk ik, zoals moeder zei: "Het
is een 'lieve' gedachte geworden." De rust
heb ik terug. Moeder was 40 jaar weduwe.de
kleine moeder van een prachtig jongetje Nico
Zij
die we liefhebben gaan niet weg
Elke
dag, lopen ze naast ons
Ongezien,
ongehoord, nog steeds daar
Nog
steeds geliefd, nog steeds gemist
Oneindig
dierbaar!
Het
geheime verdriet van moeder en Chris
Ga
toch lekker samen weg. Dat kan nu toch. Ik heb toch
vrij. Prachtig zomers weer. Vader en moeder gaan
op reis. Ze gaan naar Jan en Suus van Drongelen
die in Terneuzen wonen. Zomers hebben we met hun
gezin vakanties doorgebracht in Cadzand aan Zee.
Ik zwaai ze uit. Geslaagd voor de akte van kleuterleidster
en geen stage meer lopen, dus heerlijk vakantie!
Het
zorgen voor ons gezin was al van mijn 12e jaar mijn
taak. Chris zet die oude fiets in de garage, roept
papa uit het raampje. Roel had een nieuwe voor zijn
verjaardag gekregen, 28 juni. Gelijk ging ik aan
de gang. Bedden opmaken en voor het warme eten zorgen,
want we aten 's middags warm. Gebakken aardappeltjes,
sla, appelmoes en een eitje. Gien werkte als secretaresse
in Amsterdam, bij prof. Waterink.De
kinderen komen thuis en gaan aan tafel. Nico is
niet dol op sla en warm eten, dus gaat naar school
met een lege maag. Ik breng Jan naar de kleuterschool
en smeer voor Nico drie dikke boterhammen met bruine
suiker. Ze gaan in een bruine papieren zak. Daar
zit hij bij de dikke eikenboom op het schoolplein.
Nog zie ik hem voor me, dat knappe donkere jongetje
met kastanjebruin haar. Hij kijkt in de zak. Z'n
ogen lachen en hij neemt een grote hap.De
laatste blijde herinnering aan mijn broertje.De
volgende dag is het prachtig weer en het plan is
met iedereen naar het bosbad. Het is woensdagmiddag.
Daar gaan we. Jan achterop, Jantine bij Anne en
Roel op de nieuwe fiets. Nico zwom altijd in het
zwembad op de Badhuisweg en had daar les met een
vriendje. Vlakbij. Hij ging er altijd zelf heen
en vroeg of het mocht. We zijn nog maar kort in
het bosbad of er wordt omgeroepen dat de Van de
Veentjes moeten thuiskomen. Ik denk er is iets met
papa en mama gebeurd. Als we op de Soerenseweg fietsen,
is er voor het huis van dr. Knuttel een oploopje,
politie en ziekenwagen. Kom maar, we rijden wel
om, hier kunnen we niets doen, zeg ik. We wisten
toen niet dat daar onze Niekje lag, aangereden door
een leraar van 't gymn. Z'n fietsje, o, o grote
schrik, de te grote oude kapotte fiets van Roel
had hij gepakt en was van plan daarmee naar het
zwembad te rijden. Hij is er niet aangekomen en
ik had de diets niet achter slot en grendel gezet
in de garage. Wat voelde ik me schuldig. Mijn schuld,
mijn schuld hamerde het in mijn hoofd.Als
we thuiskomen, is meneer Kruijswijk er al en ook
onze Rie van der Sluis, die in opleiding was voor
gezinsverzorgster en bij Lotte Lenkeek woonde, kwam.
Dan moet er naar het ziekenhuis worden gegaan, oom
Wim gaat mee om te identificeren. Een kind geheel
in verband, onze Niekje ligt daar, hij is dood.
De politie neemt hem in beslag. Er mag niemand meer
bij. Ook vader en moeder niet.Het
opsporen van onze ouders viel niet mee. Ze waren
een dagje naar Knokke gegaan. Pas 's avonds kwam
de politie ze op het spoor. Papa belde op: wat is
er gebeurd!? Wat moeilijk om het vreselijke nieuws
te vertellen. We komen naar huis, leeft hij nog?
Nee, niet meer. Dan kunnen we rustig rijden, zegt
papa.Wat
er op deze verdrietige terugtocht gezegd is, weet
niemand. Indroevig, midden in de nacht komen ze
binnen. Er zit familie, oom Klaas en Catrien, Rie
en de buren. Ik voel de ogen op me. Veel ogen. Mijn
schuld, MIJN SCHULD, had ik de fiets maar binnen
gezet. Het heeft me mijn hele leven achtervolgd.Moeder
dacht, mijn schuld, MIJN SCHULD, was ik maar niet
weggegaan. Het is Gods wil, het is Zijn wil, ik
hoor het zeggen, weer en weer. Zo dachten de mensen
toen. God beslist. Je hebt je bij Zijn wil neer
te leggen. Ik dacht zo niet. Ik wil zo'n God niet,
een God die een eerste vakantiereisje van ouders
bederft, zo straft! Ik had verdriet, maar was ook
boos. Boos dat het gebeurd was. Boos op zo'n God.
Mijn schuld! Als God op iemand boos zou zijn, was
het op mij, ik had iets nagelaten te doen, wat papa
mij had opgedragen. De liefde van God kon ik niet
meer voelen. Zijn wil? Een God die expres een mooi
jong kind liet verongelukken, dat was geen God die
ik wilde. Heel lang heb ik daarmee geworsteld, jaren.
Het
waren indroevige dagen. Moeder liep stil en in zichzelf
gekeerd door het huis. Papa regelde en praatte met
de bezoekers. Vrienden, familie, buren, steeds het
verhaal. Steeds horen. Chris paste op, zwembad,
Soerenseweg, mijn schuld, MIJN SCHULD. Ik kwam er
niet los van. Ik begon te huilen, kon niet meer
ophouden. Moeder nam me niet in haar armen. Mijn
hunkeren niet verstaan. Maar heb ik het toen bij
haar gedaan?
CHRIS
REUGEBRINK-VAN DER VEEN
ONMENSELIJK
Nog
geen drie maanden geleden hebben mijn man en ik
na een volledig gezonde zwangerschap een prachtige
dochter gekregen, 4040 gram. Ze heeft alleen maar
anderhalve dag mogen leven, wegens zuurstoftekort
bij de geboorte. Zij was ons eerste kindje. Ik ben
in het ziekenhuis bevallen, poliklinisch, dat maakt
dus niet zo veel uit met thuis want ze luisterden
af en toe naar haar hartje en niet ook tijdens de
weeën. Zelf heb ik een paar keer aangegeven
dat ik het hartje niet goed vond klinken, maar de
dokter zei, dat is normaal. Uiteindelijk was het
dus niet normaal. Het verdriet is heel erg groot.
We proberen er zo goed mogelijk mee om te gaan en
er een positieve draai aan te geven zodat Amelie-marie
de mooie plek in ons hart zal hebben die zij verdient.
Toch is het elke dag weer een gevecht om niet verbitterd
te raken. Overal om ons heen zijn baby's ook veel
in de media, en zwangere vrouwen. Het gemene is
dat op het moment dat je je kind krijgt hou je er
zo verschrikkelijk veel van dat het onmenselijk
is dat je het een dag daarna in je armen moet laten
sterven, we hadden niet gedacht dat wij over deze
oerkrachten beschikten. Vannacht droomde ik dat
ik haar vasthield en in mijn droom wist ik al dat
er iets niet klopte en dat ik haar heel stevig vast
moest houden, en dan word je wakkker.... We richten
onze blik op de toekomst en laten de natuur zijn
gang gaan en hopen dat het ons gegeven is om nog
zo een prachtig kind te krijgen dat we dan wel mogen
opvoeden en oneindig veel kunnen kussen. Maar deze
pijn wordt wat draagelijker, we krijgen erg veel
steun van alle kanten, maar het gaat niet weg, we
missen haar en de met haar bedachte toekomst verschrikkelijk,
er zit een gaatje in mijn hart, een heel erg groot
verdriet, zij was ook klaar om de wereld aan te
gaan, maar door die stomme navelstreng.., Ja, het
gebeurt dus nog steeds.
C.E.
BOOMSMA
KLEURLOOS
Onze
lieve enige dochter Larissa overleed bijna twee
jaar geleden aan de gevolgen van een stofwisselingsziekte.
Hierdoor was zij gekluisterd aan een rolstoel en
was doof. De artsen deelden ons zo'n 18 jaar geleden
mee dat zij steeds slechter zou worden en jong zou
overlijden. Hoewel wij 'voorbereid' waren, kwam
haar dood toch nog heel plotseling. En ondanks dat
het een zorgenkind was, mede door de epilepsie,
voel ik me nu veel zorgelijker dan voorheen. Echt
blij of gelukkig, wat is dat ook alweer? Het allerliefste
wat ik had, waar ik voor leefde, zij die mij zo
veel liefde gaf, is er niet meer. Mijn wereld is
vormloos en kleurloos geworden. Ook ben ik kwetsbaarder,
gevoeliger en helaas ook harder geworden. Toch is
er iets wat mij ondanks de ups en downs op de been
houdt. Het geloof in een Schepper. Hij heeft ons
de bijbel gegeven en wordt de God der vertroosting
genoemd. Gelukkig weet ik dat Larissa in Zijn herinnering
is en Hij beloofd heeft dat er een opstanding zal
zijn. Aangezien Hij niet liegen kan, verheug ik
me op de tijd dat ik samen met mijn man haar gezond
en wel in mijn armen kan sluiten. Tot die tijd zal
ik mijn verdriet houden en geduld moeten oefenen.
Het gemis en heimweegevoel is zo groot maar toch
als ik die hoop niet had, zou ik niet weten hoe
ik verder zou moeten. Wat zou het leven dan zinloos
zijn!
LOES
VAN WIEREN
DRIE
KEER
Ik
verloor van m'n zes kinderen er drie! Twee waren
nog baby's en een heeft 't niet gehaald d.m.v. een
vroeggeboorte. 't Is lang geleden; ze zouden inmiddels
dertigers en veertigers zijn geweest. De andere
drie zijn heerlijke kinderen en er zijn inmiddels
vier kleinkinderen. Het duurt heel erg lang voor
alles destijds een plaatsje kreeg, want de gebeurtenissen
herhaalden zich tot drie (!) keer aan toe. Wij zijn
gelovig en op den duur heb je daar heel veel aan.
In het begin zeker niet, een van m'n schoonzussen
meende te moeten zeggen: 'Die van jullie mag al
juichen'. Onbegrijpelijk, of niet soms? Deze aangrijpende
gebeurtenissen hebben mijn leven blijvend veranderd.
Ik werd een ander mens, zoveel milder en zachter.
't Maakte mij niets uit of ze geweldige cijfers
haalden op school. Ik vond andere dingen veel belangrijker,
zoals bijvoorbeeld of ze gelukkig waren en of ze
lekker in hun vel zaten. Verjaardagen en sterfdagen
blijven, denk ik, een leven lang pijn doen, maar
ondanks alles voel ik me een blij en gelukkig mensenkind.
Ik weet wel zeker dat een en ander een rotsvast
geloof bewerkstelligd heeft.
WILLEKE
HUIZER
KAPOT
Ziek
van verdriet ben je zeker na het overlijden van
je kind. Verdriet, elke dag weer. Het verdriet wordt
veel en veel erger met de zin 'Moeder van gestorven
kind loopt risico vroegtijdig te overlijden' erboven.
Alsof je daarop zit te wachten. Los van deze zin,
wat denken jullie van vaders die een kind verliezen?
Ook wij hebben onze 14-jarige zoon, de jongste,
aan acute leukemie verloren. Zo'n klap is niet denkbaar
voor iemand die het niet heeft meegemaakt. Nu, na
vier jaar, is de pijn en het intense gemis nog twintig
maal zo erg en verdrietig als toen het gebeurde.
En als je zo'n krantenbericht op zaterdagmorgen
leest, is je weekend kapot en denk je aan al die
anderen die samen dit gemis weer zo extra beleven,
met daarbovenop de angst, het risico om vroegtijdig
te overlijden. In de hoop dat redacties nadenken
voor dit soort berichten geplaatst worden, is het
niet mijn bedoeling jullie iets te verwijten, maar
er lering uit te trekken. Dat je niet zomaar kan
weten wat ouders van overleden kinderen voelen aan
pijn en verdriet. Een verdrietige moeder die haar
kind intens mist, zijn liefde houdt mij overeind.
Het waren veertien prachtige jaren.
ANONIEM
STEUN
Ook
wij hebben 't meegemaakt: onze 11-jarige dochter
overleed na een nacht ziekzijn. Je begrijpt het
niet, leeft in shock, doet alles op de automatische
piloot, want je gevoel is weg. Als dat terugkomt,
realiseer je je dat je nóg een kind hebt
dat recht heeft op je aandacht en troost. Gelukkig
dat hij er is, voor hem móet je verder, hoeveel
moeite je dat ook kost. Je kan het toch niet maken
hem in de steek te laten. Mijn relatie heeft onder
grote druk gestaan. Ik wilde praten, hij niet. Dus
praat je met anderen, met als gevolg dat ik er 'beter'
overheen ben dan hij. Mensen moeten eens beseffen
hoe belangrijk steun is in zo'n tijd en niet, zoals
bij ons, na een jaar (of korter) niets meer laten
horen. Ze maken je zo veel eenzamer dan nodig. Je
weet dan inderdaad wie je vrienden zijn. Op één
na niemand dus. Ik ben niet verbitterd, maar wel
teleurgesteld in familie en vrienden.
KARIN
MARIANNE
VAATSTRA
Ik
ben de moeder van Marianne Vaatstra, zij is 1 mei
1999 in Kollum vermoord. Op de vraag hoe we daarmee
zijn omgegaan, het volgende: voor ons is het na
plm. drie maanden een gevecht geweest naar justitie
toe, omdat we erachter kwamen dat het onderzoek
naar de verdachten toe niet gebeurde, waar alles
naar toe wees lieten ze zo liggen. Dan vecht je
voor het recht van je kind, waar ze toch recht op
heeft, en voor de duidelijkheid wat er precies is
gebeurd, en hoe het is gelopen. De commotie liep
hier hoog op, vooral naar het A.Z.C. toe, om dat
de kop in te drukken, daar werd alles voor gedaan.
Politieke belangen. Zo kregen wij als ouders en
familie veel extra ellende erbij. Wij als ouders
hebben levenslang, en ook de volwassen kinderen
van ons. We hebben heel veel medeleven en steun
gehad van heel veel mensen, dat geeft je mede de
kracht om staande te blijven. Het verdriet is er
elke dag. Bij alles wat je doet denk je aan Marianne,
de vreselijke manier hoe ze om het leven is gebracht.
Gedachten laten zich niet sturen. Je weet dat er
geen eerlijk onderzoek naar de verdachten is geweest,
dat is zó erg. Ook wij proberen weer de dingen
op te pakken, maar je kunt nergens meer van genieten.
Altijd de gedachten bij Marianne en het onrechtvaardige
onderzoek die op haar dood volgde. Het houvast in
het leven ben je helemaal kwijt. Vaak denk ik, red
ik het wel, dit verdriet is te groot, maar je moet
wel, ook voor de andere kinderen en kleinkinderen.
De titel van een boek van Peter R. de Vries, 'Een
moord kost meer mensenlevens', is wel van toepassing.
Je leeft in een bodemloze put, waaruit niet te ontsnappen
is.
M.
VAATSTRA-TERPSTRA
SCHULDGEVOEL
Je
mag er niet te lang over praten, alles moet na drie
maanden weer gewoon zijn. Maar dat wordt het nooit
meer, als je je kind verliest, zeven maanden en
drie uurtjes oud.In de jaren zestig was erover praten
een taboe, dat hoorde niet, dat bepaalde die ander
voor je. Eigen gevoelens stopte je weg, als je dan
weer kinderen kreeg, moet je de handen dichtknijpen.
Maar je komt jezelf na jaren tegen, emotioneel kom
je samen vast te zitten, niemand begrijpt je. Stel
je niet aan, twee kinderen verloren door medische
fouten, en later krijgen twee jongens beschadigingen
aan de hersenen.Samen kwamen we vast te zitten,
de kinderen worden ouder, een van de jongens wordt
opgenomen in een kindertehuis. Het ergste is, ze
weten het zo te spelen, dat wij ons schuldig begonnen
te voelen. Financieel was het niet te dragen, vele
schulden, zo veel angst en verdriet. Je man probeert
zich van het leven te beroven, het lampje begon
bij mij te flikkeren. Gelukkig leeft hij nog, volgens
de omgeving is het aanstellerij, maar een paar weken
later ging mijn man over de rooie door zich uit
te leven op een van de jongens. Paniek bij iedereen.
Na een koude douche zakte de woede. Huilen, want
slaan deed hij nooit en praten helemaal niet. De
volgende dag bel je een instantie voor hulp.Een
uur later staan ze voor de deur, het werd een lang
gesprek, een week later bleek mijn man zwaar overspannen.
Het duurde een kleine twee jaar voordat wij goed
samen konden praten, ook over onze gevoelens. Een
rijke ervaring, het was van huis uit nooit geleerd
om te praten, je had meer kans op slaag. Het is
allemaal goed gekomen, je had later weinig woorden
nodig om elkaar te begrijpen. Zo ook toen zomaar
zijn stem verdween, foto's gemaakt, de longarts
vertelde dat het longkanker was. Een kus, hand in
hand naar huis, geen woord, maar er werd met weinig
woorden genoeg gezegd.Drie
van de vier jongens komen nog thuis, ieder om de
beurt zorgen ze voor ons. Samen hebben we altijd
gepraat met de kinderen over onze schuldgevoelens,
maar dat werd afgedaan als onzin, jullie zijn niet
schuldig. 'Dankzij jullie hebben wij ook leren praten,
en dat komt ons nu allemaal ten goede', zeiden ze.
Eén zoon trouwde en samen besloten ze om
niet meer thuis te komen omdat wij volgens hun wel
schuldig waren. Samen hebben we er ons bij neergelegd,
het is aan hem en haar de keuze. Mijn man wilde
hem niet meer zien. Mijn zoon wel, hij had er spijt
van. Zelf heb ik een foto en rouwkaart gestuurd.
In dit geval zal de pijn en het verdriet blijven.
Je kind leeft, maar in werkelijkheid heb je je kind
verloren.
WIES
MENNEGE-FEITSMA
ZUSJE
Toen
ik negen jaar was, stierf mijn zusje. Drie jaar
en vijf maanden was ze, op de dag af. 18 juni 1944
- 18 november 1947. Die data staan in mijn geheugen
gegrift, al ben ik nu bijna 66 jaar. Nog steeds
zie ik mijn moeder geknield voor haar zitten, terwijl
ze haar manteltje (grijs met een zwart fluwelen
kraagje) dichtknoopte. Thea hijgde en kreeg bijna
geen lucht meer; met grote ogen keek ze mijn broertje
en mij aan. Wij gingen naar de kerk om voor haar
te bidden, terwijl mijn vader met haar (achter op
de fiets) naar de dokter ging. Mijn moeder was zwanger
van mijn jongste broer en zij moest thuisblijven,
want ik had ook nog een broertje van (toen) bijna
anderhalf jaar.Thea
is gestorven in de spreekkamer van de dokter, mijn
vader hield haar in zijn armen! Ik zie nog mijn
moeder lopen tussen haar zusters in, toen we na
de rouwmis uit de kerk kwamen. Radeloos huilend.
Thea lag opgebaard in mijn kamertje. De juf van
de peuterschool kwam op bezoek en toen zag ik mijn
vader voor het eerst huilen. Een paar jaar later,
ik denk dat ze zwanger was van mijn zusje, zag ik
mijn moeder huilen en ze zei letterlijk: 'Het was
toch mijn vlees en bloed!' Het schokte mij en nog
ben ik altijd ontroerd als ik aan dat moment denk.
Mijn moeder is er denk ik nooit overheen gekomen
en ze is op 46-jarige leeftijd gestorven aan de
ziekte van Hodgkin.Ons
hele gezin heeft er onder geleden, vooral de jongste
drie hebben een trauma opgelopen, want hoewel we
een fantastische en wijze moeder hadden, hebben
zij niet die aandacht gehad in het begin van hun
leven die mijn oudste broer en ik wel hebben gehad.
G.
GILING
DOLKSTEEK
Het
verhaal van zaterdag jl. begrijp ik als geen ander.
Het verstikte mij weer zo je begrijpt Tonny vreselijk
goed. Ook ik heb mijn dochtertje Desiree na bijna
vijf jaar verloren. Desiree werd 6 september 1980
geboren met een ernstige hartafwijking, zo onbegrijpelijk.
Ze huilde niet, zag blauw en grauw en werd gelijk
weggehaald. Daags na haar geboorte werd ze gekatheteriseerd,
en de dag daarna geopereerd. Desiree heeft in haar
jonge leventje in totaal 50 operaties gehad en de
laatste die duurde bijna 24 uur en heeft ze niet
overleefd. Wat er dan door je heengaat, is eigenlijk
met geen pen te beschrijven. Het is net of je geamputeerd
wordt of je een dolksteek in je hart krijgt.
De
pijn en het verdriet om het verlies van Desiree
is zo groot. Het niet willen aanvaarden, de boosheid,
het gemis. Je hele lijf schreeuwt om je kind. Ja,
ik heb momenten gehad dat ik dood wilde, maar ik
moest verder voor mijn zoontje van elf maanden.
Maar je bent apathisch en ging elke dag naar haar
grafje om daar bij haar te kunnen zijn. Het liefst
had ik haar eruit willen halen om tegen haar te
zeggen 'Mama mist je zoveel, waarom mocht je niet
bij ons blijven, je was nog zo jong'.
Je
sleept je door de dagen heen. Ik ben vreselijk depressief
geweest. Ik miste haar zo erg, juist omdat ze een
zorgenkindje was. Ze had heel veel verzorging nodig
en vele ziekenhuisopnames. En ja, het heeft me toen
helaas na vier jaar mijn huwelijk gekost.
Mijn
ex-man en ik konden er niet met elkaar over praten.
Hij had na een paar maanden na haar overlijden weer
z'n werk. Ik was thuis met een kleine jongen die
nog niet kon praten. Dus Desiree's gekwebbel en
alles wat we samen deden, miste ik zo verschrikkelijk
dat het mij verscheurde. Ging dan ook twee keer
per dag naar haar graf. Het is nu zo'n 18 jaar geleden,
de scherpe kantjes zijn er af. Maar ik zal er nooit
echt overheen komen.
Desiree
heeft maar driekwart jaar op de kleuterschool gezeten.
Af en toe een paar uurtjes. Na drie jaar gaat je
zoontje naar dezelfde kleuterschool en kom je daar
na drie jaar weer, afschuwelijk. Voor mijn zoon
was het prachtig, voor mij een kwelling. Je zag
vaak haar juf en klasgenootjes. Door de scheiding
kom je met je zoontje in een heel andere wijk te
wonen. Dus een ander huis, andere school en blijven
alle herinneringen, de plekken waar Desiree is opgegroeid,
haar overlijden, alles blijft daar achter. Ik heb
het dan ook weer heel moeilijk gehad in die andere
wijk. Werd weer depressief, was overbezorgd voor
mijn zoontje. Eigenlijk heb ik er meer dan tien
jaar over gedaan om het verdriet een plek te geven.
Maar ik zal Desiree tot m'n laatste adem blijven
missen.Ik
heb ook nog veel kleertjes, speeltjes, poppen van
haar, die zal ik ook nooit weg doen. Ik heb in al
die jaren mij altijd afgevraagd wat zou er nu van
Desiree zijn geworden. Een mooie jonge vrouw van
23 jaar. Wat voor schoolopleiding, zou ze al verkering
hebben gehad en wat al niet meer. Ik weet nog een
voorval van 2,5 jaar geleden. Was met een vriendin
naar een lingerieparty. Kom daar een moeder met
haar dochter tegen, Desiree's kleutervriendinnetje.
