AMSTERDAM - De gehele Tweede Kamer wil in de volgende kabinetsperiode 50 tot 100 miljoen euro extra uittrekken voor de sport. GroenLinks en de PvdA willen het meest uitgeven, namelijk 100 miljoen,. PvdA-lijsttrekker Melkert vindt dat de helft van dat bedrag van de gemeenten moet komen.

Een groot deel van het extra geld is als het aan de Tweede Kamer ligt niet bestemd voor de topsport, maar voor de breedtesport. Zelfs mogen niet alle extra miljoenen direct worden bijgeschreven op de sportbegroting, menen de politici, maar op de begroting van het ministerie van Onderwijs. Met dat extra geld moet de kwaliteit van de bewegingslessen op scholen worden verbeterd door meer sportleraren aan te stellen en moet het schoolzwemmen worden gestimuleerd.

Het eerste lijsttrekkersdebat waarbij gisteren maar liefst vijf partijleiders aanschoven in de Ridderzaal ging exclusief over sport en werd bezocht door Melkert (PvdA), Balkenende (CDA), De Graaf (D66), Rosenmöller (GroenLinks) en Marijnissen (SP). Grote afwezige was VVD-leider Hans Dijkstal, die er door de andere politici van werd beschuldigd dat hij niet durfde te komen, omdat zijn partij geen regel over sport in het verkiezingsprogramma heeft staan. "Erica Terpstra en Annemarie Jorritsma toeteren en vlaggen altijd om het hardst bij evenementen, maar hier hoor ik niets van de VVD", zei PvdA-lijsttrekker Melkert cynisch.

CDA-leider Balkenende pleitte opnieuw voor een "maatschappelijke stage" voor studenten en scholieren. Volgens de CDA-voorman zou het de sport en de jongeren zelf veel goed doen als ze een tijdje als vrijwilliger bij een vereniging zouden gaan werken. Verder vindt hij dat topsporters zelf meer zouden kunnen betekenen voor de breedtesport, namelijk door zelf via tv- of radiospotjes vrijwilligers te werven. De politieke leiders zijn het er over eens dat extra geld voor topsport geen garantie is voor goede prestaties tijdens bijvoorbeeld de Olympische Spelen. "Extra geld garandeert ons geen nieuwe Pieter van den Hoogenband", aldus D66-lijsttrekker Thom de Graaf. Wel zijn D66 en PvdA het erover eens dat extra investeringen in sportaccommodaties nodig zijn om ervoor te zorgen dat sporttalenten ook een optimale trainingsomgeving krijgen om tot grote prestaties te komen. Geen van de politici wilde een voorspelling doen over het aantal medailles dat Nederland op de volgende Spelen zal halen. "Er gaat ook genoeg geld om in voetbal, maar dat is ook geen garantie voor goede prestaties", aldus een cynische Paul Rosenmöller

Alle fracties zijn het er verder over eens dat het zorgwekkend is dat de Nederlandse jeugd te dik is en te weinig beweegt. "De motoriek van de kinderen holt achteruit", zei Marijnissen. De SP-voorman wees erop dat het verdwijnen van speeltuinen, pleintjes en veldjes uit de steden en dorpen daar debet aan is, omdat kinderen hierdoor nauwelijks nog op straat spelen. Marijnissen kreeg bijval van D66-leider De Graaf, die het ook een slechte ontwikkeling vindt dat sportvelden allemaal naar de rand van de stad worden verplaatst.

zoek naar gerelateerde artikelen

di 29 januari 2002