Het
blijkt een van de laatste taboes, dat heimwee! Nadat
vorige week de oorspronkelijk uit Groningen afkomstige,
maar tegenwoordig in Haarlem wonende kunstenares
Michèle Baudet over haar heimweeproject vertelde
op deze pagina, stromen de brieven van opgeluchte
lezers namelijk binnen op de redactie. "Bedankt
voor het artikel; ik ben blij dat ik niet de enige
ben met heimwee", schreef bijvoorbeeld Christien
Plekker. Geboren in Drenthe, woont zij met haar
man heden ten dage in Zaandijk en bepaald gelukkig
is ze daar niet. "Wanneer ik de provinciegrens
met Drenthe passeer, heb ik een gevoel van thuiskomen.
Nog steeds heb ik heimwee naar de bossen en heidevelden
en ik begrijp niet wat iemand bekoort aan die afgemeten
rechte ingepolderde weilanden." Christiens
man, geboren en getogen Zaankanter, heeft zijn door
heimwee geplaagde vrouw echter al ruimschoots duidelijk
gemaakt dat verhuizen wat hem betreft geen optie
is; ook niet na zijn pensionering. Wat dat betreft
heeft de zwager van iemand die haar e-mail ondertekende
met Breul meer begrip voor het verdriet van zijn
wederhelft. "Mijn zus was een jaar na de verhuizing
ziek van heimwee", schreef Breul. "Haar
mooie huis met een stuk bos achter in haar tuin
kon niet verhinderen dat ze ziek werd. Ook voor
hun drie kinderen was het naar dat mama zo was.
Ze heeft er echt alles aan gedaan: contact gezocht,
proberen toch door te gaan. Uiteindelijk zei haar
man 'dit kan niet meer'. Ik heb daar diep respect
voor gehad. Het huis werd verkocht en ze verhuisden
terug naar het gebied wat zo vertrouwd was, Utrecht.
Haar tuin was een klein plaatje, vol met bloemen
en binnen een paar maanden was ze weer de moeder,
vrouw en zus die ieder kende."
Illustratie:
Dilys de Jong
D.
van der Aa deed ook deze week een duit in het vakje.
Het is grappig om te merken dat hoe langer deze
rubriek bestaat, hoe meer wij ongemerkt te weten
komen van de vaste briefschrijvers, zoals de pragmatische
Heidi Mühlemann en de meer filosofisch ingestelde
Van der Aa. Deze laatste is kennelijk ooit als kind
met voor oorlogsgeweld vluchtende ouders mee naar
Nederland gekomen, zo blijkt uit zijn reactie op
de heimweeoproep: "En dan op zekere dag merk
je dat je je oude gevoelens weggestopt hebt, als
in een stoffige archiefkast, ergens op zolder. Door
een onzichtbare hand werd ik geleid naar de zolder
om uit te pakken en af te stoffen. Alle gevoelens
kwamen los en ik was weer compleet, om het maar
zo te zeggen. Ik ben een hele tijd bezig geweest
met afstoffen, herlezen van mijn jeugdervaringen,
opgedaan toen in mijn vaderland. En toen heb ik
ze relatief schoon teruggeplaatst in het archiefkastje."
Een
mooie poëtische reactie kwam verder van Jeanne
Rutten die drie gedichten opstuurde die voor haar
heimwee symboliseren. 'Een slapend monument' vonden
wij het ontroerendst. Bij deze dan ook de integrale
tekst:
niemand
kan mij de
geur ontnemen
van dat landschap
dat ik zovele jaren
voor mijzelf
bewaard heb en dat
genesteld in mij woont
niemand zal mij
de kleur ontnemen
van het tuinhek op
scharnieren dat
voetstappen binnenliet
en toegang tot
beschutting bood
dat alles opgeslagen als
een slapend monument
met wat onkruid tussen
de natte keien
Uw
reacties
ISRAEL
Alhoewel
ik als kind geen last had van heimwee, heb ik het
nu oudere leeftijd wel. Ik ben op mijn 20e verjaardag
naar Israël gekomen en woon hier al meer dan
dertig jaar. De laatste jaren heb ik steeds meer
heimwee naar Nederland vooral naar de mensen en
de groene weilanden. Ik hoop dat ik als ik over
een paar jaar met pensioen ga ik weer terug kan
komen naar Nederland tot dan zal ik mij moeten behelpen
met vakanties in Nederland, waarvan ik iedere keer
met meer heimwee vandaan weer naar huis terug ga.