Toen kreeg ik het te kwaad, want ik was ook zo graag
daar met Desiree geweest. De avond was voor mij
niet echt leuk meer.Gelukkig
heb ik met mijn ex-man al vele jaren een heel goed
contact. Kunnen we nu wel samen over Desiree praten,
wat toch heel belangrijk is. Onze zoon niet, die
heeft haar ook niet echt gekend. Hij was elf maanden
toen z'n zusje overleed. Voor ons is dat wel eens
moeilijk, want kunnen er met hem niet over praten.
Maar voor hem misschien wel beter.Soms
komt het verdriet in alle hevigheid terug zoals
op haar geboortedag, overlijdensdag, de feestdagen.
RIA
EERBETOON
Ik
las jullie oproep en voelde mij geroepen te reageren
omdat ik tweeëntwintig jaar geleden een kind
verloren ben. Ik ben een 42-jarige vrouw, moeder
van drie kinderen. Tweeëntwintig jaar geleden
ben ik na een zwangerschap van 37 weken bevallen
van een zoon. Tijdens de zwangerschap was er niets
aan de hand, de controles waren steeds goed en de
baby groeide goed. Toch is mijn kindje twee uur
na de geboorte overleden. Omdat hij blauwe handjes
en voetjes had, dachten ze dat hij iets aan zijn
hart had. Mij werd gevraagd of ik toestemming gaf
om sectie op het lijk te plegen, om de mogelijke
doodsoorzaak vast te stellen, maar dat wilde ik
niet. Achteraf heb ik daar natuurlijk heel veel
spijt van, ik wilde toch weten waar hij aan is overleden.
Waar ik ook veel spijt van heb, is dat ik niet een
foto van hem heb, en dat ik hem niet wilde zien.
Soms denk ik, kon hij maar even terugkomen zodat
ik een foto kan maken, dan kan hij weer gaan. Het
enige tastbare wat ik van hem heb, is de controlekaart
van de verloskundige en de beelden van vlak na zijn
geboorte. Het is jammer, want beelden in je hoofd
vervagen. Wat nooit zal vervagen, is het moment
dat men mij het slechte nieuws kwam vertellen. Ik
hoor de verpleegkundige nog zeggen: 'De kinderarts
is geweest, maar het mocht niet meer baten'. Kunnen
jullie je voorstellen dat ik dat woord niet meer
kan horen, nog altijd lopen de rillingen over mijn
rug als ik dat woord hoor. Na tweeëntwintig
jaar mis ik mijn zoon nog steeds. Als ik een jongen
van die leeftijd zie lopen, vraag ik mij af of hij
ook zo eruitgezien zou hebben. Mijn zoon is op 5
september om 18.45 uur geboren en om 20.45 uur overleden.
Elk jaar beleef ik zijn geboorte en zijn overlijden.
De tijd heelt geen wonden, ik heb nog altijd verdriet
om mijn kind. Ik ben kraamverzorgster in opleiding.
In maart moet ik mijn eindscriptie presenteren.
Ik heb bewust voor het onderwerp 'Rouwverwerking
na het overlijden van een baby' gekozen. Omdat ik
bang ben dat ik te emotioneel ga reageren tijdens
de presentatie, heb ik twee collega's gevraagd om
het samen te doen. Ik wilde een mooi werkstuk maken
als eerbetoon aan mijn kind, dat ik nog altijd mis.
DORIEN
CUDOGHAN
MOTTO
Ik
heb ook mijn dochter verloren door kanker (20 jaar
oud) en mijn leven is compleet veranderd. Een stukje
uit je hart en elke dag verdriet en pijn en gemis.
Je leven krijgt een andere instelling, je verliest
vrienden en krijgt anderen er weer mee terug. Zelf
moet je je leven weer op de rails krijgen nadat
je er een poos naast zat. Het was ook net een weg
waar jij niet op stond, maar er langs liep. De feestdagen
zijn niet meer leuk en de glans is van het leven
af. Je neemt sneller een beslissing, omdat het motto
is 'doe het vandaag, want vandaag is de dag'. Niets
meer uitstellen en niet veel te veel in de toekomst
kijken. Het is het ergste wat je kan overkomen,
je kind missen en niet te zien opgroeien.Mijn
leven is nu opgevuld door de (zie)www.stichting-danielle.nl
GEA
VAN DER ZWAAG
VADER
Wij
verloren onze dochter en zus Annemarie (23). Ze
kreeg de ziekte van Hodgkin en hoewel het genezingspercentage
± 85 procent is (zegt men...), behoorde zij
tot de resterende 15 procent... Ik ga niet vertellen
hoe haar ziekte, strijd, overgave en overlijden
invloed hebben gehad en nog hebben op zo veel meer
zaken, mensen, situaties en relaties dan ik ooit
van tevoren had kunnen bedenken. Het is nu 1¼
jaar geleden en ik ben er dagelijks mee bezig. Gelukkig
hebben we met onze vijf (levende) kinderen weer
kunnen invoegen in de dagelijkse gang van zaken.
Wat mij is opgevallen, en daarom schrijf ik u, is
dat er voor een moeder veel meer aandacht is dan
voor een vader. En een vader heeft evenveel verdriet
als een moeder. Vast wel op een andere manier. Hij
heeft het kind niet bij zich gedragen. Als u een
pagina zou reserveren voor vaders, de manier waarop
zij met hun verdriet omgaan, hun rituelen enz.,
zou dat voor ons, moeders, misschien wel eens heel
goed kunnen zijn.
H.
SMITS
NICHTJE
Bijna
24 jaar geleden gingen mijn zusjes en mijn moeder
bruidskleding kopen voor de trouwerij van mijn jongste
zusje. Ik ging niet mee, mijn zoontje was pas zes
maanden oud. Toen ze thuiskwamen, lag het jongste
dochtertje van mijn één jaar jongere
zusje dood in haar bedje. Ze was verdronken in de
vijver van de buren. Ze kon heel goed lopen, was
heel bijdehand en stapelgek op water... Mijn oudste
zus heeft het kindje in een dekentje in de armen
van mijn moeder gelegd. Mijn vader werd een andere
man. De immense schok, pijn en wanhoop waren zo
groot, dat ik dat zonder moeite terug kan halen
en staat die dag op mijn netvlies gegrift. Het kistje
was te groot voor haar, ze was pas anderhalf jaar.
Haar zusjes van vier en zes jaar te jong om het
te begrijpen.
Wat
mij het meest raakte, was de blik in de ogen van
mijn zusje, de doffe pijn, de glans was weg. Jaren
duurde het, toen dat weer een beetje terugkwam en
we haar soms weer hoorden lachen. Daar schrok ze
zelf van. Kun je troosten als je zelf alleen maar
kan huilen? Ik durfde mijn zoontje niet te knuffelen
waar mijn zusje bij was. Onze hechte familie is
meegegaan in wanhoop en onmacht, pijn, verdriet
en angst om onze kinderen.
Waarom,
waarom? Hoe zou ze geworden zijn, hoe zou ze er
nu hebben uitgezien? Mijn oudste zoon is een grote
man van 23 jaar geworden. Maar haar leven en haar
toekomst eindigden na anderhalf jaar. Waar is ze
nu? Mijn ouders kregen twintig kleinkinderen, ze
hoort daar gewoon bij. Altijd. Vanaf het moment
van het ongeluk, als ik in de krant een bericht
lees van verdrinking van een kindje, draait de hele
film van dit drama zich in mijn hoofd weer af. Dan
voel ik weer het hele drama achter zo'n klein berichtje.
Vaders, moeders, zussen, opa's, oma's, vrienden
en familie. De tranen. Iedere keer denk ik dan aan
die ene dramatische dag in ons leven, toen het zomer
werd en de zon zo vrolijk scheen.
P.S.
De oudste dochter van mijn zusje heeft haar pasgeboren
dochtertje naar haar verloren zusje vernoemd. Ze
'heette' Liselore-Sara. Lief hè?
C.S.
ZOETERMEER
MOORDENAARS
Toen
ik het verhaal van Jaimy las, toen dacht ik: dat
is zo'n beetje mijn verhaal (als ik een rouwadvertentie
in de krant zie, stuur ik vaak een kaart: Onbekend,
een moeder). Mijn verhaal is een beetje anders gelopen.
Kind (19) pleegt zelfmoord op de dag van vaders
50e verjaardag. Kind geboren op nieuwjaarsdag. Exact
het verdriet van Jaimy's moeder, ook ziektebeeld.
Toen ik er na jaren achterkwam dat vaderlief al
jaren met de buurvrouw, zijn schoonzus, rommelde
en dat mijn zoon hen toen betrapt had en dat pa
mijn zoon met de dood had bedreigd, heb ik pa (na
een huwelijk van 33 jaar) gelijk het huis uitgeknikkerd.
Pa en zijn lief zijn de moordenaars van mijn zoon,
vind ik. Als iemand vreemdgaat, dan heeft die al
een keuze gemaakt. Ze wonen met z'n drieën
samen, maar ik verhuis niet. Hij, zijn broer en
zij. Een jaar na het overlijden van mijn zoon is
mijn eerste kleinkind geboren op precies hetzelfde
tijdstip. Geen seconde verschil. Dit kind weet zo
veel, ik sta steeds verbaasd. Dit kind is naar hem
vernoemd.
ANONIEM
ESTHER
Mijn
ervaring dateert van 1965, maar na zo'n artikel
komt er weer veel verdriet en woede naar boven.
Een kind verliezen is een amputatie die je je hele
leven blijft voelen. In 1964 werd ik zwanger van
mijn derde kind. De jongste was 7 jaar en de vreugde
was enorm. Na drie maanden zwangerschap heb ik mijn
kinderen verteld dat er een zusje zou komen en we
noemden haar Esther. Als ze 's avonds naar bed gingen,
legden ze hun handje op mijn buik en zeiden: "Welterusten,
Esther." Ze was er al voor ze er was. Een nieuwe
babykamer werd ingericht en we streepten de dagen
van de kalender. Toen mijn tijd gekomen was, heb
ik de huisarts gebeld en om hulp gevraagd. Mijn
voorgevoel zei me dat het kindje niet zonder hulp
kon komen, maar de huisarts lachte me uit en zei:
"Stel je niet aan, je moet de natuur op zijn
beloop laten." Ik werd woest en riep: "Waarom
ben je dan überhaupt arts geworden." Mijn
man heeft me in de loop van de avond naar het ziekenhuis
gebracht en 's nachts is het kindje levenloos geboren.
Esther. Dankzij die katholieke kerk heb ik ook geen
grafje. Niets.
Het
leven gaat door en alles slijt. Maar elk jaar als
op 31 januari de vlaggen uithangen voor Beatrix,
dan voel ik mijn amputatie en denk ik met woede
en wrok aan die domme huisarts en de r.k.-kerk.
Misschien heb ik het nooit helemaal verwerkt, omdat
er toen geen rouwverwerking 'bestond' en ik nooit
enig medeleven heb bespeurd van wie dan ook. Daar
werd vroeger niet over gepraat. Een doodgeboren
kindje werd ook doodgezwegen. En huilen deed ik
alleen overdag, weggekropen op zolder.
ANONIEM
TRANEN
Ik
zit met tranen in de ogen te schrijven en blijf
maar huilen. Het is echt zo dat een overleden kind
je altijd onverwacht weer zo verdrietig maakt. Al
is het lang geleden (1956). Mijn, of liever, onze
oudste zoon was nog geen drie jaar toen hij stierf,
in een kanaal gevallen en door het koude water gestorven.
Hoe het precies is gebeurd, schrijf ik niet, want
als ik dat vertel, komt het misschien in de krant
en weet iedereen het hier. Zelfs bij de begrafenis
heb ik geprobeerd mijn tranen binnen te houden.
Ik was toen ook nog in verwachting van mijn oudste
dochter, zij is heel veel ziek geweest en kan goed
leren. Op het gymnasium, hoge cijfers halen, nog
naar de universiteit geweest en probeerde veel werk
voor patiëntenverenigingen te doen. Ze was
zo lief en dapper.
Ze
heeft veel in het ziekenhuis gelegen, zelfs eens
bijna negen maanden. Ze stierf in de zomer van 1996,
39 jaar oud. Mijn man is bijna drie jaar geleden
gestorven, met de crematie hield ik me zo sterk
mogelijk, we waren net 48 jaar getrouwd. Hoe moet
je je rouw verwerken? Ik weet het niet, ik probeer
zo vrolijk mogelijk te zijn, vrijwilligerswerk te
doen. Twee zoons heb ik nog, die me ongemerkt troosten.
Ze hebben zelf ook hun verdriet en ik wil hun niet
een verdrietig leven geven.
ANONIEM
MEEDRAAIEN
Zo
herkenbaar. Weet je dat ik 'n licht euforisch gevoel
kreeg bij de regel 'Moeder van gestorven kind loopt
risico vroegtijdig te overlijden'? Er is geen sprake
van 'leven' meer na de dood van je kind. Je 'bestaat',
je 'draait mee'. Moe, altijd moe. De glans is overal
vanaf. Ik verloor 10 december 1999 door een afschuwelijk
auto-ongeluk op Texel mijn schat van mijn leven,
m'n allerliefste dochter Annemarie. Ze werd slechts
23 jaar. 9 november was ze 23 geworden. Ik kan dit
hele schrijfblok volschrijven, maar uw vraag was
hoe ik hiermee ben omgegaan. De schok, het ongeloof,
de pijn is ondraaglijk. Veel lieve mensen om me
heen, toch voel je je zo vreselijk eenzaam, koud
en vreselijk moe. Zware hoofdpijn, druk/pijn rond
de hartstreek en borst, verwaarlozing van mezelf,
innerlijk en uiterlijk. Labiel, dus 'prooi' voor
een man. Wilde alleen een arm om me heen, bescherming.
Voor ik 't besefte, zat ik in een relatie met alle
beslommeringen die ik er niet bij kon hebben. Kortsluiting,
onbegrip van de man; die zette me op een vernederende
manier aan de kant, kwaadheid, woede, ik haalde
de kracht om de dag door te komen uit mijn kwaadheid,
putte mezelf totaal uit. Ging uit 'troost' eten,
kwam 22 kilo aan. De dagen verliepen van keihard
werken tot diep in de nacht (tuin en huis), tot
wekenlang alleen maar op de bank liggen. De tuin
en m'n honden, daarin vond ik 'troost'. Sluit me
veel op in huis, weinig sociale contacten. In 't
begin schreef ik veel, vooral gedichten. Sinds ik
antidepressiva slik, voel ik me afgestompt, een
robot. Emotieloos, hard. Ik mis mijn dochter elk
uur van de dag. Ze was m'n beste vriendin, we deelden
alles. Zelfde interesses, natuur, dieren. Mijn andere
dochter verwijderd zich steeds meer van de vrouw
die ik nu ben. Ik ben niet meer wie ik was. Word
ik ook nooit meer. De Marion van toen is gestorven
met Annemarie.
Annemarie's
vriend is getrouwd. Het contact verwatert. Hij heeft
een zoontje... dat had mijn kleinkind moeten zijn.
Ik begrijp niets meer van het leven. Heb geen toekomstdromen.
Het enige wat zeker is, is dat ik doodga. En Annemarie
weer zal zien. Ik voel haar dichtbij me. Ik heb
twee schatten van buurvrouwen. Met een van hen ben
ik echt heel close. Door haar ben ik aan mezelf
gaan werken, ik ben 23 kilo afgevallen. Verzorg
mezelf redelijk. Eet heel gezond, slaap weer op
de bank. Veilig opgerold, en 's nachts 'leeft' Annemarie.
Elke nacht doen we alles samen, net als vroeger.
Ik leef met de dag. Heb vaak zelfmoordplannen, maar
daar ben ik te laf voor.
Ik
moet nog hier blijven, voor mijn honden. Nog twee
of drie jaar, dan gaan die ook dood. Kreeg laatste
een oproep voor een uitstrijkje. Doe ik niet. Laat
maar zo, het leven is niet meer belangrijk. Er is
een deel van mijn gestorven op 10 december 1999.
Voor iedereen gaat het leven door. Ik sta stil.
Ik heb een leuk huis, woon in een gezellige buurt.
Ik slaap, sta op, verzorg m'n honden, doe boodschappen,
kook eten, tv interesseert me niet zo, ja, discussieprogramma's,
films kijken lukt niet, boeken lezen gaat niet.
Ik heb wel veel boeken over rouwverwerking. Pas
nog een boek gekocht, 'Mama hierboven kan ik je
horen'. In de kamer, overal hangen foto's en lieve
dingetjes van Annemarie. Bij alles denk ik, wat
zou Annemarie hiervan vinden? Zij was mijn leven!
Zij is weg, mijn leven ook. Ik weet niet hoe 't
verder zal gaan. Ben heel dankbaar dat ik twee lieve
vriendinnen heb, die er altijd voor me zijn. Anders
was ik echt alleen. Dit was in 't kort mijn verhaal
over hoe ik ermee omga. Misschien kunt u er wat
mee. Ik heb wel veel steun gevonden bij ouders van
een overleden kind. Geabonneerd op 't blad. Lees
't niet meer zo frequent. Ik eindig nu maar.
MARION
V.D. FLIERT
VERKEERSONGELUK
Mijn
zoon overleed plotseling, hij was op slag dood tijdens
een verkeersongeluk. Wat voor ons traumatisch was,
is dat hij er het ene moment nog gewoon was en het
volgende moment niet meer. Zo van: boem, weg. Weet
je, we zaten met z'n allen op de bekende roze wolk
van geluk. Net grootouders geworden en dan is het
hard vallen. Je gaat naar de volgende fase in je
leven, jouw zoon is vader geworden van een zoon.
Voor mij is het meest pijnlijke dat ik niet meer
zal zien hoe hij als vader zou zijn. Hij leek zo
onkwetsbaar, zo trots en sterk na de geboorte van
zijn zoon, niets kon er gebeuren.Weet je, het is
pas drie jaar geleden, en mijn kleinzoon wordt al
drie. Tijd in gedachten doet vreemde dingen met
je gevoel over iets, en nog zijn het maar kleine
woordjes. Mijn kleinzoon mist geen papa, hij heeft
hem maar de eerste 28 dagen van zijn leven meegemaakt.
Hij groeit op met de warme liefde van zijn moeder,
grootouders en familie. Hij is stapelgek op zijn
opa's. Als er een opa in de buurt is, ben je niet
meer in tel. Hij zegt zelf dat hij geen papa heeft
en dat zijn papa dood is, maar of hij begrijpt wat
dood precies is, denk ik van niet.
Natuurlijk
leven we door. We zitten niet verdrietig in een
hoekje. Maar het is anders, we genieten intenser
van de dingen. Het opkomen en ondergaan van de zon,
de natuur in al zijn pracht, de seizoenen. Het is
alsof ik het voorheen minder intens beleefde. Ik
denk dat ik het toen meer als gewoon ervoer. Toch
zijn er nu veel dingen die ik toch zie als drukte
om niets. Ik vind dat men zich zo kan opwinden over
drie keer niets. Doe je werk, doe de dingen die
je wil doen en doe ze nú. Ik vind dat men
zeurt, onterecht moppert om niets. Ik denk vaak:
kom op, geniet toch, want het kan zomaar voorbij
zijn. Wij weten nu uit ervaring dat het leven kort
kan zijn. Het verdriet en het pijnlijke gemis blijven.
De ene keer kan ik er beter mee overweg dan de andere
keer. En soms droom ik over hem. Dat zijn fijne,
warme dromen, waarin hij mij zegt dat hij nu bezig
is zijn eigen dingen te doen en dat het onmogelijk
is om nog bij ons te zijn. Meestal laat hij zo weten
dat het goed is en dat hij gelukkig is.
Ik
schrijf mijn kleinzoon brieven, in het begin bijna
elke dag, maar nu nog maar eens in de twee à
drie maanden. Daarin vertel ik hoe wij ons verdriet
verwerken en over ons leven van alledag. Hoe we
met elkaar omgaan, het plezier, waar we van genieten
en hoe hij zich ontwikkelt. Misschien wil hij het
ooit lezen, dat is goed, want het helpt mij ook.
Want de dingen opschrijven, helpt mij het te verwerken
en een plaats te geven.
ANONIEM
LEGE
PLAATS
Moeder
en dochter, vriendinnen. Behalve een grote fysieke
gelijkenis een enorme geestelijke verbondenheid.
Altijd samen. Veel lachen, veel en goed praten.
Een warm, gezellig gezin met nog twee zoons, altijd
vrienden en vriendinnen over de vloer, veel dieren.
Maar als ze veertien is, sluipt de dood naderbij.
Kondigt zich aan door een steeds intensere bleekheid,
afgematheid, opeenvolgende infecties, koortsaanvallen.
Na maanden van gesukkel en gedokter komt alles in
een stroomversnelling. Een internist velt een vernietigend
vonnis: leukemie. Acute opname, de prognose is van
meet af aan slecht.Je
voelde al een hele tijd dat er iets helemaal niet
goed zat met je kind. Je moederinstinct had je al
bij de eerste symptomen gewaarschuwd. Dat vreselijke
weten waarvoor je niet eens de sombere gezichten
van de behandelende artsen hoeft te zien, die moordende
zekerheid die diep binnenin je wroette en een verlammende
angst en paniek teweegbracht. Je probeerde nog te
redeneren: nee, dit kan niet, dit mag niet, je kan
niet doodgaan en... ik kan niet verder leven zonder
haar. Maar het innerlijk weten liet zich niet sussen
en terecht, zoals spoedig zou blijken. Op de een
of andere manier ga je door, je bent sterk, je lacht,
want je moet je dapper en positief denkend kind
steunen en kracht geven.Na
een jaar vol angst en pijn, heen-en-weer geslingerd
tussen hoop en steeds weer teleurstellingen, sterft
ze in je armen. En zo bitter was haar lijden dat
je op dat moment blij voor haar bent dat ze verlost
is. Maar dan komt voor jou de val in het niets,
een toestand waarin je als een robot weliswaar normaal
lijkt te functioneren, maar waarin je volkomen naast
jezelf staat. Alles om je heen draait gewoon door
en jij draait mee, maar je hebt er geen deel aan.
Er is een scherm opgetrokken tussen jou en de buitenwereld.
Althans, zo ging dat bij mij.Later
hoorde ik dat vrienden en kennissen zich ernstig
zorgen hadden gemaakt omdat ik zo 'onnatuurlijk
normaal' deed. Dat was de shock. Ik voelde me voortdurend
ziek, ik kon niet slapen. Nauwelijks een winkel
binnengaan, ik kon niet lezen omdat het voortdurend
flitste voor mijn ogen en ik draaide de hele dag
muziek. Hoe harder, hoe beter. En er was voortdurend
angst, overal voor, maar vooral om ook mijn twee
andere kinderen te verliezen.Net
als Jaimy's moeder voelde ik me vreselijk schuldig
omdat ik haar in de steek had gelaten, omdat ze
daar 'zo alleen' was 'zonder ons'. Maar tevens was
ik woedend omdat ik me in de steek gelaten voelde,
woedend op alles en iedereen. Dat ebt weg in de
loop der jaren. Ik word alleen wel kwaad als ik
mensen hoor emmeren over futiliteiten, maar kan
dan ook weer relativerend denken 'ach, gelukkig
voor hen dat het niet iets ergs is'.Het
verdriet blijft. Het is nu ruim negentien jaar geleden,
maar erover schrijven kost me enorm veel energie
en spanning. Ik heb voor mijn lichamelijke klachten
wel hulp gezocht, zo nu en dan, maar ik heb niet
het gevoel dat iemand me echt kan helpen. Praten
is goed en het allerbeste is praten met mijn echtgenoot.
Samen hebben we ons erdoorheen geworsteld, elkaar
gesteund en vastgehouden, gehuild en godzijdank
ook weer gelachen. De pijn blijft en het gemis.
