DEN HAAG - De Russische minister van Buitenlandse Zaken, Igor Ivanov, heeft als aanloop naar het staatsbezoek dat koningin Beatrix van 5 tot 8 juni aan zijn land brengt, Den Haag aangedaan.
Hij kwam met zijn collega Van Aartsen een Nederlands-Russisch 'actieprogramma' voor de komende jaren overeen waarin de samenwerking op velerlei terreinen op nieuwe leest wordt geschoeid.
Dit programma, dat als een van de hoogtepunten tijdens het staatsbezoek in Moskou ondertekend zal worden, komt in de plaats van alle verouderde afspraken die nog uit de voormalige Sovjet-tijd stammen. Volgens minister van Aartsen betreft het "alle onderwerpen van onze nauwe relatie van sport, onderzoek tot buitenlandse politiek. Bovendien zullen wij jaarlijks met elkaar politiek overleg gaan voeren."
Tevreden
Ivanov zei tevreden te zijn over het karakter van de politieke betrekkingen en de dialoog met ons land waarbij hij vooral de handelsbetrekkingen roemde. Het komende staatsbezoek noemde hij "een belangrijk punt in de geschiedenis tussen onze landen".
De Russische minister bracht een bezoek aan de in Den Haag gevestigde Organisatie voor het verbod op chemische wapens (OPCW). Ivanov zei dat Rusland worstelt met de gemaakte afspraken om zijn voorraad van 40.000 ton van deze overtollige en in slechte staat verkerende wapens te vernietigen.
Zijn optreden was een roep om meer internationale financiële en technische hulp om de plannen uit te voeren. "Maar van de 25 miljoen gulden die Nederland er voor heeft klaarliggen, is bij gebrek aan passende projecten nog slechts een fractie uitgegeven", aldus een betrokken deskundige. |