Juridische
pijlen zoeven richting fiscaal stelsel
Na
meer dan twee jaar intensieve voorbereiding gaat 1 januari
2001 het nieuwe belastingstelsel van start. Onder de titel
De Fiscale Revolutie 2001heeft De Telegraaf veel aandacht
besteed aan de belangrijkste onderdelen voor particulieren
en bedrijven. Grote vraag is nu: wordt het splinternieuwe
fiscale stelsel niet binnen de kortste keren onderuit geschoffeld
door de juridische revolutie?Ofwel, waar gaan belastingbetalers
en adviseurs hun pijlen op richten?
door
ROB SEBES
De
eersten die naar de rechter zullen stappen, zijn belastinginspecteurs.
Want zij mogen de kosten voor vakliteratuur niet meer aftrekken.
Werkgevers mogen hier wel onbelaste vergoedingen voor blijven
geven, maar die zijn bij de overheid nu eenmaal niet dik gezaaid.
Zegt Jan Schipper, belastingadviseur bij KPMG Meijburg & Co.
En hij meent het nog ook.
"De juridische
revolutie begint bij de fiscus zelf. Het is raar als je aan
de ene kant onbelaste vergoedingen mag ontvangen voor bepaalde
zakelijke kosten, terwijl je deze uitgaven niet meer mag aftrekken
als je baas niks wil betalen. De Hoge Raad heeft al eens bepaald
dat dit op z'n zachtst gezegd onevenwichtig is", benadrukt
Schipper.
Ook bestuurswoordvoerder
Jacques Booij van de Federatie van Belastingadviseurs komt
met dit punt op de proppen. Tevens begint Booij zonder omhaal
over de vermogensrendementsheffing van 30% over een
door de fiscus vastgesteld rendement van 4%. Hij krijgt bijval
van Willem Stevens van Caron & Stevens/Baker & McKenzie. "Deze
heffing is internationaal gezien een vreemde eend in de bijt
en staat haaks op Europese fiscale ontwikkelingen", roepen
beiden in koor.
In
de Europese Unie (EU)is het namelijk de trend de werkelijke
vermogensgroei te belasten. Maar aan een echte vermogenswinstbelasting
wil Nederland nu eenmaal niet. Stevens vindt de heffing, die
effectief neerkomt op een belastingdruk van 1,2% op het totale
vermogen, wel een vereenvoudiging. "Maar op enig moment staan
we, in het kader van de Europese belastingharmonisatie, voor
de retorische vraag: gaan veertien EU-lidstaten Nederland
volgen of moet Nederland zich bij de rest aansluiten?"
De hausse
aan rechtszaken zal ontstaan na april 2002, wanneer belastingbetalers
aangifte hebben gedaan over het eerste jaar na de fiscale
revolutie. Daarnaast weet Booij zeker dat "het echte fiscale
nieuws" de komende jaren van het Europese Hof van Justitie
in Luxemburg zal komen. "Dan gaat het om zaken als de rechten
van de mens en gelijkheid van Europese burgers. Steeds vaker
worden dergelijke thema's gebruikt in juridische conflicten
tussen belastingbetalers en de fiscus."
Volgens
Booij wordt de juridische strijd ook aangewakkerd doordat
het nieuwe fiscale stelsel ingewikkelder wordt dan het huidige.
En dat, terwijl nou juist de bedoeling van kabinet en parlement
was dat het gemakkelijker zou worden. "Nee hoor", weet Booij
zeker. "Het wordt lastiger. Alle frustraties die op Financiën
huisden naar aanleiding van het oude stelsel, zijn in het
nieuwe systeem verwerkt."
Simon
Strik van Ernst & Young is minder cynisch. "Het nieuwe stelsel
zit juridisch gezien steviger in elkaar. Tot nu toe zijn er
talloze mogelijkheden om minder belasting te betalen, maar
die worden echt fors gereduceerd." Toch voorziet Strik ook
enkele juridische voetangels en klemmen.
Particulieren
met kapitaalverzekeringen die zijn afgesloten vóór
de zogeheten Brede Herwaardering (een politieke operatie
uit het begin van de jaren negentig) zouden buiten de belastingheffing
blijven, zo brengt Strik in herinnering. Maar nu worden zij,
weliswaar met een vrijstelling van 272.000 per persoon,
toch belast met de vermogensrendementsheffing. "Je kunt er
vergif op innemen dat de wetgever hier in strijd handelt met
eerdere toezeggingen".
Ook directeuren-eigenaren
van bedrijven zullen de messen slijpen, denkt Stevens, met
veel misbaar op de meesleepregeling wijzend. Deze bepaalt
dat ondernemers die een pand aan hun bv verhuren en uit een
latere verkoop winst boeken, moeten afrekenen tegen 52%, het
nieuwe tarief in de inkomstenbelasting. "Dat is de facto tóch
een vermogenswinstbelasting waarmee je een relatief kleine
groep ongenadig hard treft."
Natuurlijk
zullen rechterlijke uitspraken niet onmiddellijk het nieuwbakken
belastingsysteem volledig onderuit halen. Maar, zo voorziet
Booij: "Pas over een jaar of vijf, zes zal het juridische
vuurwerk wat zijn gedoofd en zal het nieuwe stelsel in een
rustiger vaarwater komen."
|