Over alles ligt altijd een schaduw, er is altijd
een gevoel van melancholie en heimwee. Het is een
lege plaats die nooit meer opgevuld kan worden.Jaimy's
moeder heeft precies verwoord zoals ik het voel:
ik ben niet dag in, dag uit diep ongelukkig, maar
ook nooit onbezorgd gelukkig. Ze is altijd in mijn
gedachten. Een deel van me is met haar meegegaan
en met het deel van me dat hier is gebleven, maak
ik er het beste van. Ik tel mijn zegeningen, dat
zijn er heel veel. Zo zou zij het ook gewild hebben.
SONJA
M.D. NUHN
LAWINE
Zaterdags
koop ik altijd De Telegraaf. Deze keer was het alsof
het zo moest zijn. De oproep om te vertellen of
ik ook zoiets meegemaakt had! Dat zou ik sinds vanmorgen
(zondag dus) wel willen, maar ik weet niet waar
ik beginnen moet.Twintig
jaar geleden op mijn verjaardag mijn man verloren.
Elf jaar geleden mijn jongste dochter, 29 jaar oud.
Volgende maand drie jaar geleden mijn middelste
dochter van 43. Hoe ik daarmee omgegaan ben? Krampachtig
flink zijn, er zijn voor mijn kleinzoontje van toen
drie jaar oud. Er zijn voor mijn middelste dochter,
er zijn voor mijn schoonzoon, jezelf wegcijferen.
En sinds vanmorgen kan ik niet meer, ben zo moe,
zo oneindig moe. Maar ondanks alle verdriet leef
ik nog steeds, heb inderdaad wel pijn in mijn rug
en benen. Maar mijn oudste dochter is er nog, gelukkig,
en mijn kleinzoon, nu al zo groot, van 15 jaar en
mijn schoonzoon heeft me nog zo heel nodig.Ik
zou alles wel eens willen vertellen, maar het is
zo veel! Er is ook dankbaarheid. Vijf dagen en nachten
Manon (29) bij me gehad, samen in een bed. Een hele
week dag en nacht in het ziekenhuis bij Ellen tot
ze in mocht slapen.En
hoe nu verder? Ik weet het niet meer. Alles komt
als een lawine op mij af, is dit nu eindelijk verwerken'?
Hoe heb ik het allemaal gedaan? Soms lijkt het heel
lang, soms is het of het gisteren is gebeurd. Nu
twijfel ik, wil ik dit wel versturen? Het kan altijd
nog erger, daaraan trek ik mezelf steeds op.
R.
WESTLAND-DEUMERS
BROERS
EN ZUS
Hierbij
wil ik reageren op uw oproep. Ik las het stukje
en moest weer vreselijk huilen. Ik ben een gescheiden
vrouw van 60 jaar. Sinds 1 september vorig jaar
in de vut. Heb drie kinderen en drie kleinkinderen.
Mijn verhaal is: ik had drie broers en een zuster.
In 1987 kreeg ik 's avonds telefoon: mijn oudste
broer (51), had een hartaanval gekregen. U zult
het niet geloven, maar 's nachts was ik wakker geschrokken.
Mijn broer riep mij en het was net of ik stikte.In
1995 telefoon. Mijn tweede broer (55) was opgenomen,
hartinfarct en herseninfarct. Hij heeft twee maanden
in coma gelegen. Bij deze broer heb ik vreselijk
gehuild en geschreeuwd dat het gemeen was, maar
niemand kan je helpen. Ik heb er jaren mee getobd
en af en toe moet ik weer huilen.In
1996 was ik 's avonds bij moeder, ja, die is er
ook nog, telefoon ging. Of ik aan mijn moeder wilde
zeggen dat mijn zus was overleden (63). Wat vreselijk
voor mijn moeder, haar derde kind, en wat erg om
dit te moeten vertellen. Ze reageerde door te zeggen
'ik wist dat er wat was, ik heb het al de hele dag
koud en ik was nerveus en onrustig'.In
2001 was ik met de kinderen naar Brabant op vakantie.
We kwamen vrijdags aan en zaterdagmiddag belde mijn
zoon. Mijn jongste broer was overleden (51). Hij
woonde nog steeds in het huis van mijn moeder, die
zelf in een verzorgingshuis zit. Ik moest het haar
weer vertellen.Ik
ben blij met uw oproep. Zo kan ik mijn hart nog
eens luchten, het lijkt nu ik met de vut ben of
alles veel erger is. Ik realiseer me nu: ik kan
nooit meer met mijn broers of zus praten, iets leuks
doen. Ik voel me nu eenzaam. Ik heb natuurlijk mijn
kinderen, maar dat is toch anders. Maar het allerergste
vind ik het toch voor mijn moeder, die nu 93 is.
Die kan en wil er niet over praten. Misschien zijn
er nog andere gezinnen waar het nog erger is. Als
je kind wordt vermoord of als je kind of een van
de ouders verdwijnt, dat is toch nog veel erger,
denk ik dan maar.
Mevr.
C.K. v.d. Heiden
NAAM
28
februari 2004 is het precies tien jaar geleden dat
mijn oudste dochter Marjolein stierf. Ik ben abonnee
van De Telegraaf en dacht eraan een advertentie
te zetten. De behoefte haar naam te noemen, haar
'levend' te houden, gaat niet over! Ze was zo vrolijk,
grappig en koppig! Waarschijnlijk ook heel depressief,
want ze maakte totaal onverwacht een eind aan haar
leven. Ze werd 31 jaar. Ze had familie, een baan,
huis, hond waar ze dol op was en twee katten. Nooit
krijg ik antwoord op mijn vraag: waarom? Dat ik
enkele maanden na haar dood hartklachten kreeg,
verbaast me niets, mijn hart is gewoon gebroken
of hoe je het ook noemt. Gelukkig heb ik nog een
lieve dochter, schoonzoon en twee kleinkinderen.
Die hebben dat gebroken hart gelijmd, maar de breuk
blijft altijd zichtbaar. Ik zou heel blij zijn als
haar naam genoemd zou worden: Marjolein Rutten.
De mijne is niet belangrijk.
MAAIKE
VAN VLIET
BANG
'Getekend
door het leven'. Dat is waar! Ik ben zelfs mijn
enigste zoon Richard van 17 jaar verloren door een
auto-ongeluk. Mijn zoon was mijn leven. Het gebeurde
8 mei 1989. Na 24 uur, op 9 mei 1989, is mijn zoon
overleden. De manier waarop mijn zoon is overleden,
was zo onmenselijk. Dat is al een trauma op zich
waar ik nooit overheen kom. Het is een hel. Ik hoop
dat niemand dat mee hoeft te maken. Heb ook artsen
uitgescholden, 'moordenaars zijn jullie'. Maar werd
vastgepakt en kreeg een injectie en werd weggestuurd.
Je komt in een roes thuis, waar de medicijnen al
klaar lagen die ik in moest nemen van (nu) mijn
ex-man. Richard is geb. op 2 mei 1972, zijn laatste
verjaardag was dinsdag 2 mei 1989, gestorven op
dinsdag 9 mei 1989.
Ik
besefte niet meer wat er gebeurde, Alles werd geregeld
zonder dat ik inspraak had, waar ik dagelijks nog
mee bezig ben. Als ik dat allemaal op zou schrijven,
ben ik nog weken bezig! Mijn band met mijn zoon
was zo sterk. Moeder en zoon, maar ook vriend en
vriendin. Ik had een tiran van een man en ik had
maar één doel: als Richard 18 jaar
is, gaan wij weg. Ik ben uit angst bij die man gebleven.
Anders moesten we vluchten. En door mijn slechte
jeugd wilde ik mijn zoon dat niet aandoen. En daar
maakte mijn ex-man misbruik van. Uit liefde voor
mijn kind kon ik dat allemaal opbrengen. Na de dood
werd ik in september al in een psychiatrische inrichting
gestopt, woog nog maar 40 kilo. En ook daar was
geen begrip voor mijn zware verdriet en werd ik
alleen maar volgestopt met medicijnen, waar ik nu
al bijna vijftien jaar verslaafd aan ben.
Ben
alles verloren, het huis waar mijn zoon in had geleefd.
Mijn ex-man zei: 'Dood is dood, streep eronder en
ik voldeed niet meer als vrouw en was gek'. Heb
verschillende zelfmoordpogingen gedaan, zelfs nog
in augustus 2003. Familie en vrienden lieten mij
in de steek. Ik heb voor alles moeten strijden,
zelfs voor het graf van mijn zoon.
Ik
kom weken het huis niet uit, durf met niemand te
praten. Drink weken achter elkaa veel alcohol, elke
dag veel medicijnen, probeer via via aan medicijnen
te komen en de psychiater schrijft mij ook medicijnen
voor. Heb maagklachten, ben ziek, maar niet bang
voor de dood. Als ik alcohol drink durf ik niet
naar mijn zoon uit schaamte en laat ik dan weer
een tijd de drank staan en ga naar mijn zoon toe.
Vriendschappen durf ik niet aan. Ben wel weer opnieuw
getrouwd met een lieve man. Hij heeft twee kinderen
en twee kleinkinderen. Gun hem alle liefde van de
wereld, maar ben ook jaloers. Hij kan zijn kinderen
leuke dingen geven, ik kan alleen het graf van mijn
lieve zoon verzorgen. Ik heb levenslang gekregen.
Getekend voor en door het leven. Wat een hel is
het op deze aarde. Bang voor de dag en bang voor
de nacht, elke nacht nachtmerries die mij overdag
de hele dag bijblijven. Ik ben mijn zoon en toekomst
verloren. Mag nooit meer iets beleven met mijn kind,
nooit! Dit is voor het eerst dat ik schrijf. En
ook niet weet wat steun en begrip is, maar wel wat
het is om misbruikt te worden. Ondanks deze hel
zou ik niet willen dat iemand deze zware last ooit
zou moeten dragen. Ik zou dan ook heel dankbaar
zijn als mijn nachtmerrie op deze aarde wordt gelezen.
En dat er iemand is die mij misschien een klein
beetje begrijpt.
BETSY
LEUS
HORIZON
Ik
ben 50 jaar en de trotse moeder van drie dochters.
De oudste heet Diana, is 27 jaar, de jongste heet
Yvonne en is 17 jaar. Daartussen zat Kirsten, zij
was 21 jaar toen ze stierf. Haar grootste wens was
21 jaar te worden en dat heeft ze ook gehaald.Kirsten
is als normale baby geboren, maar kreeg een hersenontsteking
twee dagen na haar eerste verjaardag. Je hele leven
staat vanaf dan op zijn kop. Ze heeft twee maanden
in het ziekenhuis gelegen en toen werd ons aangeraden
om haar in een tehuis te doen. Dat hebben we geweigerd.
Ze is tot haar zevende bij ons thuis geweest. Een
normaal leven was niet mogelijk. Kirsten ging zes
jaar lang iedere morgen naar therapie en had intensieve
verzorging nodig. Ze was volledig afhankelijk van
ons.Na
zes jaar ging het dermate bergafwaarts met haar
dat onze huisarts ons had aangeraden om haar toch
naar een tehuis te brengen. Dit was de zwaarste
beslissing die Hans en ik ooit hebben moeten nemen.
Eigenlijk begin je vanaf dan al aan een rouwproces.
Niet dagelijks meer in ons gezin, zo vreemd. Bovendien
vond ik dat niemand beter voor mijn kind kon zorgen
dan ik. Ze heeft het heel goed gehad op Zonhove
in Son en Breugel. Ze woonde nog geen tien minuten
van ons vandaan.Kirsten
stierf op woensdag 14 maart 2001. Ze is heel vredig
gestorven met ons alle vier erbij. Mijn zusje was
erbij met haar man en kinderen. Op het moment dat
ze haar laatste adem uitblies, zag je pas hoe hard
haar strijd was geweest om hier te blijven. Haar
hele verkrampte gezichtje was zo mooi en relaxed.
Ik kon uren naar haar kijken.Onze
Kirsten was een meisje met een boodschap. Ze hield
iedereen een spiegel voor. Zoals zij in het leven
stond, met helemaal niets, zo intens genieten van
alles en iedereen om haar heen. Ik ben zo trots
dat zij bij ons heeft mogen wonen. Een dag na haar
begrafenis ging onze oudste dochter naar Australië.
Die reis was al helemaal rond en het lijkt of Kirsten
haar reis had geregeld, zodat Diana ook haar reis
kon maken. Op dat moment had ik wel het gevoel dat
er nog een kind was gestorven. Maar dan komt mijn
fantastische man op de proppen. We hadden zo intens
met Kirsten geleefd, dat je heel weinig tijd voor
elkaar hebt. Dertig jaar zijn we in augustus getrouwd.
Ik ben er wel achter dat ieder lid uit mijn gezin
zijn eigen Kirsten heeft gehad en daardoor ook zijn
eigen manier van verwerken. Hans en ik hebben nog
nooit zoveel met elkaar gepraat en gehuild als toen.
Yvonne verwerkt het op haar manier, er zo min mogelijk
over praten en door door te leven. Diana is zelf
verpleegkundige op de kraamafdeling van het Elckerliekziekenhuis
in Helmond. Ze is dus wel het een en ander gewend,
maar de dood van haar eigen zusje is heel hard aangekomen.
Mensen denken ook dat na Kirstens dood wij eindelijk
tijd hebben om leuke dingen te doen. Die deden we
al met haar. Ons gezin was gehandicapt, maar zo
voelde het niet. Nu hebben we een normaal gezin,
maar nu voelt het gehandicapt. Ikzelf werk parttime
bij Hunkemöller met heel veel plezier. Het
is na Kirstens dood mijn redding geworden. Wij zijn
allemaal na een week weer begonnen. Thuis zak je
in zo'n diep gat waar je niet meer uit kunt komen.
Kirsten zag in alles het mooie. Dat heeft ze ons
zeker geleerd. Ze is nog dagelijks bij me. Zo voelt
dat ook. Toen we in 2002 voor het eerst op vakantie
gingen met de meisjes erbij naar Ameland, toen vloog
er een bruin vlindertje met ons mee op de boot.
En toen we weer teruggingen, vloog er weer een bruin
vlindertje met ons mee. Er zijn dagen dat ik echt
verdrink in mijn verdriet en dat mijn heimwee naar
haar zo intens is, dat ik iets zou willen doen om
haar weer te kunnen voelen, ruiken, zien. Het is
zo vreemd, ze heeft bestaan, ik heb bewijzen, maar
waarom moest ze zo vlug alweer weg? Aan de andere
kant was ze op. Ze kon niet meer. Ze heeft zo ontzettend
veel geleden en zoveel ziekenhuizen gezien. Nooit
gaf ze op. Daardoor heb ik alleen al de kracht gevonden
om verder te gaan, samen met mijn fantastische man
en mijn andere twee heerlijke meisjes. Kirsten heeft
diegenen die haar gekend hebben zoveel kracht gegeven.
Alsof ze wilde laten zien, hoe erg je er ook aan
toe bent, er is altijd een horizon. Ik probeer in
elke dag iets leuks te zien en als we naar haar
grafje gaan, kijken we nu hoe mooi het is. Er komen
170 verschillende bloembolletjes uit en als we weggaan,
lijkt het of ze ons uitzwaait. We zijn nu op 14
maart drie jaar verder, het verdriet lijkt als dat
van gisteren, maar we zorgen er wel voor dat we
elkaar niet uit het oog verliezen. Dat zou Kirsten
ook niet hebben gedaan.
WILNA
VAN VUUREN
NOOIT
KLAGEN
Ik
(man, 45 jaar) ben enig kind, mijn ouders zijn allebei
overleden. Mijn moeder overleed in 1978 op 49-jarige
leeftijd. Ik was toen 19. Mijn vader in 1993 op
68-jarige leeftijd. Ze hadden maag- en longkanker.
Ik heb een zusje gehad die negen uur na de geboorte
is gestorven aan een open ruggetje en waterhoofdje.
Zelf heb ik aan een hersenvliesontsteking epilepsie
overgehouden toen ik twee jaar was. Ik heb zelf
tot mijn 17e regelmatig in het ziekenhuis gelegen,
ben te vroeg geboren, woog maar 1170 gram, maar
verder goed gezond. Onlangs heb ik voor het eerst
in zeventien jaar een lichte aanval van epilepsie
gehad. Dat was te wijten aan de spanning van een
gesprek met iemand in de Klokkenberg. Familie heb
ik bijna niet. Een tante die 20 km verderop woont,
zie ik nooit. Ik heb ook nog een tante in Nieuw-Zeeland,
de zus van mijn moeder, waar ik (misschien) via
de Klokkenberg heen ga (daar ging het gesprek over,
vandaar die aanval). Ik ben na het overlijden van
vader in februari 1993 zelfstandig mogen blijven
wonen via de thuiszorg en SPD (instantie voor mensen
met een verstandelijke handicap). Dat heeft anderhalf
jaar geduurd en heb sinds juli 1994 geen huishoudelijke
hulp meer. Ik doe alles zelf, koken, wassen, strijken,
poetsen enz. Financieel heb ik wat begeleiding en
heb wat dat betreft dus geen problemen. Ik beheer
alles zelf en heb een goede baan en red me helemaal
zelf. De man van die instantie komt elke week en
alles gaat goed. Ik heb gelukkig een heleboel fijne
collega's, goede buren en klagen doe ik nooit.
FRANS
HEERKENS
ZWANGER
Hoe
moeilijk is het om een reactie te geven over doorgaan
met leven na de dood van je overleden kind. Heel
moeilijk, maar ik wil het toch proberen.Op
3 december 1996 is onze dochter, Jolanda 27 jaar
oud, overleden. Zij was 5.5 maanden zwanger en had
een perfecte zwangerschap. 'Alleen de lucht van
gebakken aardappelen kan ik niet verdragen', was
steevast haar reactie als iemand vroeg hoe het ermee
ging. Na 5,5 maand zwangerschap kreeg zij op een
donderdag symptonen van benauwdheid. De verloskundige
weet dit aan het feit dat de baby groeide en meer
plaats innam. Toen ik daartegen protesteerde was
ik de overbezorgde moeder. Haar man verbleef op
dat moment voor zijn werk in Engeland en zou de
woensdag daarop terugkomen. Zelf had zij vertrouwen
in deze verloskundige, maar de benauwdheid bleef.
Op vrijdag hadden we afgesproken dat we, mijn man
en ik, op zaterdag naar haar toe zouden komen om
te helpen met de boodschappen en het huis op orde
te brengen. Zij werkte vijf dagen per week en op
ons verzoek deed ze het thuis rustig aan. Toen wij
de bewuste zaterdagmorgen bij haar aankwamen schrok
ik heel erg, alles was nog potdicht en ik vreesde
het ergste. Bij binnenkomst zat Jolanda op de bank,
zij zag er erg opgeblazen uit en was behoorlijk
uitgeput en blij ons te zien. Ik ben direct gaan
bellen voor hulp, maar de huisarts wilde niet komen
en verwees ons naar de verloskundige, deze had ook
geen interesse om te komen, zij had onze dochter
donderdags nog gezien en ik maakte me zorgen om
niets. Wij hebben haar toen meegenomen naar ons
huis en gelukkig knapte ze enigszins op. Het weekend
leek erg positief en ze had haar man ook gezegd
dat hij niet eerder terug hoefde te komen omdat
het weer wat beter ging, ze wilde zelfs 's maandags
weer gaan werken, wat ik definitief niet heb toegestaan,
erg moeilijk tegen iemand van 27. Maandagmiddag
werd zij weer beroerd en ik heb direct onze huisarts
gebeld. Toen deze hoorde wat er gebeurd was kwam
hij onmiddellijk omdat hij het niet vertrouwde,
zijn conclusie was opname in het ziekenhuis. Bij
aankomst stond de gynacoloog ons op te wachten,
deze vertrouwde het ook niet en haalde er een internist
bij. Naderhand hoorde ik dat beide specialisten
niet wisten wat er zij precies mankeerde en na overleg
met de cardioloog werd zij naar de IC gebracht.
Ze had inmiddels, omdat gedacht werd aan een longembolie,
een bloedverdunnend middel gekregen en wist dat
dit fataal was voor haar baby, maar de artsen 'gingen'
voor de moeder. De baby had waarschijnlijk al schade
geleden door de benauwdsheidsaanvallen die ze had
gehad.
Ik
verliet 's-avonds om 10.00 uur het ziekenhuis met
het idee dat mijn dochter, nu ze in goede handen
was, het wel zou redden maar met de wetenschap dat
ons een zware taak wachtte omdat de zo gewenste
baby er dan niet meer zou zijn. Het liep echter
anders, 's nachts om 3 werden we gebeld het ging
niet goed met Jolanda, bij aankomst in het ziekenhuis
vertelde de artsen ons dat Jolanda weer een aanval
van benauwdheid had gehad en dat ze in coma was.
De komende uren waren bepalend voor haar, 's middags
om 10 over half zes is Jolanda overleden. Ik kan
het nog steeds niet begrijpen dat een kind wat nooit
wat gemankeerd heeft zoiets kon overkomen. Ik weet
zeker dat de artsen in het ziekenhuis alles voor
haar gedaan hebben, maar mijn verwijt aan haar huisarts
en verloskundige blijft, deze mensen gaven voorkeur
aan hun 'vrije' weekend boven een bezoekje aan een
patiente. De gynacoloog en internist hebben mij
na het overlijden goed opgevangen en geinformeerd
over de doodsoorzaak van mijn dochter. Toen ik echter
drie maanden later te horen kreeg dat haar hartconditie
erg slecht was begreep ik dat niet. Ik vertelde
dat zij voor haar zwangerschap 3x per week aan arobics
deed, waarvan 2x steps. N.a.v. deze opmerking is
het stukje hartweefsel opnieuw onderzocht en daaruit
bleek dat zij aan een weinig voorkomende hartziekte
was overleden Giantcel Myocarditis, een hartziekte
die toeslaat in een periode van verminderde weerstand.
Op het moment van haar overlijden waren er slechts
21 gevallen bekend. Ik kreeg toen ook te horen dat
al waren de arts en verloskundige de bewuste zaterdag
wel gekomen, Jolanda het niet gehaald zou hebben.
Waarschijnlijk zijn er meerdere mensen aan deze
ziekte overleden maar omdat de symptonen veel overeenkomsten
hebben met longembolie, dit als doodsoorzaak wordt
opgegeven.
Het
is nu zeven jaar geleden, ik mis haar nog elke dag.
Ook heb ik het moeilijk dat ik er niet was op het
moment dat ze benauwd werd en in coma raakte, in
mijn gevoel is ze alleen heengegaan, ik had nog
graag met haar gesproken. De opmerking van de moeder
van Jaimy over de kwaliteit van het leven deel ik,
alles is anders en je hecht minder aan het leven,
en hoopt dat er iets is na de dood. Ik moet zeggen
dat het me erg moeilijk leek dit op papier te zetten,
ik heb ook wel wat traantjes gelaten maar het viel
mee. Ik probeer te leven zoals het moet, maar heb
hier nog vaak problemen mee, volgens mij is dit
moeder-eigen.
ELS
HESKES
MADELEINE
Iedere
keer als ik het graf van mijn schoonouders bezoek
kom ik langs de kindergraven, waar ik even bij stil
sta en aan mijn tante denk, die bij iedere ontmoeting
over Madeleine praat. Madeleine was de middelste
van mijn nichten, petekind van mijn moeder, ik vond
haar de leukste van de drie en vind het, na 39 jaar,
nog steeds jammer, dat ik haar nooit echt mocht
leren kennen. Ze stierf op 17jarige leeftijd aan
leukemie.
Mijn
oma van vaders kant overleefde haar beide kinderen
om een paar jaar, verschrikkelijk, als je door de
tachtig bent en overgrootmoeder, en je moet ziekbed
en sterven van je eigen kinderen meemaken, terwijl
je jezelf klaar vindt om dit aardse leven te verlaten.
Ook al heeft men al lang volwassen kinderern en
hoe oud menook wordt, ze blijven altijd je kinderen.
Zo kan ik mij goed voorstellen, dat het verlies
van en baby of een al wat ouder kind altijd diep
in je hart blijft schrijnen, en dat is ook goed
zo, want het was je bloedeigen kind.
