Felle discussie over wettelijk verbieden pedagogische
tik
Verboden te slaan!
Een lastige discussie is het. Blijft het. Al jaren
wordt eindeloos gepraat over de zogeheten pedagogische
tik. 'Die zou verboden moeten worden', vindt een groeiende
groep mensen. 'Moet kunnen', vindt daarentegen nog
steeds zo'n 60 procent van de ouders, blijkt uit een
recente peiling. Maar waar ligt dan precies de grens
tussen wat nog pedagogisch verantwoord is en wat níet
bij het uitdelen van een mep? Om de discussie niet
voortdurend te hoeven voeren, wordt binnen de hulpverlening
gepleit voor een wettelijk verbod op alle vormen van
geweld.
Illustratie:Dilys
de Jong
ARNHEM
- "Ik mag mijn ongehoorzame slaaf slaan. Mooi
niet: afgeschaft in onze koloniën in 1863. Ik
mag mijn ongehoorzame vrouw slaan. Ook niet: afgeschaft
in Nederland in 1809. Ik mag mijn ongehoorzame hond
slaan. Ook nee: afgeschaft in Nederland bij de Gezondheids-
en welzijnswet voor dieren in 1993. Ik mag mijn ongehoorzame
kind slaan. Mooi wel... in Nederland anno 2003."
Met
die woorden opende de Maastrichtse hoogleraar in de
Rechten van het Kind prof. mr. Jan Willems het landelijk
congres 'Het kan anders! Respectvol opvoeden is opvoeden
zonder geweld', dat het Nederlands Instituut voor
Zorg en Welzijn met het Bureau Jeugdzorg Gelderland
in Ede hield. Beide instellingen verklaarden zich
bovendien voorstander van een basisvoorziening voor
opvoedingsondersteuning voor elke ouder.
"We
praten over álle vormen van geweld", zegt
Gert van Harten, een van de organisatoren van het
congres en hoofd Advies- en Meldpunt Kindermishandeling
Gelderland nog maar eens. "Dus ook die tik op
de luier, want daar begint het mee. Een tik wordt
in veel gevallen twee tikken en dan misschien eens
een fikse klap op de blote billen, een klap in het
gezicht. Weet u, wij zien in de praktijk verschrikkelijke
dingen maar kunnen er vervolgens weinig mee."
"Zou
zo'n wetswijziging er nu komen," vervolgt hij,
"dan hebben wij iets in handen om ouders op aan
te spreken. En natuurlijk gaat dit niet over die ouder
die een enkel keertje, ten einde raad, en ook tot
grote schrik van hem of haarzelf hopeloos uit zijn
slof schiet. Maar we moeten ergens een keer een norm
stellen", meent hij.
VN-Verdrag
Een
norm die overigens in een groot aantal landen om ons
heen al is opgenomen in de wet; Zweden, Noorwegen,
Denemarken, Duitsland en Italië. "Zoiets
zou trouwens ook rechtstreeks moeten voortvloeien
uit het VN-Verdrag inzake de Rechten van het Kind.
Nederland krijgt er nu elke vijf jaar van langs van
het VN-Comité dat op dat verdrag toeziet."
Voor
de duidelijkheid: we praten hier over een wijziging
in het Burgerlijk Wetboek. Ofwel over het opnemen
van een bepaalde norm voor de samenleving. Daar staan
geen sancties. Je kunt je natuurlijk afvragen of het
zin heeft wanneer je zo'n wet niet kunt naleven of
controleren.
"Dat
is dus precies de reden waarom minister Donner van
Justitie moeite heeft met ons voorstel. Hij ziet het
vooralsnog als symboolwetgeving. Jammer", zegt
Van Harten. "Sancties interesseren ons namelijk
niet. Het is een bewustwordingsproces dat op gang
moet komen. Maar het begin is er volgens mij al, wanneer
je bedenkt dat de heftigheid waarmee gereageerd wordt
op dit onderwerp de afgelopen jaren aanzienlijk is
afgenomen.
Afgenomen?
Laat het woord slaan of pedagogische tik vallen en
de discussies laaien in alle hevigheid op. Een rondje
collega's en vrienden leert bovendien dat veel ouders
een klap soms gewoon effectief vinden: "Wat moet
je dan als hij zich in de supermarkt dramatisch op
de grond werpt omdat hij geen Bob de Bouwer-koekjes
mag? De hele boel bij elkaar krijst en weigert verder
te lopen. Dan kun je toch niet anders dan hem aan
het armpje mee sleuren met een pak op de broek toe?"
