DEN HAAG - Het Nederlandse gevangeniswezen verkeert in een acute crisis waardoor de laatste maanden bijna 150 verdachten en gedetineerden vanwege een chronisch tekort aan cellen vervroegd naar huis zijn gestuurd. Minister Korthals (Justitie), die de situatie in een brief aan de Tweede Kamer ernstig noemt, neemt een fors aantal noodmaatregelen.
Onderzocht wordt of er tijdelijke gevangenissen kunnen worden geopend om de nood te lenigen. Gemiddeld wachten 300 gedetineerden in politiebureaus op een plekje in een normale gevangenis.
Sinds begin oktober zijn 80 mannelijke en 55 vrouwelijke gedetineerden naar huis gestuurd, terwijl ze hun straf niet volledig hebben uitgezeten.
Bij de mannen gaat het gemiddeld om drieënhalve dag en bij de vrouwen om gemiddeld ruim 12 dagen.
Daarnaast zijn door het openbaar ministerie zeven mannen en vijf vrouwen, allen verdacht van een strafbaar feit, uit de inverzekeringstelling ontslagen terwijl ze wel al een dagvaarding hadden ontvangen voor de rechtszitting.
Korthals verwacht dat het aantal gevallen waarin gedetineerden naar huis moeten worden gestuurd door het gebrek aan cellen na het nieuwe cao-akkoord voor het gevangeniswezen niet zal afnemen.
"In de afweging ten opzichte van de zwaar drukkende personele problematiek in de inrichtingen zie ik mij hiertoe echter genoodzaakt," aldus Korthals.
Korthals meldt verder dat hij al een flink aantal andere noodmaatregelen heeft genomen. "Ik heb enkele maatregelen moeten treffen die ik zonder strikte noodzaak bij voorkeur niet zou hebben genomen," zegt de minister,
Zo heeft Korthals de capaciteit van elektronische detentiehuizen in Breda en Veenhuizen vergroot, terwijl nog naar een derde locatie nog wordt gezocht. Gedetineerden kunnen ook worden gehuisvest in de Strafrechtelijke Opvang Verslaafden in Utrecht. Vrouwelijke gevangenen kunnen tijdelijk worden geplaatst in de penitentiaire inrichting te Zwolle.
Daarnaast komt Korthals met een wetswijziging waardoor verdachten maximaal 10 dagen in een politiecel kunnen worden opgesloten. De liberaal heeft het openbaar ministerie gevraagd hoeveel politiecellen landelijk gezien geschikt zijn voor inbewaringstelling.
De VVD-minister schakelt een "gezaghebbend deskundige" in voor een onderzoek naar de celcapaciteit. Het resultaat van het onderzoek betrekt Korthals bij de prognose van de celcapaciteit die in het voorjaar naar de Tweede Kamer wordt gestuurd.
De problemen van Korthals zijn alleen maar groter geworden door de nieuwe cao voor het gevangeniswezen. De afschaffing van de zogenaamde '103 procentsmaatregel', waardoor nu meer gevangenen zitten opgesloten in justitiële inrichtingen dan er officieel in kunnen, betekent dat meer gedetineerden die 90 procent van hun straf hebben uitgezeten op straat worden gezet. Het CDA is woest over de mogelijke eerdere vrijlating van gevangenen en eist vandaag in de Tweede Kamer tekst en uitleg. Vlak na zijn aantreden meldde Korthals nog dat het cellenprobleem onder zijn bewind was opgelost.
"Dit klopt toch van geen kant," zegt het boze CDA-Kamerlid Rietkerk. "Ik heb te maken met de burger en het slachtoffer. Door de bezuiniging van Hlf. 115 miljoen op het gevangeniswezen is dit het effect dat we absoluut niet willen. Dit is toch niet verkoopbaar. Het is slecht voor de rechtsstaat. De straf die ze krijgen, moeten ze gewoon uitzitten."
Een woordvoerster van het ministerie van Justitie benadrukt dat het alleen gaat om gedetineerden in huizen van bewaring en gevangenissen die na 15 december aanstaande eerder naar huis worden gestuurd en uitdrukkelijk niet om tbs'ers en jeugddelinquenten. Verder onderstreept de zegsvrouw dat degenen die eerder op vrije voeten kunnen worden gesteld in elk geval 90 procent van zijn of haar straf moet hebben uitgezeten.
Volgens Rietkerk is dat geen enkel excuus. "De rechter houdt bij het bepalen van de straf al rekening met de capaciteitsproblemen. Bovendien gaat er al eenderde van de straf af en dan ook nog eens dit," aldus Rietkerk verontwaardigd.