donderdag 1 februari 2001
Klimspektakel op dodelijke
hoogte
Regisseur 'Vertical Limit'
kan geen berg meer zien
door MARCO WEIJERS
"Dat was eens, maar nooit weer", verzucht 'Vertical Limit'-regisseur
Martin Campbell in Londen, als hem wordt gevraagd of het maken van
een bergbeklimmersfilm smaakt naar meer. "Geloof me, ik heb het
wel gezien. De problemen waar je tegenaan loopt als je in de bergen
aan het filmen bent zijn enorm. Waarbij het onvoorspelbare weer
met stip op nummer één staat."
Regisseur
Martin Campbell: van pikante komedie naar actiespecialist....
De man die onder ander de James Bond-film 'Goldeneye'
en 'The Mask of Zorro'
regisseerde, wist voordat hij aan 'Vertical Limit' begon geen
snars van alpinisme. "Ik had nog nooit een berg beklommen. Dus toen
ik werd ingehuurd om deze film te regisseren, heb ik er direct een
paar professionele klimmers bijgehaald. Zij zijn van het begin tot
het eind bij het project betrokken gebleven. Er is geen shot gemaakt
zonder dat een van hen achter de camera stond en meekeek of alles
wel klopte. Ze gaven zelfs advies hoe de spelers moesten ademhalen!"
Dat laatste is minder overdreven dan het lijkt. In 'Vertical Limit'
probeert een team van klimmers de top van de K2, de op één
na hoogste berg ter wereld, te bereiken. Hun poging brengt de klimmers
in de film ver voorbij de 'verticale limiet', een denkbeeldige hoogtegrens
waarboven elke ademtocht een marteling wordt en de lucht zo ijl
is dat menselijke longen langzaam vollopen met vocht. Zo erg was
tijdens de opnamen gelukkig niet, omdat er gefilmd werd op de veel
lager gelegen hellingen van Mount Cook in Nieuw-Zeeland.
Wanneer de beklimming in
'Vertical Limit' uitloopt op een fiasco en verscheidene teamleden
klem komen te zitten in een gletsjerspleet, zet Peter Garret (Chris
O'Donnell) een reddingsoperatie op touw. Niemand is zo gemotiveerd
als hij, want onder de vermiste klimmers bevindt zich zijn zus,
gespeeld door Robin Tunney. Haast is geboden, want met elke minuut
die verstrijkt worden de overlevingskansen van de vastzittende alpinisten
kleiner.
Het
opnemen van de adembenemende stunts voor 'Vertical Limit' kostte
regisseur Martin Campbell de nodige hoofdbrekens. Geavanceerde technieken
hielpen hem een handje. Op de foto hangt de stuntman nog aan een
kabel, in de film is daar niets meer van te zien.
Wat dan volgt is een aaneenschakeling van lawines, ontploffingen
en bloedstollende valpartijen. Helemaal in de lijn van regisseur
Campbell, die zich de afgelopen jaren heeft ontpopt tot actiespecialist.
Dat was in het begin wel anders. Met een grijns herinnert de in
Australië geboren filmmaker zich zijn regiedebuut in de jaren
zeventig. "'The Sex Thief' was een low-budget komedie van het pikante
soort, die de Britten rode oortjes bezorgde. In werkelijkheid stelde
het weinig voor, ik geloof dat er precies twee blote borsten in
te zien waren. Destijds was dat al heel gewaagd." Toen hij de film
jaren later terugzag, was de inhoud aanmerkelijk pittiger. "Een
Amerikaanse distributeur had er allerlei expliciete seksscènes
tussen laten plakken. Hadden ze eindelijk eens porno met een verhaal."
Zo'n obscuur werkje als 'The Sex Thief' is niettemin een vruchtbare
basis gebleken voor een succesvolle carrière. Vijfentwintig
jaar later werkt Campbell in Hollywood met megabudgetten aan megaproducties.
"De mogelijkheden die ik hier krijg zijn enorm. Dat is prettig regisseren."
Toch beschouwt hij het afleveren van zulke peperdure spektakelproducties
niet als het hoogst haalbare. "Ik hou van afwisseling, Wat ik al
gedaan heb, hoef ik niet nogmaals te doen. Vandaar ook dat ik na
'Vertical Limit' even geen berg meer kan zien." Om op vermoeide
toon te besluiten: "Ik ben eindelijk wel weer eens toe aan een film
zónder explosies."
|