AMSTERDAM - Shell heeft de aanval geopend op de onbemande benzinepompstations van Tango. Vorige week vrijdag werden twee soortgelijke pompstations onder de naam Tinq in gebruik genomen.
De twee pompstations één in Zaltbommel en één in Boekel zijn voormalige Snijders Kreditankstations, een volle dochteronderneming van Shell. Volgens Tinq-directeur Roy Jacobs, voorheen werkzaam bij Shell Nederland, is de oliegigant grootaandeelhouder van Tinq BV.
"Shell biedt financiële steun", zo bevestigt Jacobs. Dat lijkt ook wel nodig gezien de ambitieuze toekomstplannen van de nieuwkomer. Dit jaar moeten nog eens enkele tientallen Tinq-stations operationeel worden. "Op termijn vind je ons in heel Nederland", zo stelt de Tinq-website.
Tinq werkt volgens hetzelfde principe als prijsbreker Tango. De kosten van onbemande pompstations zijn een stuk lager en dat voordeel wordt doorberekend aan de klant. De Tinq-vestiging in Boekel belooft op een liter Euro loodvrij van 2,47 een voordeel van 10 cent. In Zaltbommel valt het voordeel nog groter uit. Daar 'verdient' de autobezitter aan een liter Euro loodvrij van 2,44 liefst 13 cent.
Trendsetter Tango volgt de concurrent met argusogen. Volgens Tango-directeur Marc Schröder lijkt het nieuwe initiatief wel erg veel op zijn stations. "Niet alleen de naam is gelijkend, ook de uitwerking van het concept vertoont veel overeenkomsten", aldus Schröder. Hij stelt dan ook juridische stappen te overwegen.
Desondanks ziet Schröder ook wel een positieve kant aan de komst van nog een prijsbreker. "Het is natuurlijk hèt bewijs dat onze formule een succes is."
Volgens Jacobs mikt Tinq inderdaad grotendeels op dezelfde markt als Tango. "Ook wij richten ons grotendeels op de prijsgevoelige klant." Maar het Tinq-concept is volgens hem verder uniek. "Wij hebben een eigen formule en uitstraling. Zo kan bij de Tinq-stations bijvoorbeeld wel met een speciaal Tinq-pasje worden getankt. Die service biedt Tango niet."
Niets aan de Tinq-stations doet aan Shell denken. Zowel bij de pompstations als op de website is het bekende geel/rood van 's lands grootste olieconcern ver te zoeken. Dat is met opzet zo gedaan. "Wij willen niet geassocieerd worden met Shell", aldus Jacobs. "De Shell-pompstations staan voor iets totaal anders. Zij zijn juist sterk in onder meer een uitstekende service en een uitgebreid assortiment aan producten, waar wij ons richten op de klant die rechttoe rechtaan benzine wil tanken", aldus Jacobs.
Shell heeft nog relatief lang gewacht met het introduceren van onbemande pompstations voor de niet-zakelijke markt. Het eerste Tango-pompstation opende in april vorig jaar de deuren. Ook dit initiatief kent een groter en financieel sterke grootaandeelhouder, namelijk Petroplus. Deze Rotterdamse oliemaatschappij richt zich op raffinage, opslag en marketing van olie.
De grote oliemaatschappijen reageerden als door een wesp gestoken op de komst van de Tango-pompstations. Rond de eerste vestiging bij Nijmegen barstte zelfs en ware prijzenoorlog uit. Overal, bij Shell, Taxaco en BP, bleek de prijs voor een liter bezine opeens wél met dubbeltjes omlaag te kunnen. En dat terwijl de oliegiganten er altijd op wezen dat de marges uiterst klein waren.
Tango diende een klacht in bij de Nederlandse mededinginsautoriteit. Deze maakte naar aanleiding daarvan een rapport op tegen Texaco.
Inmiddels zijn er elf Tango-tankstations in Nederland, waar automobilisten gemiddeld 0,12 tot 0,15 cent per liter goedkoper tanken. Eind dit jaar wil Petroplus veertig Tango-stations in Nederland hebben. Als ook Tinq het gestelde doel haalt, zal tegen die tijd eindelijk werkelijk sprake zijn van werkelijk gedifferentieerd aanbod op de brandstoffenmarkt.