Publicatiedatum: zaterdag
17 juli 2004
WWW.DE WARE
Deurbel
Het
was opgehouden met keihard regenen maar het miezerde
wel nog een beetje na. Terwijl Ruud ietwat in elkaar
gedoken luisterde naar het geluid van de voordeurbel
voelde hij hoe een dikke druppel vanuit de blauwe
regen die het portaal omlijstte precies in de kraag
van zijn sweater viel. Het maakte dat hij zich nog
een beetje ellendiger ging voelen. Het duurde even
voor de deur openzwaaide. Ze droeg een verbleekte
spijkerbroek en een grijze trui en keek met grote
ogen van verbazing naar de besnorde agent op haar
drempel. "Hallo", zei ze, "kan ik wat
voor u doen?" Ruud probeerde zich laf achter
de brede geüniformeerde rug te verbergen. Dat
had weinig zin. "Heet u Julia?" vroeg de
man veel vriendelijker dan hij Ruud had bejegend.
"Deze heer zegt dat hij met u een afspraak heeft
maar dat u niet thuis was. De bewoonster van nummer
11 denkt echter dat hij de inbreker is die hier al
een aantal weken de buurt onveilig maakt aangezien
hij meer dan een uur zogenaamd op uw thuiskomst heeft
zitten wachten terwijl u bij haar weten helemaal niet
weg was."
Julia
keek naar de Snor alsof het haar duizelde. Toen ontwaarde
ze de bedremmelde Ruud. 'Dit was het dan', dacht hij,
'nu laat ze me natuurlijk arresteren. Is ze mooi van
me af. Wel een goed verhaal voor in de kroeg natuurlijk.'
"Ruud!"
zei Julia echter. "Jeetje, misschien kun je zo
meteen even naar mijn bel kijken, want daar is volgens
mij echt iets mee mis. Vorige week heeft mijn moeder
ook al een uur op de stoep staan wachten. Maar ja,
een dame op leeftijd wordt door onze topspionne van
nummer 11 natuurlijk niet voor een inbreker aangezien."
Ze lachte: "Kom gauw binnen. Dan zet ik koffie.
U ook een kopje, meneer?" De agent bedankte vriendelijk
en tikte duidelijk onder de indruk van Julia's sprankelende
persoonlijkheid tegen zijn pet. Zelfs zonder het sexy
zwarte jurkje van hun afspraakje en met het haar in
een slordige paardenstaart vond Ruud haar nog de mooiste
vrouw die hij ooit had gezien. Julia deed de voordeur
dicht. Ze bleef even doodstil staan, met haar voorhoofd
leunend tegen het koningsblauw gelakte hout. Toen
draaide ze zich om en sloeg haar armen verdedigend
om haar bovenlichaam. "Wat kom je doen?"
vroeg ze met samengeknepen ogen. Ruud glimlachte.
"Koffie drinken", zei hij rustig, "En
je deurbel maken als dat echt nodig is. Misschien
even met je praten. Verder niks. Ik kom niet om je
te pesten of om je dwars te zitten." Hij keek
haar diep in de ogen met zijn meest eerlijke en oprechte
blik, althans dat hoopte hij. "Bedankt dat je
me niet aan het wettelijke gezag hebt overgeleverd."
Julia's
armen ontspanden zich. Ze veegde een piek zwart haar
die uit haar paardenstaart was ontsnapt uit haar rookgrijze
ogen. "Mijn bel is wel in orde, hoor. Dat was
een smoes. Ik kon je toch moeilijk laten arresteren
door iemand met zo'n bedreigende snor." Ruud
begon te lachen: "Enorm hè, die snor.
Hoe lang zou hij erover gedaan hebben om die te kweken..."
Haar ogen twinkelden vrolijk. "Vast ooit een
puber met een vlassnorretje geweest die het zonde
vond zich te scheren."
Marjolein
Hurkmans
|