HEIDI
NIJHOF-MÜHLEMANN
VADERS
Het
bevreemdt me altijd dat dit soort reportages door
vrouwen beheerd worden. Ik ben een man van 47 jaar
en heb twee kinderen op jonge leeftijd verloren.
Het is bewezen dat verdriet heel persoonlijk ervaren
wordt. Dat de vrouw schijnbaar meer over emoties
kan vertellen, ook altijd de vraag krijgt van: 'Het
moet verschrikkelijk voor jou zijn'. De meeste aandacht
gaat uit naar de moeder. Naar andere gezinsleden
wordt nauwelijks geïnformeerd. Vaders lijden
ook, misschien durven ze onder druk van ons Nederlands
machocultuur hun emoties niet aan te geven. De man
is degene die tenslotte het gezin bij elkaar houdt.
Men bepaalt dat de moeder mag huilen en verdriet
mag hebben, van vader wordt verwacht dat hij na
drie weken op kantoor weer de oude is. Veel gebruikte
clichés zijn: Joh, werken is de beste oplossing.
Je kan maar beter bezig zijn, Je moet verder, het
leven gaat door. Over een paar maandjes zijn de
scherpste kantjes er wel af. Je moet het een plekje
geven. Dit zijn voor hen goedbedoelde en domme teksten
van mensen die al in de war raken als de wind van
de verkeerde kant komt. In eerste instantie probeer
je de mensen les te geven in rouwleer, word je kwaad
als zij je niet begrijpen. Een plaatsje geven? Waar,
in de garage? Op zolder? Wat bedoel je nou? Nu is
er de gelatenheid. Uw stukje heb ik aandachtig gelezen
en het werd me duidelijk dat over vaders nauwelijks
gerept wordt. Ik ben ook wel van mening dat de moeder
door de zwangerschap, met het kind een speciale
band krijgt, welke door vaders nu eenmaal niet op
deze manier ervaren kan worden. Ik heb na het verliezen
van mijn tweede zoon een boek geschreven, het eerste
wat de journalist van het Brabants Dagblad vroeg:
'Ik dacht dat mevrouw dit geschreven had'.
Ik
had schijnbaar met een vrouwenhand geschreven. Ik
vroeg de reporter of een vader niet op deze manier,
vol liefde, over zijn zoon mocht schrijven. Mijn
hart is ook gebroken, de toekomst is duidelijk een
andere geworden. In het algemeen gaat men stoïcijns
met de opvoeding om. Het geld voor de studie wordt
al tijdens de zwangerschap opzij gezet. Het liefst
zou een kind drie maanden na de geboorte moeten
praten, schrijven, voetballen of tennissen, of zelf
naar de crèche moeten fietsen. Men beseft
het voorrecht van een kind hebben niet. Dit zal
natuurlijk niet voor iedereen opgaan. Na verlies
van je kind of kinderen verandert je personage.
De gesprekken met lotgenoten verlopen anders. Wat
me opvalt is dat meestal vrouwen de gesprekstof
beheren. De vaders zitten er vaak stil bij. Ik ga
meestal de gesprekken met de vaders aan. Het blijkt
dat veel vaders problemen op het werk hebben, thuis
zo goed mogelijk de partner van steun te voorzien.
Hierdoor ontstaat vaak een introverte houding. Dit
wordt door onze snelle economische maatschappij
sterk onderschat. Ook word ik kwaad als collega's
soms respectloos over hun kinderen praten. 'Hij
of zij kan niet naar de havo, hij of zij moet speciaal
onderwijs hebben'. Als vader van overleden kinderen
komt dit hard aan. Is dit liefde voor je kind? Uw
reportage vond ik sterk, met name naar de moeders
toe. Ik voelde me enigszins ongelukkig met het feit
dat niet alleen de moeder het moeilijk heeft maar
ook de andere gezinsleden. Ook voor hen is de toekomst
een andere geworden.
CEES
BRAVENBOER
KLEINDOCHTER
Vorig
jaar is onze kleindochter Loesje na vier weken overleden.
We wisten al vóór haar geboorte dat
ze hooguit slechts enkele weken zou kunnen leven.
Het proces van het doormaken van het leed van je
eigen kind heb ik direct verwoord in een artikel
dat een maand na de begrafenis is verschenen in
het vakblad van mijn beroepsvereniging voor hypnotherapeuten
(NBVH), Teth. Het was een registratie van mijn eerste
reacties; nu zou ik er wat genuanceerder over publiceren.
JAN
IN 'T VELD
SCHOK
Mijn
zoon is op 11 september 2003 op 31-jarige leeftijd
plotseling in zijn slaap overleden. Hij was eigenlijk
nooit ziek. Hij zorgde alleen voor zijn twee kindertjes
van vijf en zes jaar oud en is 's morgens door zijn
zoontje van vijf dood in bed gevonden. Hij had na
een paar hele moeilijke jaren zijn leven en dat
van zijn kinderen weer op de rails gekregen en net
toen het leven weer geordend was, ging hij dood.
U zult begrijpen wat een schok dit voor mij en zijn
zus van 32 jaar was die twee weken daarvoor haar
man, die negen maanden in het ziekenhuis had gelegen
met leukemie, had verloren. Zij bleef alleen achter
met drie jonge kinderen waaronder een baby van zeven
maanden oud die haar vader dus nooit heeft leren
kennen. Mijn leven is nu het zorgen voor mijn dochter
en kleinkinderen geworden, wat ik heel graag en
met liefde doe, maar ik mis de steun van mijn grote
sterke zoon verschrikkelijk.
ANONIEM
GEHAVEND
Een
heel dramatisch klinkende kop voor deze oproep,
maar iets dramatischer is er ook niet! Je bent echt
getekend voor het leven. De kunst is deze vreselijke
gebeurtenis deel te laten worden van jouw leven
en daarbij langzamerhand dit leven van jou ook weer
belangrijk te gaan vinden. Mijn prachtige zoon Marco
verongelukte op vijftienjarige leeftijd door onverantwoordelijk
gedrag van anderen en ook ikzelf pijnig mij nog
steeds met schuldgevoelens. Ik mag wel zeggen dat
de avond van zijn dood de meest gruwelijke avond
van mijn leven was en zal zijn; te worden geconfronteerd
met je leeggebloede kind met al een stokje onder
zijn kin om zijn hoofd te steunen (terwijl ik dit
tik begin ik te bibberen). Ons gehavende gezin leeft
in twee tijden: voor en na Marco, ik denk heel herkenbaar
voor lotgenoten... De eerste jaren kon ik niet anders
dan er met iedereen over praten, ik zocht hem, 's
avonds bij zijn school, in de stad, zocht overal
in zijn kamer of hij misschien ergens iets had opgeschreven
voor mij. Mijn verdriet ben ik nooit uit de weg
gegaan en ik realiseer me heel goed dat dit vaak
pijnlijk was voor anderen, maar wie had er meer
pijn? Ik herinner me dat ook mijn hele lichaam zeer
deed. Nu praat ik er veel minder over, maar dat
komt ook omdat ik mij terdege realiseer dat mensen
die dit verdriet niet hebben meegemaakt, niet kunnen
invoelen wat jij meemaakt(e). Het 'grappige', als
ik dit woord kan gebruiken, vond ik dat op dezelfde
pagina een stukje stond over liefdesverdriet. Direct
na de dood van Marco heeft zijn vader ons al liegend
en bedriegend de rug toegekeerd en probeerde hij
een nieuw leven op te bouwen in Polen, met dien
verstande dat hij nooit duidelijk maakte aan mij
wat hij echt wilde, zodat deze onzekere periode
maar liefst zes jaar duurde, waarna ik de knoop
doorhakte en een scheiding aanvroeg; ook dit was
erg pijnlijk. Toch, de pijn van de scheiding is
geheeld: je man is een deel van je huwelijk, relatie,
maar je kind is een deel van je lichaam. Ik ben
opnieuw getrouwd met een lieve, zorgzame man, een
echte kerel, dus inderdaad: genoeg vissen in de
zee. Maar met deze man kan ik niet de pijn delen
over Marco, het verdriet dat de vader van Marco
ook had, maar dit jammer genoeg niet kon delen met
of uiten aan anderen. Deze pijn gaat nooit weg,
ik begon al te huilen bij het vluchtig doorlezen
van deze pagina. Ik hoop gelukkig wel op een lang
leven, ben niet bang voor de dood, maar spring met
het woord geluk heel voorzichtig om. Het verlangen
naar Marco is erg, dat heimweegevoel, het onherroepelijke.
Ook als je nu mensen ontmoet, die mij leren kennen
in mijn huidige situatie, is het moeilijk te accepteren
dat ze echt niet hoeven te weten hoe mijn leven
er eerst uit zag: men kan zich hier toch geen voorstelling
van maken, ze weten niet dat behalve mijn twee prachtige
dochters ik ook een zoon heb, had, koester, hoe
moet ik dat zeggen?
Ik
zou nog uren door kunnen gaan, maar ik vermoed dat
jullie genoeg reacties zullen krijgen. Jullie erkenning,
dat het echt zo vreselijk is (ziek van verdriet),
helpt ons ook een beetje.
R.
MONDEEL-HERSCHEIT
MOE
Niet
levensmoe, wel moe van het leven. Zo voelt dat inderdaad
als je je kind verliest.Ik
vond mijn 18-jarige zoon dood en ik voelde letterlijk
mijn ziel uit mijn lichaam trekken. Ik moest mezelf
uit alle macht dwingen adem te halen, om door te
leven voor mijn andere kinderen. Het is veertien
jaar geleden, maar nooit meer heeft iets echt mijn
hart geraakt en nooit meer kwam er iets echt uit
mijn hart, hoe wanhopig ik ook probeerde en nog
steeds probeer. Ik houd echt hartstochtelijk veel
van mijn kinderen, maar toch... dat ragfijne, intens
voelen is voorbij; alsof mijn hart in glas gegoten
is. Wat deed en doe ik met het verlies? Ik probeer
ermee te leven. En ik schrijf, dit soort dingen:De
eenzaamheid voorbij, de pijn van het gemis, de leegte
van gevoelloos wachten
op, weer houden van. Zo nooit.... wat dan?
ANONIEM
VERMOORD
Mijn
zoon is vermoord, op 5 februari 2002, zijn dood
werd op 6 februari vastgesteld. De mogelijkheid
om de betreffende krantenartikelen bij te voegen,
is er niet. Daar zou ik wel graag gebruik van maken.
NELL
COLLEGA
In
mijn directe omgeving heb ik een vrouw gekend die
zwanger was. De maanden verstreken en het zag er
niet naar uit dat er complicaties zouden kunnen
optreden. Alle controles verliepen spoedig, zonder
problemen. Ze was zwanger van een tweede kind. Ze
kende het klappen van de zweep. Wij, als collega's,
waren erg benieuwd en nieuwsgierig naar de baby
die komen zou. Zes weken voor de bevalling ging
ze met zwangerschapsverlof. Enkele dagen voor de
werkelijke uitgedokterde datum, ging er iets mis.
In het ziekenhuis kwamen ze erachter dat het kind
niet levensvatbaar genoeg was. Althans, het zou
als een kasplant in leven gehouden worden. Het was
voor mijn collega een enorm moeilijke beslissing
of ze dat kind wilde behouden. Het kind koos zelf
te sterven in haar armen. Een knop van een apparaat
hoefde niet kunstmatig omgedraaid of stilgezet te
worden. De natuur had zijn werk gedaan. Toch was
het verdriet enorm. Want negen maanden verliep alles
vlekkeloos. De doktoren ontdekten niets daarvoor.
Wij kregen een paar dagen na de bevalling te horen
dat het kind, een zoon, overleden was. Verslagenheid
was groot onder ons. Als je zelf vader en of moeder
bent, dan weet je hoe het is, als je kind ziek of
verdrietig is. Maar een kind verliezen, dat moet
men zelf ervaren om te weten hoe het is en voelt.
CLEO
P.
STERRETJES
Samen
met mijn echtgenoot heb ik zes kinderen. Helaas
zijn drie van hen overleden.Een
tweeling, twee jongetjes, vlak voor en na de geboorte.
Waarschijnlijk door een complicatie. Later hebben
wij een dochter gekregen die erg ziek bleek te zijn.
Na 38 dagen is zij overleden. Het pijnlijke is dat
het twee op zich staande redenen zijn. Wij hebben
nog vaak verdriet over het verlies van onze kinderen.
In juli 2003 hebben wij een kerngezonde dochter
gekregen. Nu zie je pas echt wat het verlies van
een kind met je doet. Elke mijlpaal doet veel pijn.
Gelukkig kunnen wij er over praten en dat doen wij
ook veel en verder zijn wij vastbesloten om onze
kinderen en onszelf ondanks alles een fijn leven
te geven. De geboorte van onze jongste dochter heeft
ons hele gezin heel erg veel goed gedaan. Wij zijn
erg blij dat wij deze stap hebben gezet. Ze is het
derde zonnetje in huis. De andere drie sterretjes
zullen wij nooit vergeten. Ze horen bij ons leven.
NANDA
GRIP
DRAMA
Op
31 juli 1994 een drama op de snelweg van Haarlem
naar Amstelveen. Een Porsche, met een snelheid van
220 km per uur, rijdt een bestelbus aan met daarin
een vader, moeder en twee kinderen. De bus schaart
en glijd het taluud af en komt op z'n kop in de
sloot terecht. De vader en moeder overleven ternauwernood
het ongeluk, maar de twee kinderen zijn dood. In
een overlijdensverklaring van de arts is verdrinking
de doodsoorzaak, maar wat de werkelijke oorzaak
was zal nooit meer achterhaald kunnen worden. Een
van die twee kinderen was mijn dochter Leonie van
twaalf jaar. Ik heb het ongeluk niet zelf meegemaakt,
het was haar vader met zijn gezin die dit drama
overkwam. Hij verloor twee kinderen. Ikzelf was
op het moment van het ongeluk met vakantie in Duitsland
met mijn andere kinderen en mijn huidige echtgenoot
een camping in Saarburg, Leonie zou een week later
komen, omdat haar vader had besloten te gaan trouwen
in dat jaar (1994) en daar wilde ze natuurlijk graag
bij zijn. Het laatste telefoongesprek heb ik met
haar gehad op woensdagavond, voordat ik op donderdag
vertrok. Haar laatste woorden waren: 'Mam ik ben
zo weer bij je, het weekend is zo om'. Ik moet nog
vaak aan die woorden denken, ze heeft de betekenis
van die woorden niet kunnen bevroeden, ook zei ze
vaak: 'Als ik twaalf ben ga ik bij mijn vader wonen'.
Ze was twaalf en ging bij me weg. Ik heb vaak gedacht
of ze nu bij haar 'vader' woont, het is maar hoe
je dat woordje vader uit wilt leggen. We kregen
het bericht aan het eind van die zondagmiddag via
een koeriertje van de camping. Ik zal het nooit
van mijn leven vergeten: een jongen op een brommertje
met een geel briefje in zijn hand met een telefoonnummer.
We moesten bellen naar Nederland naar mijn ouders.
In 1994 waren de mobiele telefoons nog niet aan
de orde, dus wij naar een telefooncel. Mijn man
belde naar Nederland en kreeg te horen dat Guus,
mijn ex-man, een auto-ongeluk had gehad en we zelf
naar Haarlem naar het Elisabeth Gasthuis moesten
bellen. Op dat moment wist ik en zei dat ook 'ze
is dood'; iets in me zei dat ze niet meer in leven
was. Als moeder voel je dat direct aan, ik tenminste
wel. Mijn man noemde zijn naam toen hij het ziekenhuis
belde, werd direct doorverbonden en kreeg te horen
dat ze er alles aan hadden gedaan, maar helaas waren
de kinderen overleden. Wat er dan door je heen gaat
is niet te beschrijven, de aarde gaat onder je voeten
open, je wilt niet meer denken, alle spieren in
je lijf zijn slap, je bent als een lappenpop. Dan
begint het hele circus te draaien, je andere kinderen
zijn dol van verdriet, gillen en schreeuwen, mensen
kijken naar je, lopen voor je weg want verdriet
en vooral iets als het doodgaan van je kind maakt
je tot een eng object. We hebben een autorit van
vijf uur gemaakt, het waren de zwaarste vijf uren
van mijn leven.
Tot
aan de begrafenis word je wel beziggehouden, er
lopen vijf dagen mensen in en uit je huis, regelen
van alles, zelf leef je in een droom, een roes.
Het is niet waar, ze komt zo weer thuis, ze houdt
me voor de gek. Dat gevoel van 'ze komt weer thuis
op een dag' heb ik lang gehad. Ik weet nog dat toen
de afdekplaat op haar graf werd geplaatst ik in
paniek was, want stel ze wil eruit, dan kan dat
niet meer.
In
de week dat ze nog niet was begraven, ben ik op
een avond op m'n blote voeten naar de overbuurman
gegaan, heb daar aangebeld en gezegd 'help me alsjeblieft,
m'n kind is dood'. De buurman is psychiater, de
beste man was overdonderd en zei: 'ik kom er zo
aan'. Later vertelde hij dat hij compleet uit het
veld geslagen was en even niet wist wat te doen,
maar dat is allemaal goed gekomen. Ik ben ruim een
jaar bij hem onder behandeling geweest en dat heeft
me enorm geholpen. Helaas hebben niet alle ouders
het geluk van professionele hulp. Drie maanden na
de dood van je kind val je in een zwart gat, de
maatschappij en je vrienden leven weer hun leven,
wat ook heel normaal en goed is, maar mijn leven
was op 31 juli 1994 een stuk opgehouden te bestaan.
Ik ben zelf een stuk mee dat graf ingegaan, je gaat
zelf ook een stukje dood. Mijn moeder werd ziek
en ging precies tien maanden na Leonie dood, ze
wilde niet meer en zei ook 'ik ga naar Leonie',
en ze ging. Ja, rouwen om de twee meest elementaire
en dierbaarste mensen in je leven die weggaan uit
je leven. Rouwen om mijn moeder ging niet, dat is
een onmenselijke opgave, daar was nog lang geen
ruimte voor, en eigenlijk weet ik niet na negenenhalf
jaar of ik er ooit aan toegekomen ben. Ik heb in
de achterliggende jaren geknokt om het hoofd boven
water te houden, ben ook met uw krant in contact
getreden en jullie hebben er uitgebreid verslag
van gedaan. Ik heb geknokt dat het recht moest zegevieren
en dat de dader er niet zonder straf vanaf zou komen,
en heb daarbij de media niet geschuwd. Naar aanleiding
van uw artikel zijn er zelfs Kamervragen gesteld.
Ik heb het gevoel dat ik er een klein steentje aan
heb bijgedragen dat de wegenverkeerswet is aangescherpt.
Verder ben ik van alles gaan doen, ben twee jaar
vrijwilligster geweest bij slachtofferhulp. Heb
heel veel geleerd over het invullen van je leven,
bij de pakken neerzitten is niemand bij gebaat en
zeker jezelf niet. Op dit moment schilder ik en
wil ik een portret van Leonie gaan schilderen.
INA
BORSBOOM-SANNESWIJ
JUSTIN
Ik
ben mijn tweede zoontje verloren na 24 weken zwangerschap.
Ik denk dat je na zo'n ervaring nooit meer hetzelfde
bent. Zo ervaar ik het tenminste. Ik heb na Justin
(ons tweede kind) toch nog een gezonde dochter gekregen,
maar het verdriet blijft. Soms betrap ik mezelf
erop dat ik toevallig een dag niet aan Justin heb
gedacht. Maar over het algemeen gaat hij elke dag
wel een keer door mijn gedachten. Ik denk ook vaak
aan hoe zou hij er nu uitzien? Zou hij ook al kunnen
lopen? Allemaal dingen die ik me weleens afvraag
als ik naar mijn dochtertje kijk. Want eigenlijk
had hij er nu moeten zijn. Ik ben ontzettend gelukkig
met mijn dochtertje en mijn eerste zoontje, maar
Justin had ik er ook zo graag bij gewild! Kortom,
de stelling klopt: ik ben inderdaad voor het leven
getekend!
MIEKE
GOD
In
1991 verloren wij onze zoon op 22-jarige leeftijd.
Bij de dood van je kind staat heel je leven stil
en zou je zelf ook het liefst dood willen zijn.
Na nachten van slapeloosheid was daar die morgen
dat ik de vogels weer hoorde fluiten en besefte
dat ook ik leven mag. Er is niet één
dag dat ik niet aan mijn jongen denk en zoveel hij
van mij heeft geleerd, heb ik van hem mogen leren,
een groot goed. Ook de herinneringen aan hem en
de verhalen over hem, wij houden hem levend in ons
leven en delen de liefde voor hem met onze kinderen,
elkaar en de kleinkinderen, zo blijft hij met ons
verbonden door de dood heen, want ik weet; hij leeft
bij God en zo blijven we door de Liefde met elkaar
verbonden.
RIA
BERKELAAR-WIRSING
ANGST
Eind
november 1991 is mijn jongste zoon overleden op
21-jarige leeftijd. Mijn man stierf twee maanden
ervoor. De eerste jaren dacht ik 'gewoon' door te
kunnen gaan, maar stortte uiteindelijk in. Nu heb
ik mijn manier gevonden om er mee te leven. Als
ik depressief ben - wat ook weer overgaat - laat
ik dat gaan. Op Oliviers verjaardag koop ik een
cadeau voor mezelf, iets blijvends, zodat hij nu
en in de toekomst deel uit blijft maken van mijn
leven en dat van mijn oudste zoon en zijn twee kinderen.
De kleinkinderen zijn een troost en angst tegelijk.
De angst die mij af en toe bevangt, duw ik weg omdat
ik nu van die kleintjes wil genieten: geen zorgen
voor morgen.Ook
lichamelijk heb ik de afgelopen jaren qua gezondheid
veel ingeleverd.
T.
DOBBE
TABOE
Ik
vind het heel erg goed dat daar eens aandacht aan
besteed wordt. Het is een soort van taboe, het rouwen
om een kind, en de maatschappij lijkt deze mensen
buiten te sluiten. Ik reageer op uw oproepje: ik
heb inderdaad ook een kindje verloren. Mijn kindje
werd te vroeg geboren en moest daardoor overlijden.
Het gat waar je in terechtkomt, de onmacht, het
ongeloof. Het gemeden worden door mensen in de omgeving
(zelfs familie!). Allemaal vreselijk. Het lijkt
alsof niemand wil weten van al dit verdriet, niemand
wil het horen lijkt het wel, er is geen ruimte voor.
Net als Anne-Marie Vermaat ben ook ik verbonden
aan Lieve-engeltjes.
SABINE
PIJN
Ook
ik heb een kind verloren. Het is inmiddels ruim
twintig jaar geleden, maar mis haar nog steeds.
Dat gaat nooit meer over. Ook ik denk nog steeds
hoe of wat zou Marjolein er van vinden. Bij bijna
alles wat ik doe of wat er gebeurt, denk ik altijd
aan Marjolein. Zou zij dit ook leuk vinden of erg?
Ook dat blijft, net als de pijn. Ik noem het heimwee
hebben. Kan ook nu nog steeds huilen als ik over
Marjolein begin. Ook nu ik dit typ. Toch gaan in
de loop der jaren de scherpe kanten van het verdriet
eraf. Gelukkig maar. Anders is er niet mee te leven.
Ik ben, omdat ik er alleen voor stond, op dat moment
vrij snel weer gaan werken. Ik had het geld heel
hard nodig, de afleiding ook. Had en heb nog een
dochter voor wie ik moest zorgen. Ook de vriend
van Marjolein die zij toen had, had mij nodig. Met
ons drieën moesten wij hier doorheen. En het
is gelukt. De buitenwereld vond het raar dat ik
weer ging werken, volgens hun had ik gek of op z'n
minst ziek moeten zijn. Maar Marjolein zit in mijn
hart en hoofd, waar ik ook ben en wat ik ook doe.
