DEN HAAG - Minister Korthals van Justitie wil dat schikkingen van boven de 100.000 gulden voortaan aan hem worden voorgelegd. Het Openbaar Ministerie moet in de toekomst terughoudender omgaan met hoge schikkingen, zo heeft de bewindsman geschreven in een brief die maandag naar de Tweede Kamer is gestuurd.
|
Minister Korthals van Justitie (links) geeft de lijst met vermeende fraudeurs aan de baas van het OM, procureur-generaal De Wijkerslooth.
|
Ook bij lagere transacties onder de 100.000 gulden, vindt Korthals het in sommige gevallen nodig dat de hoofdofficier op de hoogte wordt gesteld. Het gaat dan om zogenoemde gevoelige zaken. Als de overtreding zelf of de gevolgen van de overtreding gevoelig zijn, moeten politie en justitie extra alert zijn. Zeker als de integriteit van het openbaar bestuur in het geding is, is sprake van een gevoelige zaak, schrijft Korthals.
Als het Openbaar Ministerie toch overweegt om tot een schikking te komen, moet dat aan de minister ter beoordeling worden voorgelegd. Die beslist dan of het OM gelijk heeft dat de zaak beter niet aan de rechter kan worden voorgelegd.
Korthals komt met zijn besluit tegemoet aan een wens van de Tweede Kamer. Die uitte vorige maand felle kritiek op de schikking die het OM heeft getroffen met de drie bedrijven die betrokken zijn geweest bij de bouw van de Schipholtunnel. De Tweede Kamer was verbijsterd dat Korthals niet van deze schikking op de hoogte was gesteld en eiste dat de bewindsman zich intensiever zou gaan bemoeien met schikkingen die maatschapelijk en politiek gevoelig liggen. Ook wilde de Kamer dat Korthals voortaan van schikkingen boven de ton op de hoogte zou worden gesteld.
In totaal zijn tussen juli 2000 en juni 2001 door het OM negentien transacties van boven de ton afgesloten.