Dat de Koningin en haar gezin zich 's winters naar hartelust op de sneeuwpret
in het Oostenrijkse plaatsje Lech storten, is wel bekend. Maar dat Beatrix
ook nog een villa in het Italiaanse Toscane heeft, is een beter bewaard
geheim. In beide plaatsen praten ze vol respect over la regina de Olanda.
In het dorpscafé van Sambuca gooien drie tandeloze mannetjes hun sigarettenpeuken
op de vloer en hun politieke meningen op tafel. Ze hebben slechte herinneringen
aan het huis Van Savoie, zijn sinds de Tweede Wereldoorlog niet zo koningsgezind
meer. Maar vol enthousiasme hebben ze het over la regina de Olanda, die hier ergens een huis in de bergen heeft. "Maar jullie Beatrice is een
heel ander soort. Ze heeft zelfs zo'n 22 jaar geleden eigenhandig meegeholpen
het huis op te knappen. Ze bemoeide zich zelfs met de tegeltjes in de badkamer.
Voor zo'n menselijke instelling hebben we respect."
De villa is moeilijk te vinden. Als het de bedoeling was om ongewenste bezoekers
op afstand te houden, is dat gelukt. Het vakantiehuis ligt volgens informanten
ergens in Tavarnelle. Het toeval wil dat er minimaal drie Tavarnelles zijn
in Italië. De middeleeuwse hoeve ligt bovendien niet in, maar bij Tavarnelle.
Om precies te zijn: in de heuvels van Sambuca, zo'n twintig kilometer onder
Florence. In de bewuste kroeg zit de 28-jarige Simone Checcuvi. Hij is vertegenwoordiger
van wijnprodukten in de streek en kent alle plekjes. Even later pruttelt
de Fiat Punto over een twee kilometer lang karrenspoor de glooiende bergen
in. Links en rechts staan kale ranken waaraan in de zomer druiven voor de
beroemde Chianti Classico rijpen. Dan verschijnt een pittoresk torentje
waarop een vlaggetje wappert. Het huis is typisch Toscaans, met kleine ramen
en dikke muren. Het heeft vijf badkamers en telt in totaal tweeëntwintig
vertrekken. Bij de grote poort, waarachter een zanderige oprijlaan naar
de boerderij leidt, houdt de zoektocht op. Een groot camera-oog staart de
bezoekers onbeweeglijk aan. Geen naambordje. Bellen heeft geen effect. Niemand
thuis.
Volgens Simone heeft de Koningin geen cent voor het huis betaald. "Ze heeft
het gekregen van de familie Vicini, die daar woont," zegt hij met een weids
gebaar, wijzend naar een kasteelachtig bastion vijf kilometer verderop.
De Rijksvoorlichtingsdienst heeft geen commentaar op de schenking "omdat
het hier om privébezit gaat". Onderzoek later wijst uit dat de Vicini's
de vervallen hoeve met achttienduizend vierkante meter grond inderdaad heeft
geschonken.
Michelle Morandi, een 32-jarige aannemer, is laatst nog bij de Koningin
geweest omdat ze in het huis een nieuwe trap wilde hebben. "Het hele huis
zit, vanwege de verschillende niveaus, vol met trappetjes. Het is een erg
praktische vrouw en ze spreekt zeer goed Italiaans. Het huis is niet overdreven
ingericht, wel chique en authentiek Toscaans."
Van het zwoele Italië trekken we naar het koude wintersportplaatsje Lech.
De bergen zijn er majestueus en achter het raam van de plaatselijke VVV
staat een bordje met De klant is koning. Eén klant is voor de bevolking van Lech iets meer koning dan anderen:
Die Königin Beatrix aus Holland. Al achtendertig jaar is zij in het mondaine
plaatsje bezoekster omdat dit een veilige plek is om te ontspannen, om even
een gewoon mens te zijn in een simpel skipak. Om soms ongelukkig te vallen
in Tiefschnee en 's avonds, vermoeid van de hele dag op de piste, vroeg
naar bed te gaan. Want skiën kán ze, volgens iedereen die je op straat tegenkomt.