Toch denk ik dat Marjolein mij heeft geholpen. Ik
kreeg namelijk op dat moment werk waarvan ik zeker
wist dat zij dat fijn had gevonden. En volgens mij
helpt ze nog. Ik heb inmiddels een kleinzoon en
vertel hem graag over z'n tante. Bij mijzelf denk
ik dan weer hoe zij dat gevonden zou hebben. Ook
denk ik vaak of zij nu getrouwd zou zijn en misschien
ook kinderen zou hebben. Zo heb ik nog steeds al
Marjoleins spullen, kleren, alles. Ik kan ze niet
weg doen. Net of ik haar dan ook weggooi. Marjolein
is verongelukt op de markt in Eindhoven, ik was
er zelf bij. Bij het slopen van een oud pand ging
er iets vreselijk mis en daar werd Marjolein het
slachtoffer van. Hoe vaak ik niet denk, waarom zij
en niet ik? Wij liepen naast elkaar. Waarom niet
een van die oude mensen die er stonden te kijken?
Marjolein was pas 19 jaar, een heel leven voor zich.
Ook het schuldgevoel blijft. Had ik haar niet om
moeten duwen of misschien juist niet moeten zeggen
dat ze moest bukken? Ik weet het niet. Het blijft
knagen. Heb enige tijd gesprekken gehad met iemand,
gehuild, gegild, gevloekt ook. Het luchtte soms
op. Maar je moet het verder alleen doen. Ik ben
er gekomen door het op mijn eigen manier te doen:
afleiding zoeken als ik daar zelf zin in had. Wat
een ander daar ook van vond. Marjolein heb ik thuis
in een urn staan. Is er gewoon bij. Al is het maar
voor mijn eigen gevoel. Ik wens iedereen die een
kind kwijt is geraakt heel veel sterkte en steun
toe. Doe het op je eigen manier. Er komen echt weer
andere tijden. Vergeten doe je ze nooit. Mag ook
niet. Zij zullen altijd aanwezig zijn in afwezigheid.
MARJO
BROUWER
BUS
Op
24 juni 2002 hebben mijn vrouw en ik ons drieënhalf
jarige dochtertje op een zeer gewelddadige manier
verloren. Wij kwamen net terug van vakantie en liepen
met onze bagage op het Schipholplein op weg naar
de taxi. Mijn vrouw liep met de kleinste, net een
jaar, voorop. Ik liep met de bagagetrolley achteraan.
Mijn dochtertje van drie zat op de koffer op de
trolley. We liepen op het trottoir. Wij hoorden
een bus loeihard toeteren achter ons. Ik dacht nog:
'Gelukkig lopen we op het trottoir'. Het moment
dat ik dat dacht, raasde de bus ons voorbij en wel
zo dicht langs de stoeprand dat hij haakte aan het
parasolletje wat ook op de trolley lag. In minder
dan een seconde zag ik dat Janita opgezwiept werd
en onder de achterwielen van de bus kwam. Ze was
op slag dood. Ik zag dat de buschauffeur gewoon
doorreed. Op uw vraag hoe wij daarmee zijn omgegaan:
we zijn er nog lang, lang, niet mee klaar.
F.
HESS
KRACHT
Ik
ben Mien, de moeder van drie jongens. Willem Jan,
de oudste, en Eric en Edwin,een
tweeling. Edwin is op 30 september 1995 overleden
aan een hersentumor. In april 1995 werd dit ontdekt.
Van april tot september hebben wij een heel fijne
tijd met elkaar gehad. Edwin heeft alles gedaan
wat hij op dat moment nog kon als 15-jarige jongen.
Opeens kan je niet meer goed lopen, het praten werd
minder. Het was een jongen die op een gegeven moment
zei: 'Mam, als ik niet kan lopen, oké. Als
ik niet kan praten, dan schrijf ik het wel op. Maar
als ik jullie niet meer kan zien omdat ik blind
word, dan hoef ik niet meer'. Dit heeft hij gelukkig
niet meegemaakt. Hij is thuis rustig ingeslapen.
Wat voor Edwin het beste was. Er was geen toekomst
meer in de zin van leven. Voor ons kwam een tijd
van rouw en ongeloof. Ook mensen die je ontlopen,
omdat ze er geen raad mee weten. Dan ben je op elkaar
aangewezen. Wat belangrijk is, is dat je het allemaal
op je eigen manier een plekje kan en wil geven.
Edwin is altijd bij ons in de zin van voelen en
praten. Wij hebben ook nog steeds drie jongens,
dat verandert nooit. Van buiten zien de mensen niets,
maar je bent onzichtbaar gehandicapt. Een plekje
wat leeg aanvoelt, maar er ook wel weer is. Onze
huisarts is de weken erna een keer per week langs
geweest om te praten of alles wel ging. Dat is op
zich wel prettig. Kennissen en vrienden kunnen er
niets mee. Sommigen komen niet meer, dus er blijft
weinig over. Het is nu negen jaar later; je staat
ermee op en gaat ermee naar bed. Maar ons leven
is er wel hechter door geworden. Wij hebben Edwin
vijftien jaar mogen lenen en moesten hem weer veel
te vroeg afstaan. Het leven is net een bibliotheek:
het ene boek is dik, dan ben je oud, dit boek was
dun, nog niet goed gelezen, veel te jong. Uit respect
voor Edwin zijn wij er door gekomen en laten ons
hoofd niet hangen. De kracht die hij had en heeft,
leeft in ons vieren voort.
MIEN
WAAROM?
Helaas
heb ik ermee te maken gehad. Mijn zoon is op 12-jarige
leeftijd verongelukt en hij was op slag dood. Tja,
hoe ga je daarmee om? Eerst leef je in een soort
roes; je denkt steeds dat het niet waar is, maar
langzaam dringt het tot je door dat het wel waar
is en dan moet je verder. Maar hoe? Er is geen pasklare
handleiding voor rouw(verwerking) en je doet het
gewoon. En dan besef je dat je sterker bent dan
dat je gedacht had. Je gaat door met leven. Het
verdriet slijt langzaam met de tijd en je tranen
drogen op, maar het gemis blijft. Het verdriet komt
af en toe weer naar boven, vooral op feestdagen,
verjaardagen of tijdens belangrijke gebeurtenissen.
Dan is er steeds weer die vraag: waarom? Ik heb
mijn verdriet een plaatsje gegeven door er over
te schrijven in de vorm van gedichten. Ik heb ze
op het internet gezet en deel zo mijn verdriet met
vele andere lotgenoten. Zo wil en kan ik een schouder
zijn voor hen die, net als ik, een dierbare hebben
verloren.Een
gedicht wat veel mensen aanspreekt die ermee te
maken hebben, luidt:
IK
MIS JE
Ik
mis jouw rommel in de gang.
Ik
mis jouw kusje op mijn wang.
Ik
mis jouw kleren in de was.
Ik mis jouw vrienden uit de klas.
Ik mis jouw muziek.
Ik mis jouw kritiek.
Ik mis jouw stampen.
Ik mis jouw 'rampen'.
Ik mis jouw vragen.
Ik mis jouw klagen.
Ik mis, ik mis zoveel van jou,
voor nu en altijd
mis ik.... ik hou van jou.
Meer
gedichten van mij vind je op www.dagliefje.nl
ANNITA
WILS-VAN RUMPT
GEAMPUTEERD
Ik
heb zeker een mening, maar kan mij gevoelens op
dit moment niet goed onder woorden brengen door
de pijn van mijn 'geamputeerde ziel' na de dood
van mijn lieve zoon Maurits, die bijna 29 jaar geworden
is. Dit artikel is zeker wel een enorme herkenning
van alles wat tijdens het rouwproces met je gebeurt.
Ik wil zeker een ander keer op mijn mening terugkomen,
maar zou nu dolgraag meer willen weten over de Stichting
Lieve Engeltjes van Annemarie Vermaat.
MILLETTE
MEDISCHE
FOUT
Michiel
Robin. Verwacht eind februari 1979, overleden 10
januari 1979.
Ook
wij hebben een zoon verloren, maar dan een zoon
die door een medische fout, na ruim 34 weken zwangerschap,
niet geboren mocht worden. Maar ik moest hem wel
baren. Wat waren wij jong, mijn man en ik. Totaal
niet opgevoed met omgaan met gevoelens, verwerken
van verdriet. Wat er dus gebeurde, was dat mijn
echte binnenvetterman gewoon weer aan het werk ging.
Toen we hoorden dat Michiel dood was, heeft hij
in een razernij van verdriet de babykamer opgeruimd.
En daar zat ik, alleen, met kranten, reclames en
tv-programma's die allemaal over baby's gingen.
Steun had ik niet. Mijn moeder en broers konden
immers ook niet met gevoelens overweg? Mijn oudste
broer is door die enorme bergen sneeuw die er toen
lagen als enige bij me geweest, verder moest ik
het zelf zien te klaren. En ik heb het dus niet
verwerkt. Nu pas, sinds een jaar of vier (!), ben
ik er achter dat dat niet betekent dat je het weg
werkt, maar er leert mee om te gaan. En dat kunnen
we nu steeds beter. Wat ik wil geven als mening:
heb openlijk verdriet, praat erover zolang het nodig
is, steeds maar weer. Maar vergeet niet dat het
leven doorgaat, en geleefd dient te worden, dat
het leven niet bestaat uit alleen verdriet, maar
ook heel veel moois. En dat je dus toch nog gelukkig
kunt zijn.
ANONIEM
VERBODEN
Zeseneenhalf
jaar geleden is mijn zoon overleden aan aids, 32
jaar oud of beter gezegd 32 jaar jong. Er gaat geen
dag voorbij dat ik niet aan hem denk, mis hem ook
nog steeds heel erg. Dat niet bang meer zijn voor
de dood, ja zelfs er naar verlangen, is heel herkenbaar,
ik heb eens tegen iemand gezegd 'gelukkig ben ik
niet zo jong meer, dus heel lang hoef ik geen verdriet
meer te hebben' (ik ben nu 63). Nu gaat het best
wel goed, ik kan intens genieten van de kleine dingen,
mijn huis, mijn dieren, de tuin, een mooie dag,
een mooie film etc. etc. Dat houdt mij op de been.
De eerste drieënhalf jaar heb ik als een soort
zombie rondgelopen, realiseer ik me nu. Niets raakte
mij meer echt. Daarna ging het langzaamaan beter.
Wrang is dat ik inmiddels het contact met mijn nu
nog enige zoon heb moeten verbreken. Moeten, want
ik trok het niet langer meer. Zoveel onbegrip, zo
vaak door hem gekwetst, hij verwijt mij van alles
en nog wat. Zelf heeft hij meteen de dood van zijn
broer verdrongen, paste niet in zijn leven. Druk
bezig met zijn carrière, zijn gezin. Het
was 'verboden' om over Stefan te praten. Terwijl
ik juist, zeker vlak na zijn dood, er behoefte aan
had om over Stefan te praten. Maar zoals gezegd,
gelukkig gaat het nu echt goed en wat heel belangrijk
is, ik sta weer open voor andere mensen.
ELLY
STOM
VERLOREN
Ja,
wat daar staat klopt precies, getekend voor het
leven. En dat leven wordt nooit meer wat was. Hoe
je ook je best doet de draad weer op te pakken het
gaat niet over. En ik wil het eigenlijk niet ook.
Zo noem ik het. Wij, mijn man en ik, zijn onze zoon
verloren die toen 13 jaar was. Het mooiste mannetje
van de wereld was het voor ons. En weg was-ie. Zelfdoding.
Om ons achter te laten in een gat zo zwart en diep
dat je hersenen dit eigenlijk niet kunnen bevatten.
Zes jaar later verliezen we onze enige dochter van
31 jaar oud. Gezond geweest tot haar 13e levensjaar.
Een zeer zeldzame hersenziekte maakte een einde
aan alle functies na 18 jaar ziek te zijn geweest.
Weer sloeg het noodlot toe. Ik werd zelf ook nog
ziek, ja. Kreeg borstkanker. De tumoren kwamen steeds
terug, ik werd negen keer geopereerd en ik moet
u zeggen dat de laatste keren dat het er weer was
het voor mij zelf niet meer hoefde, maar ik werd
er attent op gemaakt dat ik een lieve man had die
van mij hield en nog een zoon had die ook veel hield
van mij en wij inmiddels een kleinzoon hadden gekregen.
Ik dacht ik laat het komen zo het komt. Ik zou u
een boek vol kunnen praten, en over de tranen niet
gesproken. Maar ik ben er van overtuigd dat je niet
doodgaat van verdriet, wel door die dingen die je
dan nalaat te doen en die zouden dan het proces
kunnen versnellen. Maar je kunt ook kiezen, ze in
je hart vast te houden en ze nooit meer los te laten.
Want dat hebben ze beiden echt verdiend. En ik ben
blij dat iedere dag die erna is gekomen ik weet
dat ik de liefste en beste moeder ben geweest die
er was. Ik heb gevochten als een terriër voor
ze. En ik had mijn leven voor ze willen geven, maar
dat gaat niet. Dat zijn woorden. Maar ik heb verloren,
dat wel. Want we hebben zo ons best gedaan om te
houden wat we hadden, maar dat hielp niet. Maar
wat ik zeker weet is dat we zoveel van hen hebben
gehouden dat ik daar de rest van mijn leven die
gedachten kan koesteren. Wij hebben zoveel van hen
gehouden en nog. Maar dat hielp niet. Weg zijn ze
uit ons leven. En je weet pas wat je kwijt bent
als je het niet meer hebt. Ik ook heel veel gelezen
en nagedacht en gesproken met mensen die het zouden
moeten weten hoe het gaat met ouders die dit meemaken.
Niemand kan je verdriet wegnemen, de tumor in mijn
borsten wel en soms werkt dat. Het blijkt wel ik
leef nog steeds. En ik moet er bijzeggen, ik ben
niet ongelukkig. Hoe gek dit mag klinken. Het enige
wat ontbreekt zijn mijn twee kinderen, maar dat
kan ik niet veranderen en zal ook altijd blijven.
Het is niet anders. Zelfs aan mijn kanker denk ik
zelden ik volg wel alle ontwikkelingen op het gebied.
En ik heb het toch echt gehad. Maar zelfs dat is
vergeleken bij de dood van je kinderen niet zo erg
meer. Wij zijn zo anders naar de dingen gaan kijken
ik zal u zeggen dat mijn lijfspreuk is geworden
deze. 'Het is heel erg dat ik twee kinderen heb
moeten verliezen om te weten wat ik nu weet'. En
dat is het. Wij weten nu waar het om draait in het
leven. Geloof ons echt. En ze verdienen het dat
ik nog elke dag, elk uur, elke minuut, elke seconde
aan hun denk.Ik
hoop dat ik iets heb zou kunnen bijdragen voor andere
vaders en moeders, broers en zusters en opa's en
oma's.
COBY
RIETDIJK-SCHOTEL
LEVENSLANG
Onze
dochter Jessica was slechts 12 jaar toen zij onder
een vrachtwagen kwam die rechtsaf ging. Zij was
op slag dood. Het was een spring in 't veld. Een
prettig mens. Ik heb haar met haar broer 's morgens
uitgezwaaid toen zij naar school gingen en zag haar
terug in het mortuarium. 16-10-02 voor mij is het
nog gisteren. Ik mis haar nog elke dag en weet dat
dit altijd zo zal blijven. Vol verbazing lees ik
af en toe dat er zeer veel kinderen doodgaan, dan
denk ik aan degene die achterblijven. Wij hebben
levenslang, zonder dat wij iets misdaan hebben.
Het leven is erg zwaar. Wij missen een dochter,
zusje en nichtje en kleindochter. Het is niet te
verteren. Dit hoort niet.
RIA
SUURENDONK
KANKER
Het
is nu alweer ruim 16 jaar geleden dat ons dochtertje
van 8 maanden overleed aan kanker. Dat er nog een
dochter (3 jaar) was heeft ons er doorheen gesleept.
Je moet verder voor haar. Later kwam er nog een
zoon en het leven gaat verder. Maar op sommige momenten,
als je een programma op de tv ziet over kinderen
met kanker, heb je het soms even te kwaad. Hoe zou
ze er nu uit gezien hebben? Het verdriet gaat nooit
over, maar de pijn van het verdriet wordt minder.
M.
SAMSOM
BEWONDERING
Ik
heb grote bewondering voor Tonny, de moeder van
Jaimy dat zij zo openhartig en eerlijk haar gevoelsleven
met ons deelt over het leven met het verlies van
haar zoon.Zij
put kracht uit alle signalen die zij van haar zoon
doorkrijgt en van zijn laatste troostende woorden.
Tonny, ik ben ervan overtuigd dat er genoeg lieve,
zorgzame mensen aan de andere kant zijn die zich
over Jaimy ontfermen. Denk bijvoorbeeld aan al die
jonge moeders zoals Guusje Nederhorst die te vroeg
sterven en hun kleintjes moeten achterlaten.
SANDY
VERBURG
VERHARD
Mijn
naam is Ans, en inmiddels 61 jaar, en heb de dood
van mijn twee kinderen overleefd. Ik zal proberen
om bij het begin te beginnen, er is inmiddels al
zo veel gebeurd. Was heel gelukkig getrouwd en samen
kregen wij drie kinderen, keurig om de twee jaar,
er kwamen twee dochters en een zoon, waar wij zo
trots op waren. Eindelijk een zoon, die de naam
kon doorgeven, omdat onze hele familie uit meisjes
bestond! Mijn man had een goede baan en we werden
uitgezonden naar Zuid-Afrika, een prachtig huis,
konden ons geluk niet op. Na drie jaar terug naar
Nederland om de kinderen een goede toekomst te geven.
Niet te weten dat ons leven totaal zou veranderen
in een soort horrorfilm. Onze middelste dochter
werd ziek en had leukemie, een jaar lang leefden
wij in het ziekenhuis en wisselden elkaar af, m'n
zoon viel steeds flauw en dachten dat het door de
spanning was. Voor hem ook onderzoeken tussendoor,
en werd opgenomen in Heemstede voor epilepsie, na
onderzoeken bij hem uitslag: hartritmestoornis.
Mijn dochter overleed na een vreselijke lijdensweg
in februari 1981, zij is 11 jaar geworden. Mijn
zoon ging steeds meer achteruit en de aanvallen
kwamen sneller op elkaar terug. Inmiddels na velen
onderzoeken had hij een levensgevaarlijke ritmestoornis.
Een ziekenhuisopname in Dijkzicht ziekenhuis en
moest direct naar Utrecht Academisch ziekenhuis
voor behandeling. Ik had gevraagd om een controlekastje,
maar dat was niet beschikbaar. Had ook nog verteld
dat hij vaak op het toilet zo'n aanval kreeg. Ook
dat liep mis, en na uren vonden zij hem op het toilet,
te laat om hem te reanimeren. Hij stierf op 14-jarige
leeftijd, drie jaar na zijn zusje. Mijn huwelijk
liep mis en na 25 jaar volgde een scheiding. Mijn
oudste dochter bleef bij haar vader met het oog
op haar studie. Ik ben zonder geld of goederen helemaal
van de bodem af weer opgekrabbeld, keihard gewerkt
en geknokt om m'n hoofd boven water te houden. Ben
gaan werken in een bejaardenkapsalon en sloot mijn
gevoelens totaal af. Ik was boos of liever gezegd
woedend op het leven, en hoorde met een strak gezicht
alle ellende aan van de oudjes! Ik leerde een andere
man kennen en ging met hem de wereld rond zeilen.
Ik paste goed in dat leven van spanning en afzien,
storm en levensgevaarlijke situaties ging ik te
lijf, zonder een greintje angst. Wat kon het leven
mij nog meer aandoen? Kom maar, daag me maar uit,
enz. Toen m'n man terug naar Holland moest voor
een hartoperatie, ging ik mee. En tragisch genoeg
lag hij op dezelfde ziekenhuis kamer in Utrecht
waar m'n zoon had gelegen. Kon er ook nog wel bij!
Hij is jammer genoeg na 5 jaar huwelijk overleden
toen wij met de boot in Cyprus aankwamen. Ik was
ook m'n maatje kwijt! Ik had nog niet genoeg geknokt
en zeilde zelf ons schip terug naar Holland in de
winter. Weer afzien, maar ik wilde dat zo. Ik probeerde
mijn leven weer op poten te krijgen en kreeg een
goed contact met mijn eerste man, de vader van mijn
kinderen. Wij hadden samen een hele omzwerving gemaakt
om ons verdriet te verwerken en werden fijne vrienden.
Hielpen elkaar waar het kon en maakten weer plannen
voor de toekomst. Een schok toen ook hij een agressieve
vorm van kanker bleek te hebben. Hij heeft na de
diagnose nog drie maanden geleefd en heeft alle
behandelingen afgewezen. Ik heb hem beloofd om te
blijven leven zolang als mogelijk is om voor onze
enige dochter een goede moeder en oma te zijn. Als
ik zo op mijn leven terugkijk, ben ik van een lief
en aardig mens een harde vrouw geworden. Neem niets
meer aan van vrienden, mijn verdriet houd ik voor
mijzelf, ben graag alleen en heb sinds kort een
hond aangeschaft, zij is mijn grote vriendin. Ik
loop uren buiten door weer en wind. Mijn gezondheid
interesseert mij niets, ga zelden naar een arts,
rook veel en leef mijn leven wel uit. Ben trouwens
blij dat het al aardig opschiet; oud hoef ik echt
niet te worden, hoor! Een triest verhaal, en dit
is de eerste keer dat ik het zo uitgebreid vertel.
Maar schrijven gaat beter af dan erover praten.
Ik heb het wel eens geprobeerd, maar ik heb geen
zin om een anders ellende dan te moeten aanhoren,
waar het altijd op uit draait. Ieder verwerkt het
verdriet op zijn eigen manier. Het artikel in De
Telegraaf vond ik goed. Er wordt tegenwoordig meer
gedaan aan rouwverwerking. In mijn tijd kon je de
as alleen uitstrooien op een gezamenlijk veldje
na een crematie, nu heb je mooie tuinen met urnen.
Ik kan nergens meer heen, en wandel maar aan zee
en kan dromen over de fijne tijd met een compleet
gezin! Ik leef het leven wel uit. Ze zeggen dat
als je de helft van je leven gelachen en gehuild
hebt, je een vol en goed leven hebt gehad. Nou,
dat eerste had ik graag overgeslagen maar het komt
op je pad, en je zal het er mee moeten doen.
ANS
DE VALCK
<B>MOED
</B>
25
jaar geleden is mijn eerste kindje een half uur
na de geboorte overleden. En ja, ik zeg ook nog
steeds dat ik drie heb (gehad). Maar ik gaf me toentertijd
niet de gelegenheid om te rouwen. Ik wilde flink
zijn en ging anderen die ook verdriet hadden troosten.
Ik sloeg mijn armen om hen heen, droogde tranen
en sprak bemoedigende woorden. Jaren later stortte
ik in. Ik trok het flink zijn niet meer. Ik wil
dan ook alle ouders die dit overkomen (zijn) de
moed van de ochtendzon toewensen. De moed van de
ochtendzon, die ondanks alle moeilijkheden in de
wereld toch elke dag weer opkomt. Heel veel sterkte.
Maar geef toe aan het verdriet en beleef het zoals
je het voelt. Kijk niet naar de ander. Die voelt
niet wat jij voelt!
LENY
LEVENSPAP
Ja,
ook wij zijn ouders die hun (enig) kind hebben verloren.
