MERANO - De nationale handbalsters hebben een unieke gelegenheid laten glippen om historie te schrijven. Oranje is door een 21-23 nederlaag tegen Zweden in de achtste finales uitgeschakeld op het WK. En dat terwijl het te kloppen Joegoslavië een ronde later de tegenstander zou zijn. Twee jaar na de tiende plaats op het WK van 1999 in Noorwegen is er qua prestatie dus geen vooruitgang geboekt. Sterker nog, Nederland heeft wederom aangetoond dat het op de belangrijke momenten niet goed met druk kan omgaan en dat het opportunistische beleid om het gat naar de absolute top te dichten, gebaseerd is op een paar positieve uitschieters.
|
Monique Feijen (r.) zit in de kluts bij enkele Zweedse handbalsters. De rest van Oranje heeft het ook loodzwaar en moet ervaren hoe het WK wederom voortijdig ten einde is. (Foto: EPA)
|
Nederland verzuimde zichzelf in de eerste helft een goede positie in de wedstrijd te verwerven door wederom veel kansen te verprutsen, waaronder drie strafworpen. Het was vooral te danken aan Irina Pusic dat Oranje in zijn eigen kansen kon blijven geloven, ondanks dat één van de beteren uit de voorronde, Saskia Mulder, en de beoogde spelmaakster Natasja Burgers niet brachten wat er van hen verwacht mag worden.
De 10-10 ruststand was na 4-9, na twintig minuten spelen, een bijna niet meer verwachte meevaller. Maar na de rust pakte Nederland de draad van het geknoei gewoon weer op, zoals eigenlijk al het gehele toernooi, met Burgers in de hoofdrol. Zelfs zo dat Bouwer besloot zijn oogappel op driekwart wedstrijd te wisselen en Mulder op de rechteropbouw te proberen. Hij moest wel want de opbouwrij bleef de tweede helft ver onder de maat. Omdat het prutsvirus ook de Zweden leek te hebben geïnfecteerd bleef het lang onzeker welke ploeg de kwartfinale zou gaan bereiken.
De onvoorstelbare missers bij 18-20 in Zweeds voordeel vanaf de strafworplijn van Pusic en aanvoerster Monique Feijen, de vierde en vijfde in totaal, bezegelden echter het lot van Oranje: 21-23. Tientallen minuten bleven de speelsters na afloop van de wedstrijd op de bank in de handbaltempel zitten, zich realiserend dat een kans voor open doel heel hoog overgeschoten was.
Voor bondscoach Bert Bouwer was het duidelijk waar het fout is gegaan. "Als je in zo'n cruciaal duel vijf strafworpen mist dan hoef je niet veel verder te kijken naar de oorzaak van de nederlaag. Natuurlijk, er zijn te veel speelsters dit WK niet in vorm. Dat uit zich in minder initiatief nemen, zich inhouden. Daarmee sluipt juist de onzekerheid in ons spel." Ook de schotkracht van de opbouwrij baart Bouwer ernstig zorgen. "Ik ben al zo lang bezig met het zoeken naar schutters van formaat, maar die hebben we in Nederland niet. Er komen er misschien een paar aan, maar die zijn nog veel te jong. Ik zal me toch nog eens goed moeten beraden wat ik daar aan moet doen."
Nicole Heuwekemeijer, waarschijnlijk aan haar laatste WK bezig, had bij het team een hoop spanning voor de wedstrijd geconstateerd. "Voor veel van ons is de druk voor zo'n belangrijke wedstrijd erg hoog. Daarnaast heeft het de gehele WK niet geklikt tussen de linker en rechterkant van de opbouw, er was geen ritme in de aanvalspatronen. We stonden er gewoon niet toen we er hadden moeten staan, klaar uit!"
Het falen hangt als een molensteen om de nek van Bouwer en zijn selectie. De uitschakeling op het WK betekent een flinke kink in de kabel van het project van de handbalsters dat ze op de Olympische spelen van 2004 in Athene moet brengen.
Niet alleen is de A-status van het NOC*NSF weer voor twee jaar buitenzicht geraakt, het betekent vooral een knauw voor het zelfvertrouwen van een aantal spelers. En twijfel is precies wat deze groep niet mag krijgen, niet individueel en niet als geheel. Het zou de bom betekenen onder Bouwers achtjarig handbalproject.
Merano. WK vrouwen, achtste finale: Nederland - Zweden 21-23 (10-10). Scores Nederland: Pusic 8, Assink 6, Feijen 3, Mulder 3, Lamein 1. Topscorer Zweden: Eriksson 7.