Mijn moeder en zusje wonen in Nederland wat ook
een reden is voor mijn heimwee naar Nederland.
SIMONE
WILLNER
BRABANTSE
GEZELLIGHEID
Ik
woon alweer twaalf jaar in Engeland, maar ik mis
de Brabantse gezelligheid nog altijd erg. Heb ondertussen
wel veel Nederlandse collega's, maar daar zijn helaas
geen Brabo's bij en dat is wel jammer. Ik zorg er
dan ook voor dat ik drie, vier keer per jaar terugga
voor verjaardagen wanneer zo'n beetje de hele familie
bij elkaar komt. Tantes and ooms en af en toe een
neef of nicht met kindjes! Heerlijk!
GEERTJE
ONBESCHRIJFELIJK
Ik
heb zelf een groot heimweeprobleem waar ik al jaren
mee heb leren leven. Soms doet het me zo zeer dat
het enige wat overblijft een goede huilbui is. In
1976 emigreerde ons gezin naar Australië. Ik
woonde daar met mijn eerste echtgenoot, mijn twee
zonen zijn nu opgegroeid en hebben samen met mijn
stiefkinderen een clubje van zes schatten. In 1990
ontmoette ik mij tweede echtgenoot in Darwin, Australië
en hij is van de USA. Zo nu dan woon ik sinds 10
jaar in de USA omdat hij geen werk kon vinden. We
hielden zo en nog van mekaar dat we besloten om
naar Arizona te vertrekken. Mijn heimwee is dus
groter geworden, want ik mis mijn drie zusters en
vier broers elke dag om Hollands mee te praten.
Nu ben ik so lucky dat ik naar Australië en
Holland kan reizen. Dan vraag ik me af hoe het leven
in het kleine toch zo oergezellige landje was geweest
met mijn zonen. Ik heb erge heimwee naar die maffe
kleine dingen, ook heb ik heimwee naar mijn kleintjes
die oma niet elke dag in hun leven hebben. Ik stuur
elke week post naar Australië, allemaal om
de beurt, een kindermagazine en iets lekkers en
een brief van de computer met een fotootje van iets
als Simba de leeuw. Mijn zonen e-mail ik regelmatig,
mijn zussen bellen me nog steeds ongeveer tweemaal
per maand. Maar toch, dat heimweegevoel is iets
waar ik elke dag mee opsta. Het is een onbeschrijfelijk
soort schuldgevoel ook. Ik weet niet wat er in de
toekomst gebeurt, maar mijn drang naar Holland is
net zo groot als naar Australië.
FIENE
KOOIJ
BEVALLINGEN
Na
81 jaar denk ik met heimwee terug aan de dagen na
drie bevallingen in drie opeenvolgende jaren. De
weelde aan geurige bloemen, ik ruik ze nog! Het
kraambezoek, de kraamverpleegster die je tien dagen,
ja toen lag je nog tien dagen in bed, verwende.
Gelukzalige dagen die ik nooit vergeet! Na vijf
jaar was 't kwartet compleet.
TINEKE
L.
ZUS
Heimwee,
voor ieder die er geen last van hebt, is het aanstellerij.
Maar dat heimwee zo diep kan gaan, heb ik in mijn
familie ondervonden. Mijn zus verhuisde van Utrecht
naar Ede. Ze bakken overal brood. Na een jaar was
ze ziek van heimwee. Haar mooie huis, een stuk bos
achter in haar tuin, kon niet verhinderen dat ze
ziek werd. Ook voor hun drie kinderen was het naar
dat mama zo was. Ze heeft er echt alles aan gedaan:
contact gezocht, proberen toch door te gaan, maar
toen eindelijk haar man zei "dit kan niet meer"
- en daar heb ik diep respect voor gehad, dat is
echte liefde - werd het huis verkocht. Ze verhuisden
terug naar het gebied wat zo vertrouwd was, Utrecht.
Haar tuin was een klein plaatje, vol met bloemen
en binnen een paar maanden was ze weer de moeder
en vrouw en zus die ieder kende. Maar het meeste
is me bij gebleven dat haar man toch de grootste
beslissing heeft genomen, voor haar en zijn gezin.