Zij mocht maar 32 jaar worden en is overleden aan
hersentumoren, maar is eigenlijk elf jaar min of
meer ziek geweest. Het begon met het weghalen van
een melanoom, na 5 jaar controles is ze zelfs 'genezen'
verklaard(!) Ze had samen met haar man een zoontje
van - toen - 6 jaar en ook voor onze schoonzoon
en hun kindje was het een drama. Inmiddels is schoonzoon
hertrouwd (zijn goed recht) en met zijn gezin naar
Nieuw-Zeeland vertrokken. En, en dát is nog
het ergste, is het contact met onze kleinzoon verbroken,
gestopt, door hem, wij blijven kaarten en brieven
sturen, maar horen niets terug. Wij horen niet bij
hun nieuwe leven. Dat is erg, maar... wat doen ze
dat kind aan? Zelf ben ik op jonge leeftijd mijn
moeder verloren, ook aan kanker en dus kon ik -
ondanks ons eigen verdriet om ons kind - onze kleinzoon
heel goed aanvoelen. Dat werd ook gewaardeerd door
schoonzoon tot er een andere partner kwam, toen
sloeg hij om als een blad aan een boom. Wat moet
er van onze kleinzoon worden. Rouwen om je kind
doe je levenslang, wij proberen het 'beheersbaar'
te houden zeker t.o. derden want je kunt niet aan
blijven komen met je verhaal. Maar accepteren kun
je het nooit, je leeft nog maar half. De andere
helft is weg. Het toegevoegde verdriet om onze kleinzoon
benadrukt dit extra, ik vecht al jaren om ons kleinkind
er nog en kan er inmiddels een boek over schrijven,
zo'n dik dossier met foto's, brieven, facturen van
advocaten e.d. en m'n 'dagboeken'. De kinderrechter?
Dat doe ik dat kind niet aan, dan weet hij het helemaal
niet meer. Hij wordt al ruim 5 jaar 'verkeerd voorgelicht'.
We kunnen alleen maar hopen dat hij het redt, 'down
under'. Tot nu toe lukt het ons om door te gaan,
wij zijn financieel onafhankelijk en mijn man heeft
veel hobby's waar hij zich in kan vinden. We reizen
veel en samen blijken we toch sterk te zijn. We
proberen om de krenten uit de 'levenspap' te halen,
maar het blijft proberen.
LENY
BAKKER-VAN NUNEN
AANWEZIG
Op
17 januari 2003 is onze zoon Christiaan door een
ongeval om het leven gekomen. Hij was 21 jaar en
stond op het punt zijn vleugels uit te slaan. Wij
waren die dag 23 jaar getrouwd, dus voor ons is
17 januari een dag met dubbele gevoelens. Dit jaar
op de 17e januari hebben we dat voor het eerst meegemaakt,
ik kan je zeggen dat het een mooie en ook pijnlijk,
verdrietige dag was. De trouwdag stond in de schaduw
van de overlijdensdag van Christiaan. Hij is nog
iedere dag in mijn gedachten, want je kind vergeten,
dat kan niet. Er veel over praten zodat zijn naam
genoemd wordt door iedereen die hem gekend heeft
of mij kent, doet je heel goed, want ook al is hij
niet aanwezig, in gedachten zal dat altijd wel zo
zijn. Het afgelopen jaar zijn er dingen gebeurd
waarvan ik denk dat Christiaan daarbij geholpen
heeft en dat geeft een goed gevoel. Ik wens al de
lotgenoten sterkte en kracht om verder te gaan.
MARISKA
V.D. KNAAP
THERAPIE
Wij
hebben ook een verlies van ons kind (meisje van
3,5) te verwerken. Op 24 juni 2002, net terug van
vakantie, is ons dochtertje op Schiphol Plaza voor
een bushalte door een bus geschept en voor onze
ogen doodgereden, waarna de buschauffeur is doorgereden.
Wij, ouders, zitten nog allebei in therapie om deze
traumatische gebeurtenis te verwerken.
F.
HESS
BULLSHIT
De
moord op je kind is niet te verteren. Wanneer de
plaatselijke krantenberichten het voorval afdoen
als een ordinaire burenruzie en er door De Telegraaf
nota bene een artikel, ter verheerlijking van het
doel van de dader om een pelgrimstocht te maken,
wordt geplaatst. De dader heeft 4 jaar gekregen
en daarna onvoorwaardelijk tbs met dwangverpleging.
Wij hebben levenslange pijn. En bovendien mensen
die ons ontwijken omdat ze niet weten hoe met je
om te gaan. En het leven gewoon door moet gaan,
zoals iedereen zo poëtisch weet te melden.
Vooral omdat je kind niet zou hebben gewild dat
je leven zou stoppen. Bullshit, allemaal. Je doet
het op je eigen manier, en niemand kan je daarin
de weg wijzen, want die weg ben je tegelijk met
je kind kwijt geraakt.
NELL
VAN NIEUWBURG
LIEFDESVERDRIET
Je
weet nooit, waarom iemand is doodgegaan. Als je
de rouwadvertenties leest, leef je eigenlijk bijna
altijd wel mee. En al helemaal als je een leeftijd
leest van iemand die eigenlijk veel te jong gestorven
is. Het feit dat sommige mensen sterven, doordat
ze letterlijk te veel liefdesverdriet hebben, is
heel goed mogelijk. Mensen hebben zoveel pijn dat
ze er alles voor over hebben, om de pijn van liefdesverdriet
niet meer te voelen. Soms is het enigste medicijn
hiertegen sterven. Ook al vinden, mensen zonder
dit verdriet, dit ongeloofwaardig. Sommige mensen
hebben echt een uitweg nodig en denken niet dat
het ooit nog goed komt. Ze willen niet meer leven,
omdat ze denken dat hun leven niets meer waard is
zonder liefde. Terwijl ze soms niet eens weten,
dat er nog meer liefdes bestaan, die hen geweldig
vinden. Het feit dat ze denken dat ze niet geliefd
zijn, geeft meestal de doorslag, terwijl dat niet
nodig is. Want op ieder potje past een dekseltje!
En dat is echt waar!
ANONIEM
ZELFHULPGROEP
Ook
ik heb mijn mooie jonge volop in het leven staande
24-jarige dochter twee jaar geleden verloren, zomaar
in een week tijd een longontsteking die gepaard
ging met, wat ik achteraf heb vernomen, een stafilokokkenbacterie
en daar is letterlijk niets tegen gewassen! Ze begon
net aan haar toekomst, samen met haar vriend een
huisje gekocht, moest nog gebouwd worden maar ze
was al druk met het uitzoeken van de keuken, drie
weken eerder haar propedeuse gehaald op de universiteit!
Ik stond erbij en keek er naar en ineens was het
allemaal voorbij, het ongeloof, waarom, het schuldgevoel
dat ik niet genoeg had gedaan om het te voorkomen!
De vreselijke pijn diep in je hart, in je lijf die
fysieke pijn die je verscheurt, met de gedachte
lopen dat het allemaal niet meer hoeft, de andere
kinderen, niet meer beseffen dat ook zij een moeder
nodig hebben. Ik weet niet eens hoe ik zomaar deze
twee jaar ben door gekomen maar het lukt of je wil
of niet! Maar ik heb ontzettende steun gehad aan
de vereniging waar niemand lid van wil zijn volgens
eigen zeggen en dat is de Vereniging voor Ouders
van een overleden kind, het is een zelfhulpgroep
van mensen die allemaal hetzelfde hebben meegemaakt,
namelijk hun kind verloren. Ik kan een ieder die
daar behoefte aan heeft aanraden eens met deze fantastische
mensen in contact te komen. Het verdriet blijft
en zelfs de pijn maar het is goed dat er mensen
zijn die naar jouw verdriet willen luisteren en
je ook kunnen troosten. Want mensen die het niet
hebben meegemaakt, kunnen het verdriet nooit helemaal
begrijpen
MARGA
VAN 'T WOUT
SCHADUW
Ook
wij hebben een kind verloren, 23 mei 2003 is onze
zoon Nick net 19 jaar overleden aan een zeer agressieve
kanker. Het gemis is heel erg, het is net of er
iets zwaars in je lichaam zit wat pijn doet. Maar
ook hebben we het geaccepteerd. Nick heeft heel
veel pijn gehad en als je dan zo een mooi jong lichaam
verwoest ziet worden, dan hoop je nog op een wonder
maar diep in je hart weet je dat het niet kan. Ondanks
dat Nick zo ziek was, was hij heel moedig en zat
vol humor en dat gaf ons weer kracht. Maar nu pakken
wij de draad van ons leven weer zo goed mogelijk
op, dat had onze Nick zo gewild. Iedereen zegt altijd
het leven gaat door, en dat is ook zo, of je wil
of niet. Ook wonen wij in een dorp waar iedereen
met je meeleeft, dat is heel fijn. En we gaan zoveel
mogelijk naar het kerkhof, dat geeft ons een goed
gevoel. Maar wat Anne-Marie Vermaat schrijft dat
is ook zo: het verlies van Nick zal als een schaduw
levenslang bij ons blijven!
THEA
ZUURBIER-JONKER
FOTO'S
Natuurlijk
heb ik alle respect voor het verdriet van Tonny.
Alleen hebben moeders die een doodgeboren kindje
hebben gekregen geen foto's, kamers met spullen
of herinneringen aan hun kindje en daar wordt in
uw verhaal niet over gesproken. Wij hebben 15 jaar
geleden een doodgeboren jongetje gekregen. Ricardo
kwam ter wereld na 36 weken zwangerschap door nalatigheid
van de verloskundige. Wij konden met ons verdriet
bijna nergens heen. Nog steeds voelen we het gemis
als we jongens van dezelfde leeftijd zien lopen,
we vragen ons af hoe hij zou zijn geworden. We hebben
geen foto's om hem nog eens terug te zien en heel
langzaam vervaagt het beeld van hoe hij eruit zag.
Mensen zoals Tonny krijgen meedeleven, bij ons wordt
er bijna niet meer over gesproken. Ik heb nog steeds
het idee dat ons verdriet niet meer mag. Ik zou
niet met Tonny willen ruilen, helemaal niet, maar
verdriet is niet te meten. Verdriet telt voor iedereen
even zwaar.
ASTRID
VAN ROSMALEN
OVERLEVEN
Ik
kan niet uit ervaring spreken, maar ik heb wel mijn
eigen moeder zien rouwen om de dood van mijn broertje
van 11, nu 16 jaar geleden. Ik zie dat ze er nog
steeds onder lijdt en dat het nog steeds aan haar
vreet. Ik rouw heel af en toe nog om mijn broertje,
maar heb zijn dood nu eindelijk kunnen verwerken.
Ik werd hierin beperkt doordat ik in coma heb gelegen
en allerlei verwondingen heb gehad, vlak na mijn
broertjes dood. Ik weet nu dat je eerst in letterlijke
zin overleeft, en dat daarna pas tijd is voor psychisch
letsel. Ik wens een ieder die pijn en verdriet mee
moet maken heel veel sterkte. Houd je vast aan die
zon die ALTIJD weer gaat schijnen, daar, ver achter
die wolken. Zoek hulp en steun bij organisaties.
Je vindt zeker weer een weg na 'de dood van'.
SONJA
EILANDER
MEDELEVEN
Op
14 december 2001 gaat 's morgens om 05.45 uur de
telefoon. Al direct weet je 'dit is niet goed'.
"Pap, mam, Floortje is vannacht in haar slaap
gestorven. We hebben haar dood in haar bedje gevonden."
Op dat moment gaat er van alles door ons als oma
en opa heen. Alles: verdriet, wanhoop, waarom, woede,
onmacht. Je leven staat dan stil. 't Was veel te
vroeg, pas 9 weken oud. Haar leventje was pas ingezet
en er moesten minstens nog 70 jaren achteraan komen.
Hoe gingen en gaan we nu verder? Verdriet om iets
liefs is zo ingrijpend, dat 't bijna niet te verwoorden
is. Medeleven, erover praten, luisteren, samen huilen,
samen boos zijn en ook samen mijmeren over hoe haar
leventje geworden zou zijn. Maar vooral moesten
we er zijn als de kinderen ons nodig hadden en jouw
verdriet komt dan op de tweede plaats. Er zijn ups
en downs en soms gaat 't beter, maar een kleine
gebeurtenis, een advertentie, de naam Floor en meteen
is het weer een warboel van toch nog niet verwerkt
verdriet. In het begin heb ik veel opgeschreven,
gedichtjes gemaakt, met Floor gepraat, die woont
ergens achter een grote ster, volgens haar zusje.
Vorig jaar maart is onze derde kleindochter geboren,
waar we heel intens van genieten. Een plekje opvullen
kan ze niet, maar het nieuwe kindje is nu ons sterretje.
Misschien is mijn brief verwarrend en niet logisch
opgesteld, maar alles weer eens opschrijven hoort
ook bij verdrietverwerking.
WILLY
MARTENS-STOLWIJK
LIEFDE
Getroffen
door het verhaal over moeders van overleden kinderen
geef ik gehoor aan uw oproep. Ook ik ben een moeder
die haar kinderen verloor, zowel door de dood als
door het leven. Maar ik heb het overleefd dankzij
de liefde van mensen om me heen, een positieve levenshouding.
En vooral een goede gezondheid. Ik trouwde heel
jong in 1958 met mijn jeugdvriendje en we kregen
in zes jaar tijd vier kinderen, drie zoons en een
dochter, waarvan er twee overleden; het tweede kind,
een zoon en het vierde kind, een dochter. De kinderen
stierven allebei op driejarige leeftijd aan een
erfelijke hersenziekte. Het eerste kindje was zes
weken oud toen het ziek werd, men wist toen nog
niet wat de oorzaak was. Zijn leventje was heel
naar, hij had stuipen, kon zelf niet eten en was
altijd benauwd. Uiterlijk was het een mooi kind,
maar het kon niets zelf, alleen lachen, dat was
de enige manier waarop je contact met hem had. Wij
waren radeloos en dag en nacht bezig om hem te verzorgen,
daar wen je nooit aan, al waren we toen nog jong
en sterk. Onze ouders pasten vaak op en leefden
met ons mee. Zij hadden ook verdriet om dit kindje.
Wij hebben een christelijke achtergrond en kregen
als reden voor dit verdriet de boodschap: de zonde
der vaderen wordt bezocht aan de kinderen. Dat was
wreed en dom, wij geloofden niet dat zoiets de wil
van God kan zijn. Het kindje werd dan ook verzwegen
voor de gemeenschap. Wij kwamen daardoor in een
geloofsconflict en zijn daar dankzij gesprekken
met verstandige, realistische mensen zo goed als
mogelijk is uitgekomen. Toen onze zoon stierf op
driejarige leeftijd, waren wij verdrietig maar ook
heel dankbaar dat het lijden voor hem voorbij was.
We waren doodmoe en ziek van alles en probeerden
uit alle macht er weer wat van te maken. Ons oudste
zoontje werd erg gekoesterd. Er werd van alles gedaan
opdat hij niets aan aandacht tekort zou komen. Hij
was een gezellig leuk kind en we waren allemaal
dol op hem! Ons derde zoontje werd geboren. Wat
waren we blij met dit kind, na al dat verdriet.
We genoten van alle kleine dingen en beschouwden
ze als wondertjes. We hadden nu twee zoontjes, die
gezond waren en het leven ging verder. Na weer drie
jaar kregen we er een dochter bij. Wat waren we
blij met haar, na drie zoons! Een prachtkind, 9
pond en gezond, althans zo leek het. Na zes maanden
kreeg ook zij de gevreesde symptomen van haar broertje.
Onze wereld stortte weer in, want je kent het vervolg.
Deze kinderen verlies je tweemaal: eerst als blijkt
dat zij een fatale ziekte hebben en je verliest
al je dromen en verwachtingen van dit kind. Je weet
dat je ze weer moet afstaan. Later, na drie jaar,
overleed ook onze dochter. Je voelt je zo te pakken
genomen, het is zo oneerlijk. Tijdens haar leventje
hebben we weer dag en nacht voor haar gezorgd. Om
de twee uur mondvoeding, epileptische aanvallen
en longontstekingen behandeld met de hulp van de
huisarts, die een huisvriend werd. Altijd leven
met spanning, angst, verdriet. De twee jongens mochten
niets tekort komen, daar zette iedereen zich voor
in. Ze gingen mee op vakantie en logeerden in moeilijke
tijden bij opa en oma. Toen onze dochter overleed,
overheerste eerst weer de opluchting: gelukkig het
is voorbij voor het kind. Maar als ouders heb je
verdriet, want het is wel je kind. Dat durf je haast
niet te zeggen want dan werd je als egoïst
beschouwd. Het blijft je kind en je had ook liever
anders gehad, daar gaat iedereen aan voorbij! Als
je kind sterft, sterft er een stuk van jezelf! Met
de medische kennis van nu weten ze wat de waarschijnlijke
reden van hun ziekte was. Destijds was dat onbekend.
Na
het overlijden van onze dochter kreeg ik een paar
ongelukken, waarbij mijn benen erg verwond werden.
Ik moest daardoor rust houden. In die tijd was ik
gedwongen om rust te houden en toen moest ik wel
nadenken en alles proberen te verwerken. In die
tijd was ook mijn man altijd moe en reageerde overspannen.
Die vermoeidheid bleek later multiple sclerose te
zijn!
Toen
onze twee zoons groot genoeg waren, ben ik weer
gaan studeren en parttime gaan werken als maatschappelijk
werkster. Het gaf me veel voldoening en ik kreeg
er weer zelfvertrouwen door. Ik kon ook eens iets
goeds doen, want ik voelde me eigenlijk niet zo
veel waard. We konden eindelijk ook eens leuke dingen
doen, alleen mijn man was altijd maar zo moe. De
kinderen deden het heel goed op school en groeiden
op. Toen ze gingen studeren moesten ze het huis
uit en op kamers wonen. Wij waren jonge ouders en
namen ons voor om alles in te halen en ook eens
fijn te gaan genieten. Daar hadden we nu tijd voor.
Maar dat ging niet door. Bij mijn man werd de ziekte
ms vastgesteld. Hij had het in een progressieve
vorm en overleed na 15 jaar. Dat waren weer zware
en verdrietige tijden, waarin ons huwelijk behoorlijk
op de proef werd gesteld. Maar we hielden het hoofd
boven water met veel moeite en kregen ook nu weer
veel hulp en steun van allerlei mensen. Werken was
er voor mij niet meer bij.
De
combinatie was te zwaar. Zijn overlijden was voor
mij weer een verlies. Maar nu van je man. Kinderen
zijn een stuk van jezelf, het is heel anders maar
even erg. Niet te vergelijken. Ook nu weer: wees
dankbaar, dat het voorbij is. Treuren leek haast
ongepast. Maar 36 jaar huwelijk poets je toch niet
zomaar weg? Ik werd zo langzamerhand ervaringsdeskundige
in het verliezen van dierbaren.
De
kinderen namen in die tijd afstand van ons. Hun
eigen leven was ook belangrijk voor ze. De oudste
verhuisde naar Frankrijk en wij waren uit zijn oog
en hart. Hij verweet ons geen goede jeugd gehad
te hebben en verkoos de afstand. De jongste zoon
was aanvankelijk nog zorgzaam. Na zijn afstuderen
een eigen gezin, werk. De gevoelsmatige band verflauwde
en kwam nog maar af en toe na afspraak.
Na
een huwelijk van 36 jaar was ik op 54-jarige leeftijd
weduwe en woonde alleen op het platteland. Ik hield
van het buitenleven, van mijn honden die ik fokte
en alle leuke contacten die ik daardoor kreeg. Ik
werkte keihard en het deed me goed. Ik had goede
ervaring met stressverwerking door heel hard te
werken. Bijv. houthakken werkt prima! In die tijd
had ik last van duizeligheid. Bleek later het syndroom
van Meniere, ook gehoorverlies was daar debet aan.
Na
drie jaar alleen te zijn leerde ik mijn huidige
man kennen tijdens een kampeervakantie. Ik had een
caravan gekocht om weer lekker te reizen. Op de
allereerste reis kwam ik hem tegen. Hij was ook
weduwnaar en we begrepen elkaar dus goed. Het klikte
gelijk en we zijn sindsdien nooit meer alleen geweest.
Mijn leven is nu heel anders en goed. Er wordt van
me gehouden zoals ik ben. Hij kent mijn hele verhaal
en heeft daar altijd veel respect voor. Dat heb
ik nog nooit eerder ervaren en dat is zo fijn. We
genieten van het leven en maken mooie reizen. Ik
voel me echt vrij, niets moet er meer. Tot mijn
grote verdriet hebben mijn kinderen het contact
met mij verbroken. Ze kunnen mijn nieuwe situatie
en relatie niet accepteren. Ze waren verwend en
konden nog altijd op mama rekenen, nu is er nog
een ander waar ze me mee moeten delen en dat kunnen
en willen ze niet. Ik ben nu ook deze kinderen kwijt
incl. mijn kleinkinderen. Dat is verschrikkelijk
en ik kan er niets aan doen. Ze willen niet anders.
Houdt het dan nooit op voor een moeder? We hebben
alles voor ze over gehad en nu laten ze me gewoon
vallen. Zijn ze dan alles vergeten? Gunnen ze me
dit late geluk niet? Mijn man en ik kunnen heel
goed praten over onze levens. We hebben samen ook
veel plezier en dat is zo fijn om samen te kunnen
lachen om niets! Ik ben heel dankbaar dat deze laatste
levensfase wat rust en bemoediging geeft. Heb geleerd
vertrouwen te hebben, dat eens alles toch nog goed
komt. Ik ben nu 64 jaar en hoop gezond te blijven.
Alles wat ik nu nog krijg is een toegift en de moeite
waard. Onze familiespreuk was: 'Lach maar Paljasso,
je hart is gebroken, wenend van smart'.
A.M.
ENGEL
<B>VERMIST
</B>
Het
is natuurlijk de zwaarste last in je leven om te
dragen, het verliezen van je kind in de dood. Er
begint een lange weg op zoek naar het waarom. Worstelen
met je verantwoordelijkheid van 'had ik het kunnen
voorkomen', had ik maar dit of dat gedaan en dan
nog het berusten en accepteren van het verlies,
gepaard met alle emoties die een mens bezit. Het
is mogelijk voor sommigen mede door steun, liefde
en opvang van vrienden en familie het rouwproces
in te gaan en te doorstaan om uiteindelijk, zij
het geamputeerd, verder te leven. Maar als je die
hulp en begrip niet krijgt, is het praktisch onmogelijk.
Zeker als je het gevoel hebt dat je kind niet is
overleden door de dood maar levend begraven is.
Ja, zo noem ik de situatie waar ik mee om moet gaan.
Mijn
dochter besloot op 19-jarige leeftijd alles en iedereen
te verlaten en is verdwenen. Sociale vermissing
noemen zij dit. En waar moet je dan heen met je
gevoelens. Je weet niet of je kan rouwen, want ze
is toch niet dood, maar ja, dat weet je zelfs niet
zeker. Ik volg de nieuwsberichten elke dag in de
krant. Is er iemand van 22 jaar overleden d.m.v.
een ongeluk. Programma's over drugsgebruikers of
jonge prostituees kan ik niet naar kijken, bang
dat ik mijn dochter op tv zie. Je staat alleen zonder
hulp en begrip want de buitenwereld weet niet hoe
hiermee om te gaan. Het lijkt wel of je voor 100%
onschuldig moet zijn voor het verlies van je kind
om gesteund en opgevangen te worden. Nu krijg ik
af en toe het gevoel dat mensen denken dat ik mede
verantwoordelijk ben voor deze situatie en daarmee
staakt het medeleven.
Dus
je verbergt je verdriet en angst en samen met het
grote gemis stop je dit weg in je ziel en probeert
zo moedig mogelijk elke nieuwe dag in te gaan. Maar
o wat sta je alleen in het niet in te gaande rouwproces.
De mensen zeggen dat het rouwen een pleister op
de wond kan brengen voor genezing. Ik geloof dat
ook maar wat als je niet kan rouwen omdat je kind
niet is overleden maar levend begraven is?
M.
HERMANS
STIL
VERDRIET
Ze
hebben jou voor je kon leven van mij afgenomen.
Gewoon maar laten stikken in mijn buik. Nooit ben
ik dit te boven gekomen, ze hebben gewoon mijn vertrouwen
in hen misbruikt. Het hopen en wachten duurt zo
lang op je eerste kindje. Het kopje was al te zien.
