AMSTERDAM - Seriemoordenaar Willem van E. (60) uit het Groningse Harkstede heeft in 1994 beweerd dat hij na zijn twee moorden in 1971 en 1974 en na achttien jaar celstraf en tbs nooit meer iemand om het leven zou brengen. Daar durfde hij zelfs een miljoen gulden op te zetten.

Een duiker haalt een mobiele telefoon uit het water die mogelijk van de vermoorde Sasja van Schenkel is geweest. (Foto: Francois Wieringa)

Dat zei hij in een gesprek met Willibrord Frequin. Wat de bekende tv-journalist toen nog niet wist, was dat Van E. een jaar eerder, drie jaar na zijn vrijlating, de 23-jarige Roemeense tippelaarster Michelle Fatol had gewurgd.

Willem van E. bekende afgelopen week de 34-jarige straatprostituee Sasja Schenker en nog twee andere tippelaarsters te hebben omgebracht. Rond de boerderij van de Harksteder werd gisteren nog altijd naar sporen gezocht van eventuele slachtoffers. De politie sluit niet uit dat Van E. ook de straatprostituees Shirley Hereijgers, Antoinette Bont en de sinds 1998 vermiste Jolanda Meijer heeft vermoord.

Seriemoordenaar Willem van E.

In het gesprek met Frequin vertelde Van E. dat hij zijn leven had gebeterd. "Het is gewoon een vreemde kronkel in mijn hersens geweest. En als ik ooit weer de aandrang krijg een vrouw te vermoorden, meld ik mezelf onmiddellijk bij de politie", aldus Van E.

Aan Frequin vertelde hij hoe hij in 1971 Cora Mantel (15) uit Uithoorn en in 1974 de verpleegster Aaltje van der Plaat (44) om het leven had gebracht. Het meisje dumpte hij in een slootje nahaar verkracht te hebben. Aaltje had hij met een slagersmes gedood.

Van E. vertelde over zijn beweegredenen. "Ik werd nooit door vrouwen geaccepteerd. Daar komt die frustratie vandaan. Ik heb die meisjes mishandeld en vermoord uit boosheid, uit woede en machteloosheid. Meisjes waren een obsessie voor mij", aldus de Harksteder.

Het interview met Van E. werd nooit eerder uitgezonden op tv. Aanstaande maandag zal het gesprek worden uitgezonden in het programma De week van Willibrord.

zoek naar gerelateerde artikelen

za 17 november 2001