En:
"Je dacht toch niet dat ik 's morgens op mijn
knieën voor mevrouw ging, omdat ze geen zin heeft
om haar schoenen aan te trekken terwijl we nog tien
minuten hebben om op school te komen? Dan moet ik
zeker eerst een pedagogisch gesprek gaan voeren? Geloof
me, dan geef je dus gewoon een zet of draai om de
oren. Daar gaan ze echt niet dood van hoor."
Of
deze: "Een pak slaag bij wet verbieden? Het moet
niet gekker worden. Soft gedoe. Kijk eens naar de
problemen in het onderwijs, openbaar vervoer of op
straat. Een pak rammel op zijn tijd zou de jeugd misschien
eens wat respect en discipline bijbrengen. Te beginnen
bij voetbalvandalen en Marokkaanse reljongeren."
"Daar
schrik ik dus enorm van", zegt Justine Pardoen,
hoofdredactrice van Ouders Online (www.ouders.nl),
een onafhankelijke website voor ouders. "Maar
dergelijke reacties kwamen ook naar voren in onze
peiling. Bijna 60 procent van 2.700 ondervraagde ouders
vindt zogezegd dat een corrigerende tik mag wanneer
andere middelen geen effect hebben. Dertig procent
vindt gelukkig dat je kinderen nóoit mag slaan,
maar nog altijd 3 procent is van mening dat slaan
soms het beste opvoedingsmiddel is, ongeacht leeftijd."
Verkeerde
voorbeeld
"Treurig",
zegt Pardoen. "Juist wanneer je bedenkt dat elke
mishandeling begint met die eerste aframmeling. Slaan
helpt niet. Nooit. Je leert je kind hooguit dat een
dergelijke manier van communiceren kennelijk normaal
is. Met alle gevolgen van dien. Mensen die nu zeggen
dat zo'n corrigerende klap moet kunnen, hebben vaak
vroeger ook zo'n tik gekregen. En over Marokkaanse
jongeren: misschien zou je het moeten omdraaien. In
allochtone gezinnen wordt veel gemakkelijker geweld
toegepast, dat is een probleem op zich. Die jongeren
krijgen thuis het verkeerde voorbeeld."
De
hoofdredactrice vergelijkt de discussie met het rijden
door rood. "Iedereen weet dat dat niet mag. Het
wordt in principe niet gedaan. Slechts in uitzonderlijke
(nood)gevallen zal iemand er eens snel doorheen rijden.
Naar die situatie moeten we toe. En zoals je natuurlijk
ook niet bij elk stoplicht een politieagent kunt zetten,
zo zal ook die ene pedagogische tik niet worden gecontroleerd."
Volgens
haar zien veel ouders soms geen alternatief dan slaan.
Er wordt wat afgeranseld in de pubertijd. "Gelukkig
voelen de meesten zich oprecht beroerd als ze uit
pure onmacht een keer over de schreef zijn gegaan.
Dat is winst, maar als dat leidt tot een situatie
waarin tien keer sorry wordt gezegd, zonder dat er
iets verandert, doe je iets verkeerd. Overheid en
samenleving zouden daarom dringend materiaal moeten
ontwikkelen dat ouders alternatieven leert."
Professor
Willems vindt dat het vanzelfsprekend moet worden
dat mensen bij vragen en problemen met de opvoeding
naar een hulpverlener stappen. Net zoals je voor een
bult op je arm naar de huisarts gaat. Hulpverleners
worden nu pas achteraf ingeschakeld. Als het al heel
erg mis is gelopen. Dan is het vaak niet alleen te
laat, het werkt ook stigmatiserend voor het kind.
Willems
denkt aan het verstrekken van informatie bij loketten
waar mensen allemáal terechtkomen. "Nu
zijn het vooral de meer opgeleide ouders die kennis
nemen van pedagogische informatie. Koppel het daarom
aan basisvoorzieningen als de kinderbijslag, die je
dan bijvoorbeeld op het consultatiebureau moet aanvragen.
Richt groepjes van vaders en moeders op of verstrek,
indien nodig zorg op maat." Het is volgens hem
typisch Nederlands om dat als betuttelend te ervaren.
"Zie het gewoon als preventie."
En
Gert van Harten: "Als mensen een hond aanschaffen,
doen ze toch ook een puppycursus? Het opvoeden van
een kind vereist minstens dezelfde aandacht."
Wilt
u reageren op dit artikel, klik dan hier
|