Jongeren
Jongeren
die nog op school zitten of studeren, krijgen per 1 januari
2001 met een verandering in de belastingen te maken, maar
kunnen netto hetzelfde blijven verdienen. De kinderbijslag
en de studiefinanciering komen niet in gevaar als jongeren
een bijbaantje hebben.
Tot nu
toe geldt voor jongeren de zogeheten heffingsvrije som.
Dat is een bedrag van ruim 8000 dat belastingvrij mag
worden verdiend. In 2001 vervalt deze heffingsvrije som. Over
de eerste gulden van de verdiensten moet belasting worden
betaald.
Echter,
net als andere werknemers krijgen jongeren een heffingskorting,
geeft adjunct-directeur Bert Bongers van het College Belastingadviseurs
aan. Dat is een netto vermindering van ongeveer 3400
op de te betalen belasting over het loon. In de praktijk betekent
dit, dat deze jongeren netto kunnen blijven verdienen wat
ze gewend waren.
Stel dat
een scholier met een krantenwijk momenteel 300, ofwel
3600 per jaar verdient. Daarover hoeft hij geen belasting
te betalen. In 2001 moet hij over de 3600 een belastingtarief
van ruim 32% betalen, ofwel ongeveer 1200. Maar: van
deze 1200 mag de heffingskorting worden afgetrokken.
De rekensom is dan als volgt: 1200-3400. Je zou
dan verwachten dat deze scholier nog 2200 van de fiscus
terugkrijgt, maar deze vlieger gaat helaas niet op. Voor de
fiscus is 1200-3400 namelijk gewoon '0'. Ofwel:
de heffingskorting kan in dit soort gevallen nooit leiden
tot een belastingteruggave. Maar de '0' betekent wel dat deze
scholier over de 3600 in 2001 nog steeds geen belasting
hoeft te betalen.
Zijn
er werkgevers die toch loonbelasting op het bijbaantje inhouden,
dan moet de scholier elk jaar een 'T-biljet' invullen en naar
de Belastingdienst opsturen. Met dat T-biljet (de T staat
voor teruggave) kunnen scholieren en studenten te veel betaalde
belasting terugvragen.
Studenten
mogen overigens ongeveer 15.000 netto bijverdienen zonder
dat hun studiefinanciering in gevaar komt. De 15.000
netto betekent wel dat zij bruto een veel hoger bedrag als
salaris hebben, waarover loonbelasting wordt ingehouden. Deze
studenten betalen dus wel loonbelasting, omdat zij relatief
gezien een hoog inkomen hebben. Naast de heffingskorting hebben
zij ook recht op een arbeidskorting van maximaal zo'n
2000 die speciaal voor werkenden in het leven is geroepen.
Studenten
die uiterlijk 31 december 2000 een persoonlijke lening hebben
gesloten om hun studie te bekostigen, houden een belastingaftrek
voor de rente gedurende vijf jaar, gerekend vanaf 2001. Dit
in tegenstelling tot persoonlijke leningen voor luxe goederen.
Hiervoor wordt de rente-aftrek per 1 januari 2001 afgeschaft.
Ook belangrijk
is dat scholingskosten voor een dure studie, zoals die voor
verkeersvlieger, maximaal vier jaar van de belasting kunnen
worden afgetrokken, ongeacht de hoogte ervan. Voor 'gewone'
studieschulden geldt een beperking tot maximaal ruim 30.000.
Voor
ouders met (gehandicapte) jongeren thuis is er een beperking
in de aftrek van kosten die de verzorging met zich meebrengt.
De kosten voor thuiswonende jongeren van onder de 27 jaar
blijven aftrekbaar, maar dat is niet het geval voor jongeren
ouder dan 27 jaar. Wel kunnen nog benzinekosten worden afgetrokken
door ouders die in het weekeinde hun gehandicapte kind bezoeken
in een instelling.
Meer
informatie over jongeren bij Acadium *
|