En daar word je helemaal stil van.
BREUL
THUISKOMEN
Eindelijk
(h)erkenning. Ik, geboren Drent, woon al ruim dertig
jaar in de Zaanstreek en voel me nog steeds niet
verbonden met de streek. Mijn man is een geboren
Zaankanter en wil beslist niet weg, ook al zeg ik
dat ik na zijn pensioen hier weg wil. Er is nergens
rust en stilte, overal drukte, om van de stank nog
maar niet te spreken. Wanneer ik de provinciegrens
met Drenthe passeer, heb ik een gevoel van thuiskomen.
Nog steeds heb ik heimwee naar de bossen en heidevelden
en begrijp niet wat iemand bekoort aan die afgemeten
rechte ingepolderde weidelanden. Ook mijn kinderen
wilden nooit verhuizen en nu wonen beide zoons in
de stad Groningen en willen daar nooit meer weg,
cynisch hè? Bedankt voor het artikel; ik
ben blij dat ik niet de enige ben met heimwee.
CHRISTIEN
PLEKKER
AFSTOFFEN
Wie
wil niet terugkruipen in de warme, veilige buik
van moeder de vrouw? Al was dat lang geleden, het
gevoel dat het oproept, kent ieder mens wel. Nostalgie,
weemoed, heimwee; het trekt regelmatig aan me, maar
niet zoals velen die ik ken, die er kapot aan gaan
of gegaan zijn. De plaats waar je geboren bent en
opgegroeid bent in puin zien schieten door regeringstroepen
en rebellen, terwijl je je 'veilig' waant, dat zal
altijd in je geest blijven, het gaat nooit over.
Als kind naar Nederland gekomen, omdat je ouders
het verstandig vonden om het vaderland te verlaten,
net zoals vele burgers, om een menswaardig bestaan
hier op te bouwen. Je groeit hier op als kind, in
een andere wereld, met die oude wereld in je hoofd.
Je past je aan, je gaat naar school, je krijgt relaties,
je maakt carrière, want dat wordt van je
verlangd. En dan op zekere dag merk je dat je je
oude gevoelens weggestopt hebt, net als een stoffige
archiefkast, ergens op zolder. Door een onzichtbare
hand werd ik geleid naar de zolder om uit te pakken
en af te stoffen. Alle gevoelens kwamen los en ik
was weer compleet, om het maar zo te zeggen. Ik
ben een hele tijd bezig geweest met afstoffen, herlezen
van mijn jeugdervaringen, opgedaan toen in mijn
vaderland. En toen heb ik ze relatief schoon teruggeplaatst
in het archiefkastje. Veel pijn kwam bovendrijven,
maar ik wist dat het een plaats moest krijgen, om
te koesteren en daaruit inspiratie proberen te halen.
En nu vooral wel te genieten van die mooie momenten
van toen.
D.
VAN DER AA
WOELMUIZEN
Ik
was een jaar of zeven en was met mijn ouders in
Zuid-Frankrijk op vakantie. Rond onze vouwwagen
zaten allemaal gaatjes in de grond. Toen ik nieuwsgierig
aan mijn vader vroeg wat dat waren, vertelde hij
me dat dat holletjes waren van kleine diertjes die
woelmuizen heten. Bij de vraag hoe die er dan uitzagen
zei hij dat hij ze ook alleen maar op de televisie
had gezien en dat hij zich dat niet meer zo goed
kon herinneren. Nieuwsgierig naar hoe het beestje
eruit zag, heb ik oud stokbrood aan m'n moeder gevraagd
en dat in een cirkel om het holletje gelegd. 's
Nachts hoorde ik allerlei kleine pootjes schuifelen
langs de tent en bedacht dat dat ze moesten zijn,
maar durfde in het donker niet zo goed te gaan kijken.
's Morgens aan het ontbijt vroeg ik mijn vader waarom
het diertje zijn brood niet overdag kwam halen.
Mijn vader vertelde dat het waarschijnlijk nachtdiertjes
waren en erg schuw zijn en dat ik er hoogstwaarschijnlijk
nooit een zou zien. Zwaar beledigd omdat ik alleen
maar aardig wilde zijn voor het dier heb ik niet
opgegeven en ben elke dag bij het holletje gaan
liggen met steeds weer hetzelfde cirkeltje broodkruimels.