Er was al negen cm ontsluiting, maar de weeën
waren niet sterk genoeg misschien. Toen moest ze
weg en ik even met een aspirientje slapen, o ja,
even naar een ander kijken en zo weer terug... Terwijl
ik van de pijn verging en lag te apegapen vergat
ze ons gewoon en opeens ging alles o zo vlug. Ik
kon niet meer en huilde wanhopig en lieve schat,
jij werd zo moe van al het vechten om naar buiten
te komen, te vechten naar mij, je mama toe. Er kwam
toen snel een ziekenwagen, maar helaas het was voor
jou te laat. Je vocht nog zwakjes, slechts bij vlagen.
Je kon er niet uit, ik was te nauw en als we bij
de dokter komen, hoort hij dat je hartje niet meer
slaat. Vele pijnen heb ik toen geleden maar nog
veel meer verdriet. Als je je kind niet in je armen
kunt sluiten maar zelfs niet of nooit ziet. Alles
zo anders is gelopen, kindje en zo heel veel anders
gegaan. Had jij bij ons mogen blijven leven. Waren
je vader en ik misschien nooit uit elkaar gegaan.
Het mocht niet zo zijn, jij mocht niet leven, het
lot heeft zo beslist maar weet wel mijn lieveling
dat jouw moeder jou nooit zal vergeten en jou haar
leven lang mist.
Voor
mijn zoon
Na
verdriet en dood van een heel klein mens, was er
alleen die ene grote wens. Eindeloze marteling van
negen maanden, hield alleen dat ene je nog staande,
een zoon die gezond was die Carel (sterke) zou heten,
die de zon voor zijn moeder zou zijn, haar deed
vergeten verdriet om verlies en pijn.
Daar
lag hij als een adelaarsjong in zijn nest, beschermd
en behoed voor alles, wat deed zij haar best, hem
te helpen bij zijn kinderverdriet. Te sparen voor
geweld en voor pijn, ook al lukte dat altijd niet.
Want niemand in dit leven wordt zonder vallen en
opstaan groot. Het blijft vallen en opstaan tot
aan je dood! Maar daar is je moeder, ze ziet je
met liefde en trots, wat ben je toch mooi en sterk
als een rots.
Je
komt thuis met cijfers, diploma's, een fiets, je
vriendjes, je meisje, dan lange tijd niets. Je wordt
fors en kijkt al als een man, die denkt wie maakt
me wat ik kan het leven an. Hij kijkt naar zijn
moeder, wat leek ze opeens klein, ze was altijd
zijn wereld, of was het maar schijn?
De
adelaar kijkt rond, gereed zijn vleugels uit te
slaan, spiedend door het leven, zag hij haar nog
wel staan? Dan vliegt hij weg, heeft het druk met
eigen vlucht en nest, hoger en hoger, wat deert
hem nog de rest? Maar met dat hoge vliegen komt
toch eens een stop, en als je hijgend uitrust daarboven
op de top. Je grote vleugels pijn doen van het toch
moeten doen, denk dan eens aan je moeder, die kleine
vrouw van toen.
GENTIA
GERARD
SURREALISTISCH
U
vraagt om een reactie hoe iemand is omgegaan met
het verlies van een kind. Volgens mij kan je het
nooit in de voltooid verleden tijd zetten, daar
blijf je mee worstelen. Eind 2001 is mijn jongste
dochter Amber na een verkeerde diagnose drie maanden
ervoor, met de bijbehorende angst en opluchting
en weer angst, en toen een juiste, te late, diagnose
na een ziekteperiode van vijf maanden overleden.
Ze was toen 27 jaar en ze is de hele tijd heel sterk
en positief gebleven, zij heeft ons gesteund en
het is voor mijn gevoel toch een heel warme, intensieve
periode geweest, waarin we heel veel bij elkaar
geweest zijn. Na haar overlijden zij we naar huis
gegaan, waar niemand haar kende omdat we een paar
jaar daarvoor naar een andere provincie verhuisd
zijn. Dat is zo vreselijk surrealistisch, iedereen
gaat hier dus echt gewoon door met leven, voor hen
is er niets gebeurd en zelf moet je ook door, terwijl
je het wel uit wilt schreeuwen: Amber is dood!
Voor
mij kloppen de uitspraken in het artikel ook helemaal,
je hoeft niet meer zonodig te leven, want zij is
daar ook helemaal alleen; je zit met een constante
stress in je hoofd, ten dele ook omdat je zelf ook
bang bent om kanker te krijgen, want als je kind
er 'gevoelig' voor is...; ze heeft zelf geregeld
dat we op erfelijkheid werden onderzocht, en daar
is nog geen bewijs voor te vinden. Ik zou daar erg
opgelucht door moeten zijn, maar in werkelijkheid
voel ik helemaal niets, heb ook het idee dat ik
het nog niet begrijp dat ik door leef en Amber,
die net zo'n leuke toekomst, huis klaar, trouwen
etc., voor zich had, er niet meer mag zijn. Mijn
emoties zitten helemaal vast, voornamelijk doordat
ik bijna vijf jaar geleden een whiplash heb opgelopen;
maar ik voel dat ik eraan moet werken om wat te
uiten, omdat het wel allemaal in mijn hoofd zit
en ik bang ben om ofwel helemaal in te storten als
het er in één keer uitkomt ofwel door
te gaan als een zombie zodat ik het steeds niet
kan beseffen. Ik wil het echt voelen, erdoorheen.
We
hebben Amber beloofd om te genieten van elke dag,
dat gaan we misschien ooit nog eens een beetje doen.
Het enige waar ik van kan genieten, is van de hond,
die ze als pup nog gekocht heeft en die ze aan ons
heeft gegeven om te verzorgen, dat is voor haar
en voor mij een gouden zet geweest, zo heb ik toch
nog een lijntje naar Amber en het idee dat ik ergens
voor nodig ben, al weet ik best (en dat geldt voor
mijn man ook) dat we er ook voor onze andere dochter
moeten (en willen) zijn en voor elkaar; we vinden
niets meer belangrijk, je hecht nergens meer aan
en zoekt er inderdaad ook naar of je Ambers aanwezigheid
nog voelt. We proberen ons nu maar nuttig te maken
als iemand aangeeft dat we ergens mee kunnen helpen.Al
met al: ermee omgegaan BEN ik niet, maar we moeten
proberen ermee te leven en dat dat zal altijd zo
blijven.Heel
veel sterkte voor iedereen die zo'n verlies heeft
meegemaakt.
INGE
KUIJTEN
'VRIENDEN'
Onze
zoon Karel is op 8 september 1993 op 24-jarige leeftijd
verongelukt, 's zomers afgestudeerd en net vijf
dagen aan een goede baan begonnen. Je wereld stort
in. Het is nu 10½ jaar geleden, maar mijn
man en ik zijn er nog dag en nacht mee bezig: waarom
zo'n jong leven, wat zou er van hem geworden zijn?
Je zult er nooit antwoord op krijgen. Na zijn overlijden
werden wij overvallen door Jehova's getuigen. Een
groep uit Kerkrade en een vrouw uit Alkmaar (waarschijnlijk
n.a.v. een rouwadvertentie in De Telegraaf) vonden
het nodig ons schriftelijk lastig te vallen. Onze
zoon had ervoor gezorgd dat de Jehova's bij ons
niet meer aanbelden, maar toen hij overleden was,
kwamen ze wel, zelfs twee dagen achter elkaar. Zulke
toestanden krijg je er nog bij.
Ook
leer je de mensen kennen. Een echtpaar van wie we
dachten dat zij echte vrienden waren, heeft ons
in de steek gelaten. De paar dagen voor zijn begrafenis
hebben zij alles voor ons gedaan, maar daarna werd
er niet meer over hem gesproken.
Als
wij over hem begonnen, viel het gesprek dood. Wij
konden dat niet meer aan en hebben zelf na anderhalf
jaar een eind gemaakt aan een 19-jarige vriendschap.
Op onze vraag waarom er niet meer over hem gesproken
werd, was het antwoord: zo zitten wij niet in elkaar.
Als het graf dicht is, is het verdriet niet over,
dan begint het pas.
Dan
zijn er ook nog mensen die in het begin, zodra zij
je zien, vlug een andere kant opgaan, misschien
uit angst voor tranen.
Het
lijkt nu of er alleen maar nare mensen zijn, dat
is zeker niet waar. Er zijn meer mensen die normaal
reageren, want de dood hoort bij het leven, hoe
triest sommige gevallen ook zijn.
ANK
CHRIST-DIJKSTRA
WOND
Ik
ben een gescheiden 57-jarige man. Ik had twee kinderen,
twee zoons: Melle Thomas, geboren op 14 januari
1993 en gestorven op 11 december 1993; Jon Erik,
geboren op 24 januari 1990 en gestorven op 2 september
2002. Beide kinderen zijn gestorven aan dezelfde
ziekte: cardiomyopathie, een aandoening van de hartspier.
Mijn oudste zoon, Jon, was 60% van de tijd bij mij
na mijn scheiding en betekende alles voor mij. Zijn
dood op de operatietafel van het L.U.M.C., na een
mislukte harttransplantatie, luidde een tijd in
die wellicht omschreven kan worden als 'ronddolen
in emoties'. Nooit eerder heb ik zulke gevoelens
gekend. Totale paniek, verbijstering, ongeloof,
apathie; gevoelens van zelfdestructie, woede (tot
op de dag van heden) t.a.v. een al of niet bestaande
god, dankbaarheid t.a.v. goede vrienden die op een
bepaald moment de regie van mijn leven even in handen
namen.
In
het boekje 'Schaduwkind' van Thomése wordt
schitterend beschreven hoe ouders zich na het verlies
van een kind voelen. Desondanks (zonder een 'kampioenschap
ellende' te willen houden) hadden hij en zijn vrouw
nog uitzicht op hoop. Er was immers een nieuw kind
op komst. Ik heb heel sterk het gevoel dat de wond
in mij verbloemd kan worden, maar niet kan genezen.
De drijfveer in mijn leven is weg en ik besef heel
sterk nu dat je alleen komt en alleen gaat op deze
wereld.
Dit
jaar verschijnt er een boekje over Jon. Het heet
'En ik droomde dat je leefde'. Het gaat over onze
twee laatste reizen: de gelukkige reis naar het
licht (reisverslag van onze laatste vakantie samen
in mei 2002 naar Ierland) en de reis naar het donker
(verslag van zijn ziek worden, zijn opname in het
L.U.M.C. tot en met zijn overlijden na de harttransplantatie).
Wellicht
is een en ander aanleiding voor u om eens contact
met mij op te nemen. Praten over Jon is het voor
je uit schuiven van de definitieve finishlijn, tevens
zelftherapie, maar zeker ook een eerbetoon aan mijn
snoepkampioen en Mr. Bean-imitator.
HANS
DE WAART
VERLANGEN
Voor
de eerste keer in mijn 72-jarig bestaan een schriftelijke
reactie op een krantenartikel. Twee jaar geleden
verloor ik mijn bijna 35-jarige zoon. Hij lag al
plm. dertien uur dood voordat mijn schoondochter
hem vond. Mijn zoon had maar één verlangen
en dat was: een kind. Zijn kind was pas vijftien
maanden oud toen zijn vader overleed.
Mijn
zoon nam het leven gemakkelijk. Hij genoot ervan.
Hij bleef, met onderbrekingen, tot zijn 30e thuis
wonen. Toen zijn vader na een ziekbed van vijftien
maanden overleed aan longkanker, probeerde hij dit
verlies voor mij te compenseren met zijn liefde.
Bij
het lezen van uw artikel viel mij op dat veel van
de gevoelens die u beschrijft, ook de mijne zijn.
De dood heeft ook voor mij niets afschrikwekkends
meer. Ik ben vast van plan om, als ik gezondheidsklachten
krijg, geen dokter te raadplegen, want de dood zal,
als hij komt, een voor mij graag geziene bezoeker
zijn. Zelfmoord is voor mij geen optie, want dan
laat je de mensen om je heen te ontredderd achter,
zoals ik uit ervaring weet.
W.H.A.
van Trotsenburg-Muijrers
ZIEK
Ja,
ik ben ziek van verdriet. Van mijn sterke persoonlijkheid
is weinig meer over. Op 4 juni 1996 verloor ik mijn
oudste zoon aan een hartstilstand. De klap kwam
hard aan.
Mijn
jongste zoon kon het niet verwerken en pleegde acht
maanden later zelfdoding. Aanvankelijk ging het
wel goed met mij. Maar zo veel leed kan een mens
niet dragen. Ik sta ermee op en ga ermee naar bed.
Ik heb niemand meer, sta echt alleen op de wereld.
Ben depressief, droom elke nacht over hen. Eerst
waren het prettige dromen, maar het worden steeds
meer nachtmerries. Medicijnen helpen weinig. Toch
probeer ik nog plezier te hebben in mijn hobby (eieren
beschilderen). Men zegt dat de tijd de wonden heelt,
vergeet het maar. Ik zie wel waar het schip strandt.
GERDA
SELHORST
JALOERS
Al
vaker heb ik de behoefte gehad om te reageren op
een artikel dat gaat over overleden kinderen of
ouders. Ik heb nu de moed opgevat om dit ook te
doen, misschien om ons verhaal nog eens te vertellen?
Het
artikel 'Ziek van verdriet' heb ik met herkenning
gelezen. Bijna 2½ jaar geleden verloren wij
onze zoon Bram, die helaas maar 16 uurtjes bij ons
mocht zijn. Hij is geboren toen ik pas zes maanden
zwanger was, maar door de vele vleesbomen die ik
had, had hij geen ruimte meer om te groeien. Bram
is onze enige zoon gebleven, omdat twee weken na
zijn geboorte bij mij de baarmoeder ook nog is verwijderd.
In
uw oproep vraagt u om te reageren en te vertellen
hoe je omgaat met het verlies van een kind. In ons
geval kan ik u vertellen dat ik toen ik het artikel
las over de moeder die een van haar drie kinderen
verloor, me de tranen in de ogen schoten, toen ze
vertelde dat ze het niet erg zou vinden als ze dood
zou gaan. Toevallig heb ik het een hele tijd geleden
hier ook eens over gehad met iemand en ik denk er
ook wel eens aan, dat ik het ook niet erg zou vinden
om dood te gaan. Voor mij staat het vast dat ik
dan naar Bram ga. Maar dat wil niet zeggen dat ik
nu niet gelukkig ben en dat ik degene die me lief
zijn nu al wil achterlaten. Daarvoor houd ik te
veel van Jos, mijn man, en vind ik het leven toch
ook wel heel leuk.
Verder
is het bij ons zo dat we veel steun uit onze omgeving
hebben gekregen en nog krijgen. Mensen vragen nog
steeds hoe het nu met ons gaat. Al deze steun doet
ons enorm veel goed. Verder kunnen Jos en ik er
heel goed samen over praten en dat is volgens mij
ook wel erg belangrijk. De wetenschap dat er bij
ons geen kinderen meer zouden komen, heeft er voor
ons misschien ook wel toe bijgedragen dat we verder
zijn gegaan met ons leven. We hoeven niet de hoop
blijven houden of we nog wel een keer zwanger zouden
kunnen worden. Adoptie willen wij allebei niet.
Wat betreft een draagmoeder: mijn schoonzusje had
aangeboden draagmoeder te zijn voor ons kind. We
zijn hier toen nog even mee bezig geweest, maar
de Nederlandse wetgeving heeft de keuze voor ons
gemaakt, ik zou twee maanden nadat we naar de gynaecoloog
zijn geweest om hierover te praten 41 worden en
dan is het klaar voor de wensmoeder.
Ik
ben in september 2003 gestart met de opleiding voor
verpleegkundige, dit geeft me erg veel voldoening.
Het wil niet zeggen dat ik nooit meer verdrietig
ben. Soms biggelen er nog wel tranen over mijn wangen
en er gaat geen dag voorbij of ik denk wel even
aan Bram en dit hoeven niet per se verdrietige gedachten
te zijn. Waar we nu moeite mee hebben, zijn jongetjes
van 2½ jaar, met donkere krulletjes, waarvan
wij denken dat Bram er zo zou hebben uitgezien.
Ik
kan soms nog wel erg jaloers worden op vrouwen die
zwanger zijn en dan niet eens op iedere vrouw, maar
op vrouwen die ik niet zo leuk vind of het zwanger
zijn niet gun... Schijnbaar is het voor vrouwen
die nog meer kinderen hebben net zo moeilijk als
voor iemand die helemaal geen kinderen meer kan
krijgen.
MARY
VERCAUTEREN-VOS
EENHEID
Ja,
heel erg herkenbaar. Het verdriet dat spreekt uit
het verhaal van 'Ziek van verdriet' van de zaterdageditie
21 februari. Ook ik heb een zoon verloren. Ik ben
Sylvia Gerritsen en heb een zoon (overleden april
1998) en een dochter, die nu 23 is.
Onze
zoon Dennis had een keelontsteking (vrijdags bij
de huisarts geweest) en overleed maandagochtend
om zeven uur aan een hartstilstand. Ineens 'dood',
je weet niet wat je overkomt. Ik was al naar mijn
werk en toen mijn man om kwart over zeven belde,
was ik bijna twee kwartier onderweg om weer thuis
te komen en daar werd gezegd: hij is al dood. Hij
was om vijf over zeven al dood en ik ben om kwart
voor zeven weggegaan. Want Dennis had gezegd: ik
ben al 19, je hoeft niet (je mág niet eens)
thuis te blijven. Gelukkig was mijn man er nog en
onze dochter, toen pas 17 jaar. Zij hebben hem samen
gereanimeerd tot de ambulance er was.
En
dan is het alsof er een stuk van jezelf ook dood
is gegaan. Een deel van mijn hart ben ik kwijt en
het verdriet is nog steeds aanwezig. Zoals in het
verhaal, het gaat op en neer. Het gevoel dat er
maar weinig mensen zijn die je echt begrijpen. We
zijn met z'n drieën één hechte
eenheid geworden. Dat waren we daarvoor ook al met
z'n vieren, maar nu is het anders. We willen absoluut
niet zielig gevonden worden en maken weer wat van
ons leven. Maar dat valt niet mee. Elke dag nog
(aankomende 6 april is hij al zes jaar dood) doet
het pijn. We zijn dood en doodmoe van onszelf. Emotionele
vermoeidheid waar je maar niet van afkomt. Mijn
man en ik werken allebei halve dagen. Dat is net
vol te houden.
Onze
dochter probeert echt te genieten, maar ook dat
gaat niet altijd goed. Ze gaat graag stappen en
ziet dat ook een beetje als haar uitlaatklep. Niet
iedereen waar ze mee omgaat, weet van Dennis, want
ze wil dat vrienden haar aardig vinden om wie ze
is en niet om haar dode broer. Het staat er wel
erg hard zo, maar zo denkt ze en ze heeft al zo
veel meegemaakt in haar jonge leven. Toen ze twaalf
was, is haar vriendinnetje overleden aan kanker
en toen ze zeventien was overleed haar broer. Ja,
zo'n artikel in De Telegraaf brengt heel wat los
bij mensen zoals wij. Ik hoop dat het leesbaar is,
het is rechtstreeks uit mijn hart geschreven. Als
ik alles zou opschrijven wat er door mijn hoofd
speelt, dan heb ik een heel schrijfblok nodig. Maar
het heeft me goed gedaan om meteen te reageren.
SYLVIA
GERRITSEN
VRAGEN
'Moeder
van gestorven kind loopt risico vroegtijdig te overlijden'.
Ik weet niet of dat zo is, ik weet wel dat dit ontzettend
veel impact en verdriet met zich meebrengt. Wat
zich vastkleeft vanbinnen. Een heel goede vriendin
van mij heeft haar kind een week na de geboorte
moeten verliezen. Een andere goede vriendin heeft
haar dochter op 32-jarige leeftijd verloren bij
een auto-ongeluk. Mijn moeder heeft haar zoon, mijn
broer dus, verloren op 48-jarige leeftijd aan zijn
hart.
Ikzelf
daarentegen heb mijn dochter 'verloren' op een heel
bizarre manier. Ze heeft mij na een ruzie zomaar
haar rug naar toegekeerd, terwijl wij heel close
waren (ze heeft het borderline-syndroom). Wat mij
opvalt bij alle verschillende verliezen is dat je
allemaal met een schuldgevoel zit, terwijl je er
niets aan kunt doen. Buiten mijn moeder hebben wij
allemaal psychologische hulp gehad. Je zit met zo
veel vragen. En je vraagt je steeds af hoe je het
had kunnen voorkomen, of had ik dit maar opgemerkt
of had ik dat maar gedaan of had ik dit maar kunnen
voorkomen. Je maakt jezelf gek daarmee, want je
moet accepteren. En de moeder van Jaimy zal ongetwijfeld
gezegd hebben: was ik er maar eerder bij geweest,
dan had ik hem nog kunnen redden. Mijn ene vriendin
zei laatst tegen mij dat het zo gek is voor mij
dat ik geen afscheid kan nemen omdat mijn dochter
(gelukkig) leeft. Maar net zoals mijn vriendinnen
heb ik een rouwproces gehad en ook van mijn broer
wat in dezelfde periode was.
Het
is ook hoe je in het leven staat. Als ik naar mijn
moeder en vriendinnen kijk, bewonder ik ze hoe ze
ermee omgaan. Want verwerken is de realiteit accepteren,
anders kom je er niet en dat vraagt heel veel kracht.
Nu wil ik toch even wat anders nog toelichten, wat
ik geleerd heb met kinderen, is het feit dat als
je een kind niet goed behandelt ze heel loyaal zijn
naar hun ouders toe om waarschijnlijk steeds erkenning
te krijgen. Als je goed voor je kind bent, dan kunnen
ze je zo aan de kant gooien. Want ze hebben die
erkenning al gehad, maar al met al geloof ik sowieso
dat zware verliezen in het leven absoluut geen goed
doen aan je gezondheid!
LOES
VANENBURG-VAN PUTTEN
VRIENDIN
Ik
heb in de krant van zaterdag gelezen over het verlies
van een kind. Wij hebben bijna vier jaar geleden
onze dochter verloren van 39 jaar. Drie kleine kinderen
had ze en we hebben vreselijk veel gehuild en nog
soms. Ze was alles voor ons, voor mij was ze een
vriendin. We woonden vlak bij elkaar en deden haast
alles samen. Ik sta vaak met m'n jas aan en dan
denk ik 'wat moet ik nu alleen' en dan blijf ik
maar weer thuis. Er is een stuk van je lichaam meegegaan.
Ze is een jaar ziek geweest en heeft er alles aan
gedaan om voor de kindertjes beter te worden. Wij
doen nu elke ochtend de kinderen verzorgen, om half
acht stappen we bij onze schoonzoon binnen, eten
met ze en verzorgen ze. Dat is nog waar we voor
leven. Dan naar school brengen. Ik ben ook nog leesoma
eens in de week, omdat ze als enige in de klas geen
moeder heeft. Alles wat er maar te doen is met ze,
gaan we naar toe, dat houd je op de been en de liefde
die je van ze krijgt, daar leef je nog voor. Het
is soms moeilijk, maar wij proberen toch nog vrolijk
te zijn voor hen. Elke week gaan we naar haar graf
en kijken omhoog en zeggen dan dat het goed gaat
met de kinderen.
We
willen ze zo stabiel mogelijk laten opgroeien, geen
andere oppas, alleen als het nodig is. We hebben
nog heel wat voor de boeg, maar dat hebben we er
graag voor over. Wij hopen voor die mevrouw dat
ze ook aan haar andere twee kinderen denkt, daar
moet ze voor verder. Wij zitten bijna aan het einde
van ons leven, maar we hopen dat we nog lang gezond
blijven tot ze een beetje volwassen zijn en voor
ons de taak er opzit.
FAM.
DOESBURG
KRUIS
Ook
ik ben een moeder van een gestorven kind. Uit mijn
eerste huwelijk 2 zonen. De lange voorgeschiedenis
zal ik besparen. Het zou een boek worden.