Of je nou bij de bakker, de slager of de bank navraagt, ook hier krijg je
hetzelfde antwoord: "Je merkt eigenlijk helemaal niet dat ze er is. Zo gewoon."
In het familiebedrijfje Köb meldt de Koningin zich ieder jaar even om haar
haar te laten doen. Dochter Maria is in eerste instantie terughoudend, maar
ontdooit binnen enkele minuten. "Ze belt meestal zelf even op en vraagt
dan of ik even tijd heb. Ja, ze betaalt zelf. Ze is een vrouw met prachtig
dik haar. Waarom die coupe zo eenvoudig is? Het hoort bij haar imago en
ze heeft me ooit verteld dat dat handig is omdat ze het dan zelf kan bijhouden."
"Meestal zet ik haar in die hoek neer, weg bij het raam. Dan heeft ze wat
privacy," aldus Maria in haar kleine kapsalon. "Eenmaal onder de droogkap
zit ze meestal te werken of ze leest een boek. Ik geloof dat we erg goed
met elkaar kunnen opschieten. Hoezo serieus? We lachen veel, want ze heeft
geweldige humor."
De burgervader, Ludwig Muxel, is als het ware met de koninklijke familie
opgegroeid en kan het vooral goed vinden met prins Willem-Alexander, met
wie hij zelfs hier in de bergen jaagt. "Met koningin Beatrix valt het allemaal
reuze mee. Zij heeft vier bodyguards; twee Nederlanders en twee Oostenrijkers
van een politiedienst uit een plaatsje verderop. Daar heb ik niets mee te
maken. De kroonprins heeft twee bodyguards. Maar alles gaat heel gewoontjes.
Ze willen geen pracht en praal. Wel comfort."
Dat koninklijke comfort vinden ze in Gasthof Post waar je de huisstelling: Ik zou zo graag nog een dag zijn gebleven overal tegenkomt. Ooit was het een boerenhuis, maar sinds Erich en Maria
Moosbrugger het in 1937 kochten, is het imposante gebouw langzamerhand tot
een vijf sterren locatie omgetoverd. Maria en prinses Juliana waren grote
vriendinnen. Dat kwam zo. In 1959 maakte prins Bernhard de Madloch afdaling
en kwam vanuit zijn toenmalige wintersportplaats Sankt Anton eens in het
minder populaire Lech terecht. Hij trof daar hotelier Erich Moosbrugger,
met wie hij direct goed kon opschieten. Beiden mannen waren fanatieke jagers
en skiërs. Het jaar daarop nam de prins zijn familie mee naar Post en zo
ontstond de vriendschap, die nu al 38 jaar duurt.
In het huisboek worden de trouwste vakantiegangers opgesomd, die afhankelijk
van het aantal jaren worden geëerd met een 'Ehrennald'. Bij 45 jaar bezoek
eentje met een briljant, bij 35 jaar met een saffier, bij 25 jaar een robijn,
om bij 15 jaar langzaam af te zakken in het edelmetaal. Koningin Beatrix
(voor de uitzondering verblijd met briljant) verblijft hier ieder jaar een
paar weken. Ze neemt dan haar intrek in een speciaal chalet, dat met een
gang is verbonden met het hotel.
"Overal worden dan camera's opgehangen. De bodyguards, wel zestien, verblijven
in een hotel hiernaast, van waaruit ze wel zicht hebben op het chalet,"
vertelt Erich Moosbrugger. "De koninklijke gasten eten van onze kaart. Nee,
ze zitten niet in de eetzaal, maar laten het in huis bezorgen. Dat is niet
uitzonderlijk. Vele gasten laten hun avondeten op hun kamer komen."
|