Mijn moeder bracht me zelfs drinken en eten omdat
ik mijn missie niet wilde onderbreken. Die vakantie
is ook alleen mijn rug bruin geworden. Maar het
spreekwoord zegt: 'De aanhouder wint' en dit klopte:
op een ochtend kwam mijn vader mij wakker maken
en zei dat ik nu maar eens broodkruimels neer moest
leggen. Hij had bij een ander holletje een eigenwijze
woelmuis gezien en die kwam steeds met z'n kleine
hoofdje naar boven. En inderdaad na een paar minuten
kwam er een heel klein schattig hoofdje uit het
holletje dat vliegensvlug een broodkruimeltje vastpakte
en vervolgens weer spoorloos verdween. Dit was voor
mij genoeg en ik kon na anderhalve week nog een
week genieten van het zwembad en mijn vakantie.
Het is inmiddels al meer dan vijftien jaar geleden,
maar toen ik deze oproep zag, moest ik er meteen
aan denken. Het was voor mij zo'n overwinning om
dat beestje te zien en de blijdschap die ik voelde
voel ik nog steeds bij de herinnering eraan.
ANNEKE
BOSCH
KLUTS
KWIJT
Ik
heb wel eens heimwee naar die periode van de provo's,
de demonstraties tegen alle kernwapens en de vakbondsacties
in de tachtiger jaren. Er was toen een soort symbiose
ontstaan in de maatschappij van saamhorigheid; weten
waarvoor je toen knokte. Nu is de vereenzaming,
individualisering, het alles-moet-kunnen-hersenspinsel,
de verloedering van normen, waarden en de rede in
de Nederlandse maatschappij binnengeslopen. Hard,
koud en ongenadig! We schijnen met z'n allen de
kluts kwijt te zijn geraakt. Van mij mag die tijd
weer terugkomen.
JOYCE
VAN DIEPEN
HERINNERINGEN
Bij
het heimweeproject komen een paar zaken niet goed
uit de verf, dat wil zeggen dat ze alleen onzichtbaar
op de achtergrond huizen.
De
werkelijkheid uit het verleden is weg, in Nederland
veel radicaler dan in de buurlanden, naar wij van
Fransen en Duitsers weten. Zij kunnen nog terug
naar een vrij ongeschonden plaats uit hun verleden.
Wijzelf kunnen in het land van onze jeugd meestal
de weg niet meer vinden. In Zeist is het vroegere
centrum rond Markt, Voorheuvel en Emmastraat nu
een betonwoestijn, in Utrecht zijn het oude Stationsplein,
het Leidscheveer en het Vredenburg uit mijn schooltijd
bedekt door de tentakels van Hoog Catharijne. Walcheren
is goeddeels onherkenbaar, hoewel hier en daar nog
wat kernen gespaard zijn. Volgens een ons bekende
architect is nog maar rond een kwart van de Nederlandse
gebouwen ouder dan 50 jaar. We kunnen dus niet zonder
een museumtentoonstelling in Haarlem over de vroegere
wereld. Wijzelf besteden veel tijd aan foto's en
films uit eigen jeugd: bekijken, scannen en restaureren.
Ons museum.
Dus
maar weemoedige herinneringen ophalen met jaarclubs,
in reünies, met oude vrienden? Pas maar op,
want juist het heimwee berust op geselecteerde herinneringen
verweven met geselecteerde emoties, zonder dat die
selectie bewust is. Dat is nu het kattenheimwee
van Baudet: zeer persoonlijk, met tegenvallend gehalte
aan écht gezamenlijke herinneringen, ook
qua gevoelswaarde. Zo roept uitschreeuwen van heimwee
naar plaatsen en gebeurtenissen soms bevreemding
op bij anderen, zelfs wel eens conflicten. "Hoe
kun je dát nu zeggen. Zo was het helemaal
niet." Reünies zijn daarom het best als
men de huidige illusie van vroegere echte banden
maar laat bestaan en, badend in deze aangename weemoed,
gezellig keuvelt.
Een
museumtentoonstelling is daarom toch eigenlijk een
mooie oplossing voor degenen met heimwee naar een
wereld die niet meer bestaat, vanuit een wereld
die de onze niet meer is. Bravo, mevrouw Baudet.
R.A.A.
OLDEMAN EN W. OLDEMAN-HELDER