Het
is nu 32 jaar geleden. Mijn toenmalige man en ik
besloten te gaan scheiden, omdat er best veel ruzie
was. Mijn 2 zonen waren toen 6 en 10 jaar. Zij gingen
naar hun grootouders. Mijn ex-man probeerde me bij
iedereen zwart te maken, familie, vrienden. Bij
een paar lukte dat niet, met die mensen heb ik nog
altijd goed contact.
Ik
ging elke week van Den Haag naar Den Ilp met de
trein om de kinderen op te zoeken, waar ik na een
bepaald moment ook niet meer welkom was. Opa, hun
vader en de oudste zoon bleven op de hoek van 't
huis staan, zodat mijn jongste zoon naar mij toe
kon komen. Verdriet onvoorstelbaar. En na nog geen
5 minuten werd hij teruggeroepen.
Ik
had een vriend leren kennen, die niet Hollands was,
ze kenden hem helemaal niet, overal voor uitgemaakt,
ze zijn bezig geweest hem het land uit te krijgen.
De papieren waren allemaal in orde. Wij bleven bij
elkaar en kregen een dochtertje. De jongens (zonen)
zijn 2 jaar in Den Ilp geweest. Ik zag ze ook niet
meer. Aan de kinderen werden veel onwaarheden verteld,
ik zou veel in kroegen zitten, ik werd door mijn
eigen vader, waar mijn kids bij stonden, voor hoer
uitgemaakt. Er werd een postbus aangeschaft zodat
de post die ik stuurde in de postbus werd opgevangen,
dus de post verdween, ook mijn post aan de kinderen.
Na ruim 2 jaar zijn ze samen met hun vader en zijn
nieuwe vriendin naar Hoorn verhuisd, waar hun vader
vandaan komt.
Tussen
alles door zijn er heel veel toestanden en narigheid
geweest. Ik ben toen via het telefoonboek erachter
gekomen waar zij zijn gaan wonen, inmiddels getrouwd.
Ik ben kilometerslange brieven gaan schrijven. Van
beiden kwam er nooit een antwoord terug. Zes jaar
geleden ging mijn dochter uit mijn tweede huwelijk,
nu 30 jaar, naar Hoorn, naar mijn oudste zoon, belde
aan, hij deed zelf open. Zij maakte duidelijk wie
zij was. Ook al eerder in 't programma 'Ik mis je
zo' van Viola Holt voor de tv geweest. Ze zagen
daar hun halfzus voor 't eerst. Hij schrok, tja,
wat kwam zij doen. En Peter moet dit zo blijven?
Ja, zei hij, ik heb het boek gesloten. Nee, zei
zijn zus, dat kan niet, jullie hebben nog nooit
een woord van ons moeder aangehoord, daar heeft
zij recht op. Je moet haar ook die kans geven en
dan kun je verder gaan met je boek. Nee, je kunt
maar beter gaan. Het boek heb ik gesloten. Hij deed
zachtjes en netjes, goedenavond, de deur dicht.
Een grote zure appel!!
Ik
bleef die andere zoon schrijven, ik ben erachter
gekomen dat zijn schoonvader in Avenhorn woont,
ook mijn andere zoon woont daar. Ik heb al een paar
maal met die schoonvader gesproken, nette man, ik
vraag hoe het met mijn zoon gaat. En zo vernam ik
dat hij geen kinderen heeft en de oudste zoon heeft
2 zonen.
In
augustus 1999 heb ik nog contact proberen te krijgen
met mijn oudste zoon. Ik heb zelfs nog een briefje
onder de wisser van zijn auto gedaan. Maanden verstreken.
Niets vernomen. Kerstkaarten verstuurd.
Het
was inmiddels februari 2000. Vrijdagochtend. Ben
in mijn huis bezig. Post viel op de mat. Maak de
post open waar onder andere en rouwkaart bij zat.
Van wie kan die zijn?? Nee, dat kon niet waar zijn.
Ik kan niet op papier zetten hoe ik me voelde, mijn
hartslag, m'n kleur op m'n gezicht. Ik dacht, ik
ga erachter aan. Het kon toch niet waar zijn, ja
het wat tóch zo, mijn oudste zoon was overleden.
38 jaar. Vader van twee jonge kinderen, toen 11
en 9 jaar. Inmiddels was de crematie al achter de
rug. Er zat een briefje bij over het ziektebeeld
en het verloop ervan en de doodsoorzaak, niet gericht
of van wie het afkwam. Het leek wel een boodschappenlijstje.
Aan lymfklierkanker is hij heengegaan. Ik heb toen
ook gelijk mijn dochter gebeld van haar werk. Zij
was zó bij me. Ze kon 't ook niet geloven.
Hij moet al ziek geweest zijn toen zij daar aan
de deur was. Ik moest wat doen, maar wat??? Heb
de krant opgevraagd in Hoorn, mogelijk advertenties
van hem. Die is mij toegezonden. Veel advertenties
stonden erin.
Ik
kwam erachter dat de urn niet uitgestrooid werd,
maar begraven. Dat duurde zeker nog 6 tot 7 weken.
Ik heb in het kort mijn verhaal verteld aan de grafdelver.
Hij heeft mij gebeld toen het graf in orde was.
Ik ben toen meteen met mijn schoonzoon naar de Berkkontenweg
(de begraafplaats) gegaan. Via een fotootje op de
grafsteen kon ik zien wie mijn zoon was geworden.
Ik heb echt een boom gezocht voor steun, dit gun
je niemand. Vreeselijk, vreeselijk. Ik heb een foto
van die foto gemaakt, zodat ik nu ook een foto van
hem thuis heb. Ik ga regelmatig naar het graf met
de trein, dan huur ik daar een fiets en ga ik naar
het huis waar hij woonde, ik loop dan vlak langs
de deur en zo nu en dan vang ik een glimpje op van
zijn zonen (mijn kleinzonen). Veel verdriet!!! Maar
ik heb mijn dochters ook nog, met 2 schatten van
kleindochters van 6 en 8 jaar. Ik zit het echt allemaal
alleen in huis te verwerken. Anderhalf jaar geleden
een boompje voor het leven geplant. En zijn naam
op een paneel laten slijpen, tussen zovelen in het
koningin Wilhelminabos in Dronten. Het werd onthuld.
Heel plechtig aangepast met muziek. Dat heeft mij
heel goed gedaan. Dat was voor mij de crematie,
ik ben niet bij zijn afscheid geweest. 28 jaar je
kind niet gezien en nú nóóit
meer. In november ben ik weer teruggeweest naar
Dronten, waar weer panelen werden onthuld, dit eens
per jaar. Dan worden allen weer herdacht, stilte
in acht genomen. En dat doet goed. Maar het is ongelooflijk
zwaar. Wel vaak zit je dan even in gedachten, hij
komt nooit weer, dikke tranen. Wel wordt dat wat
minder, dat moet gewoon. Ik ben nu zover. Ik kan
met niet snel ergens druk om maken, want dít
is het ergste in mijn leven. Niets is erger dan
dit. Ieder huis heeft zijn kruis, zegt ik dan. Mijn
kruis is o zo zwaar. En ik kan dat van een ander
niet helpen dragen.
Ik
zoek veel afleiding, stap vaak op de fiets. Vooral
met de feestdagen. Pas nog, zijn sterfdag. Naar
Hoorn, er lag sneeuw. 28-1-2000 het graf schoongemaakt,
dan staat er een bos tulpen van zijn vader en vrouw,
kaartje eraan van pa en 'ma'. Máááá!!!
wat is dit nu allemaal. Héél boos
word je dan. Het kaartje gepakt met een vochtige
duim wrijf je dat woordje má weg. Zo loop
je weer rood aan. En tussendoor weer schrijven naar
m'n andere zoon, die morgen (22e ) jarig is die
nu 38 jaar wordt. Nooit iets verneem je wat van
hem, in totaal 32 jaar, zijn onvoorstelbaar moeilijk
geweest. En nog geen einde. Ik ben toch blij nu
hier aan mee te kunnen doen. Ook dat doet goed.
Maar het is zeker niet van mij afschrijven, maar
naar mij toe!!!
U
begrijpt wel dat het een zwaar leven is. Maar mijn
kleindochters helpen mij er ook doorheen. Leuke
kindjes. Maar Peter is altijd bij mij, ik slaap
slechts. Je staat ermee op en je gaat ermee naar
bed!! Ik dank u hartelijk voor deze mogelijkheid,
de tijd die ik van u roofde, want ik kan een dik
boek schrijven.
Ik
blijft gelukkig ook gespaard, want mijn gezondheid
betreft, ik ben sterk. Veel om mij heen, doet mij
niet veel. Ik zei het al, 'Mijn kruis weegt als
lood!'
A. C. M. Esselman
VERSTOTEN
Als
moeder van een zoon (37 jaar), die ik vier jaar
en drie maanden niet één keer gezien
of gesproken heb, wilde ik even reageren. Mijn zoon,
enig kind, is zonder ruzie de deur uitgegaan. Daarvoor
heeft hij een moeilijke periode gehad (werkloos,
hts-werktuigbouw). We hebben hem opgevangen, gesteund
en geholpen zo goed als we konden. Mijn man heeft
zich in die tijd heel vaak opgeofferd door met hem
te zeilen op de Wadden en op het IJsselmeer. Vijf
dagen voordat hij het ouderlijk huis verliet, had
hij een baan gekregen. Hij had inmiddels kennis
gekregen aan een oudere gescheiden vrouw met twee
dochters (toen 8 en 14 jaar). Diezelfde dag zei
hij me nog, wat hij me zo vaak zei: "Mam, ik
zal je nooit in de steek laten, ik zal je altijd
helpen." Helaas zei hij dat toen in bijzijn
van zijn vriendin. We waren en dat is algemeen bekend,
een zeer hecht gezin. Wat ons wordt aangedaan, vindt
men dan ook heel erg. Ze zijn getrouwd zonder aankondiging
en hebben nu samen een dochtertje. Via een buurman
die het toevallig van een ander te weten kwam, weten
we dat we een kleindochter hebben. Hoe ze heet en
wanneer ze is geboren, weten we niet. Men zegt:
"Het verlies van een kind door de dood is erg,
doch het verlies van een kind door als ouders verstoten
te zijn, is vele malen erger." Je kan beter
ruzie hebben gehad, dan dat een 'vrouwtje' onze
zoon op slinkse wijze bij ons heeft weggehaald.
De groep ouders die dat overkomt, behoort tot de
groep verstoten ouders en die groep groeit. Onze
zoon moet wel voor de keus gesteld zijn: "Je
ouders of ik." Hij verkeerde namelijk in een
toestand met rustgevende medicamenten en daar heeft
zij toen misbruik van gemaakt. Door dit gebeuren
ben ik ingestort en een wrak geworden. Lopen gaat
heel moeilijk. Ik gebruik krukken. Mijn spieren
en gewrichten doen pijn. Tot overmaat van ramp ben
ik twee jaar geleden van de trap gevallen en daarbij
heb ik de dood in mijn ogen gezien, en ruim een
jaar geleden ben ik ook nog eens door het oog van
de naald gekropen. Dankzij mijn nieuwe huisarts
en de cardioloog leef ik nog. Mijn man heeft onze
zoon een brief geschreven over de val van de trap
en dat ik voor mijn hart opgenomen ben geweest in
Utrecht. Tot nu toe heeft hij nog niet gereageerd.
Nooit geweten dat een kind zich zo van je af kan
keren. Ik ben 70 jaar. Veel leed heb ik gezien en
meegemaakt, o.a. als kind van achtenhalf gevlucht
met alleen wat ik aan had en daarna met mijn moeder,
broer en zus van mijn negende tot dertiende jaar
in het beruchtste jappenkamp doorgebracht. In Nederland
gekomen te zijn tijdens mijn schoolopleidingen veel
tegenslagen gekregen en teleurstellingen moeten
verwerken. Na het overlijden van mijn vader voelden
we ons verplicht mijn moeder in huis te nemen, om
haar niet weer gevangen en eenzaam te laten zijn
in een verpleegtehuis. Zeseneenhalf jaar hebben
we haar liefdevol mogen verzorgen. Hoe moeilijk
het ook voor me is, vooral met verjaardagen, met
kerst en oud en nieuw, heb ik gelukkig heel veel
steun van mijn man die zich bij deze situatie heeft
neergelegd en ook van onze dierbare, trouwe hond
Dustin, die me troost als ik het even te moeilijk
heb. Genieten van de natuur in Friesland en van
mijn tuin geeft me veel afleiding. Ik hoop dat u
begrijpt waarom ik zo aangeslagen ben door het lezen
van uw artikel. Vanzelfsprekend is het erg een kind
te verliezen, doch er moet ook rekening worden gehouden
met de twee andere kinderen. Ik heb geen kind meer.
Ik ben mijn zoon, waar ik zielsveel van hield, kwijt.
Ook ik zit in een rouwverwerking, terwijl ik weet
dat mijn zoon nog leeft. Deze rouwverwerking is
niet een-twee-drie door een programma als 'Het familiediner'
op te lossen. Deze briefschrijfster is getekend
door het leven.
G.M.
SCHOLTE-KUIPER
MARIEKE
'Overleven',
dat is wat mijn man en ik hebben gedaan de eerste
jaren na het volkomen onverwachte overlijden van
onze oudste dochter Marieke op 7 mei 1993. Marieke
werkte vijftien maanden als secretaresse op de Nederlandse
ambassade in Koeweit, ze heeft zich daar verloofd
met een Engelsman, Gordon, en de trouwdatum was
vastgesteld op 09-04-94. Op 1 juni 1993 zou Marieke
met Gordon voor een week vakantie naar Nederland
komen om o.a. een trouwjurk uit te zoeken... In
april 1993 is Marieke begonnen met duiklessen en
tijdens het behalen van haar eerste duikbrevet op
7 mei 1993 is Marieke aan een fatale hartaanval
overleden. Ik kan mij nu, na zoveel jaren, troosten
met de gedachte dat zij in de armen van haar geliefde
verloofde is overleden. Als je het in een boek leest
of op een film ziet, lijkt een dergelijke doodsoorzaak
heel 'romantisch', totdat het je eigen dochter betreft.
Mijn man en ik en onze jongste dochter Nicolien
en haar vriend Thilo zijn twee maanden na Mariekes
overlijden naar Koeweit gegaan, waar we ruim vier
weken samen met Gordon in Mariekes appartement hebben
gewoond. Ik ben samen met Gordon van de pier gesprongen
waar Marieke en Gordon op de 7e mei ook vanaf zijn
gesprongen. Het gaf mij een heel vredig gevoel om
in dat warme water van de Arabische Zee te vertoeven
en ik voelde Marieke heel dicht om mij heen. Obductie
heeft uitgewezen dat Marieke al zeker vier of vijf
keer eerder een lichte hartaanval moet hebben gehad,
dat haar kransslagader voor 75 procent verstopt
was en dat, als wij hiervan hadden geweten, zij
in aanmerking zou zijn gekomen voor een harttransplantatie.
De medici vermoeden dat er met de stofwisseling
van Marieke iets niet in orde is geweest, waardoor
haar lichaam waarschijnlijk al vanaf de geboorte
de 'verkeerde' cholesterol aanmaakte, de zgn. hypercholesterolemie'.
Onze Marieke heeft 23 jaar, 7 maanden en 1 dag met
een tijdbom in haar lichaam geleefd. Via Australische
vrienden van Marieke en Gordon kwamen we in contact
met 'The Compassionate Friends', een internationale
organisatie van ouders van een overleden kind en
in 1994 zijn we lid geworden van de Nederlandse
Vereniging van Ouders van een Overleden Kind. Veertien
maanden na Mariekes overlijden waren mijn man en
ik aanwezig bij de herdenking van 25 jaar 'Compassionate
Friends' in Engeland, de bakermat van de organisatie.
Met ruim 500 ouders uit veertien verschillenden
landen herdachten wij onze overleden kinderen en
door dat contact met lotgenoten vonden wij herkenning
en erkenning van ons immense verdriet. Vanaf de
dag na Mariekes overlijden heb ik zeer veertig schrijfblokken
(A4-formaat) aan beide kanten volgeschreven om te
proberen de chaos in mijn hoofd enigszins te ordenen.
Ik heb jarenlang heel intensief gecorrespondeerd
met veel ouders die wij toen in 1994 in Engeland
hebben ontmoet en nu nog schrijf ik regelmatig met
nog zeker honderd ouders in diverse landen. Ouders
die al eerder door het diepe dal van verdriet waren
gegaan en waar wij ons aan optrokken. Zij reikten
ons een hand en liepen een stuk met ons mee op de
weg van wanhoop, ongeloof en nog zoveel meer emoties
die door je lijf gieren na het overlijden van je
kind. Ik voelde mij geamputeerd en ik zeg nog steeds
dat een deel van mijzelf gelijk met Marieke is overleden.
Mijn
man en ik hebben een enorme strijd gevoeld om Mariekes
dood te overleden, ieder op onze manier en maar
zelden konden we het verdriet delen. We leefden
elk op ons eigen eiland vervuld van pijn en we waren
niet bij machte elkaar te bereiken. Tot overmaat
van ramp werd mijn man ontslagen door zijn werkgever,
want deze vond dat het verdriet na een paar maanden
toch wel 'over' moest zijn! Rechtszaken volgden
en met bovenmatige inspanning is mijn man een eigen
bedrijf begonnen en hebben wij nu een zeer florerend
bedrijf met zes medewerkers. De eerste jaren was
ik zo ingekapseld in mijn eigen verdriet, dat ik
totaal geen waardering had voor de vechtlust en
het doorzettingsvermogen van mijn man, ik voelde
mij eerder tekort gedaan. Hij wilde de vele boeken
die ik las niet lezen, maar nu begrijp ik ook dat
hij er geen tijd voor had. Hij probeerde immers
te voorkomen dat wij ons huis moesten verkopen,
het huis waarin we zoveel gelukkige jaren met Marieke
hebben beleefd.
Professionele
hulp wilde ik niet zoeken, ik was ervan overtuigd
dat het tussen mijn man en mij wel weer goed zou
komen, maar dat dit wel vele jaren kon duren. Ik
prijs me gelukkig dat mijn man mij de ruimte heeft
gegeven, zodat ik tot de bodem van het immens diepe
dal vol verdriet kon gaan. Het intensieve contact
met vooral lotgenoten, maar ook met een aantal dierbare
vrienden en familieleden hebben ervoor gezorgd dat
we langzaam, heel langzaam uit het diepe dal omhoog
zijn geklauterd.
De
Vereniging Ouders van een Overleden Kind geeft een
tweemaandelijks contactblad uit voor lotgenoten
en daar heb ik veel van mijn gevoelens in kwijt
gekund, bovendien las ik de verhalen van andere
ouders en werd ik bevestigd in mijn gevoel dat ik
echt niet gek werd of gek deed!
Na
een aantal jaren voelde ik mij sterk genoeg om te
proberen andere ouders te helpen om een stukje met
hen mee te lopen en sinds een jaar of vijf ben ik
heel actief binnen de vereniging. Voor de provincie
Noord-Holland ben ik de regiovertegenwoordiger en
dat betekent dat alle ouders die in onze provincie
om hulp en vragen bij mij terechtkomen. Als ze dit
willen, bezoek ik hen, ik organiseer en begeleid
gespreksgroepen en met een tiental andere ouders
organiseren we twee keer per jaar een open middag
ergens in Noord-Holland. Verder zit ik in een werkgroep
die op landelijk niveau eenmaal per jaar een Landelijke
Dag organiseert (dit jaar op 17 april in Barneveld).
In
2002 was ik ter gelegenheid van het 20-jarig bestaan
van de vereniging intensief betrokken bij de organisatie
van een herdenkingsdag voor leden en een symposium
voor professionele hulpverleners. In 2006 hopen
wij het 25-jarig bestaan te gedenken, wederom met
een symposium en een herdenkingsdag en ook van deze
werkgroepen maak ik deel uit.
Verder
heb ik in 2002 een boekje samengesteld met lievelingsrecepten
van onze overleden kinderen, de ouders hebben daarbij
een verhaal geschreven waarom hun kind dit recept
zo lekker vond, er zijn foto's van onze kinderen
bij afgedrukt en de recepten worden afgewisseld
met spreuken en gedichten.
Mijn
man en ik hebben elkaar gelukkig hervonden, we hebben
geleerd te respecteren dat we elk op onze eigen
manier met het grote verdriet om Mariekes dood omgaan.
Onze
jongste dochter Nicolien is met haar vriend Thilo
al zeseneenhalf jaar gelukkig getrouwd en wij zijn
inmiddels de trotse oma en opa van vijf kleinkinderen!
Een dierbare vriend én lotgenoot verwoordde
dit kleinkinderengeluk voor ons als "bloempjes
in onze lege weide" en ook zij hebben ervoor
gezorgd dat wij van 'overleven' weer het gevoel
krijgen te 'leven'. Dat het leven weer de moeite
waard is geleefd te worden, ook al wordt het nooit
meer zoals het was. De glans is er toch wel vanaf.
Maar ik durf weer te genieten van alles wat op mijn
levenspad komt zonder dat ik mij daar tegenover
Marieke schuldig over voel.
Ook
Nicolien en Thilo en hun kinderen dragen de dood
van Marieke als zus, schoonzus en tante levenslang
met zich mee. We hadden het graag allemaal anders
gezien en het staat buiten kijf dat we ons leven
van vóór Mariekes dood zó zouden
inruilen voor het leven wat we nu leven. Soms zeg
ik weleens dat ik dit nieuwe leven niet zou willen
missen, maar wél met Marieke erbij!
Ons
leven gaat door, zij het op een ander spoor, maar
altijd is Marieke 'aanwezig in afwezigheid' en voel
ik vaak via muziek dat zij om mij heen is en mij
probeert te helpen. Ik ben dankbaar voor het leven
wat wij met Marieke hebben geleefd, zij het dat
we dit veel te kort hebben gevonden! De vele boeken
die ik heb gelezen, hebben mij er echter van overtuigd
dat het leven na de dood niet ophoudt, maar dat
het in een andere vorm doorgaat en dat vind ik een
troostgevende gedachte.
Ja,
we zijn 'getekend door het leven', en ja, we hebben
'levenslang verdriet', maar dat betekent niet dat
we levenslang ongelukkig zijn. We staan best wel
weer positief in het leven en dat is ook wat ik
met deze reactie probeer over te brengen. Voor ons
heeft het leven weer zin gekregen en Jan en ik hebben
allebei op ons eigen manier het gevoel dat Mariekes
dood niet voor niets is geweest en dat wij aan ons
leven weer een zinvol bestaan hebben gegeven.
BETSY
DE JAGER
NOODLOT
Vreemd
genoeg kijk ik zelden of nooit naar rouwadvertenties.
Misschien een vorm van struisvogelpolitiek met in
mijn achterhoofd het waanidee: ik heb nog even voor
ik 85 wordt. Niets is minder waar en dat weet ik
zelf maar al te goed. Ondertussen al redelijk 'belegen'
en misschien een snellere verloop van mijn houdbaarheidsdatum.
Ouders sterven voor de kinderen, maar soms heeft
het noodlot een ander idee. Mijn dochter overleed
op de leeftijd van nauwelijks een jaar, kort na
haar verjaardag, zomaar! Een gezond kind ligt ineens
dood in haar wiegje, wiegendood. Verbijsterd onderga
je je lot! Boosheid en onmacht geven je een verlamd
gevoel. Hoe kan je hiermee omgaan! Deel je je verdriet
met je echtgenoot, of beleef je ieder je eigen emoties
en gevoelens. Ik heb er tien jaar nooit over gesproken
en beschouwde haar dood als een afschuwelijke nachtmerrie.
Geen tijd nemend voor verdriet of rouw. Daarna overlijdt
je echtgenoot aan een hartstilstand op jonge leeftijd.
Je leven verandert in een totale puinhoop en je
woede neemt de overhand. Waar bleef God met zijn
eeuwige liefde? Ik denk dat hij mij veel heeft uit
te leggen als ik straks het huidige met het eeuwige
zal verwisselen.Dus
rouwadvertenties zijn aan mij niet besteed, het
blijft een circle of life!
ZAIDA