NEW YORK - 'P.O.S.' Meerdere malen duikt deze afkorting op in het e-mailverkeer binnen één van de machtigste financiële instellingen van de VS: de zakenbank Merrill Lynch. 'P.O.S.' staat voor 'piece of shit' en heeft betrekking op de waarde die door de analisten van Merrill wordt toegekend aan een onderzocht internetfonds. Intern, wel te verstaan. Want naar buiten toe werd het bewuste aandeel de hemel ingeprezen. Het ging immers om een zakelijke relatie van de bank. De juridische jacht op analisten is geopend, en Wall Street schudt op zijn grondvesten.
Tekenend voor de sfeer van misleiding is een ontboezeming van topanaliste Kirsten Campbell: "Het idee dat wij onafhankelijk zijn is één grote leugen", zo schrijft zij in een woedende e-mail aan collega's bij Merrill. "Gewone beleggers raken hun geld kwijt, omdat wij topbestuurders van bedrijven te vriend moeten houden. Ik wil niet een hoer zijn voor het fucking management."
De pijnlijke onthullingen staan in het dossier dat Justitie in New York heeft aangelegd over de handel en wandel bij Merrill Lynch. De bank wordt ervan beschuldigd in research-rapporten een rooskleurig beeld te scheppen van bedrijven om zo lucratieve opdrachten van deze ondernemingen in de wacht te slepen. Analisten worden volgens Justitie door de bank rijkelijk beloond voor het positief stemmen van potentiële cliënten.
Door dubieuze aandelenadviezen zouden duizenden beleggers het schip zijn ingegaan. Volgens Justitie is het publiek benadeeld voor meer dan $100 miljoen. Merrill probeert wanhopig het gezicht te redden en heeft daartoe de voormalige burgemeester van New York, Rudy Giuliani, als adviseur in de arm genomen.
Als blijk van goede wil maakte Merrill vorige week bekend meer openheid te zullen betrachten over mogelijke belangenconflicten bij aandelenresearch. Zo bevat de website van de bank sinds deze week een opsomming van 640 zakelijke cliënten. De lijst wordt aangevoerd door ABN Amro. Achter de schermen probeert Merrill tot een schikking te komen met de minister van Justitie van de staat New York, Eliot Spitzer, die de explosieve zaak aanzwengelde. Spitzer werpt zich op als beschermer van de kleine belegger en eist dat Merrill schuld bekent, een boete betaalt en gedupeerden tegemoet komt.
In het uitdijende schandaal worden ook andere banken op de korrel genomen, zoals Credit Suisse First Boston, Morgan Stanley en Goldman Sachs. Spitzer leidt samen met zijn collega-ministers uit New Jersey en Californië een onderzoek van een landelijke 'task-force'. Inmiddels heeft ook de beurswaakhond SEC de zaak in onderzoek. "Wall Street schudt op zijn grondvesten", zo constateert Spitzer.
De topjurist houdt meer vernietigende bewijzen achter de hand om Merrill onder druk te zetten in de onderhandelingen. Zo beschikt hij naar verluidt over uiterst belastende verklaringen van analisten en managers bij Merrill. Het onderzoek, dat tien maanden in beslag nam, richtte zich op de research van de 'internet-groep', die onder leiding stond van ster-analist Henry Blodget. De groep manipuleerde volgens Justitie sinds 1999 met opzet de researchverslagen, waardoor gunstige 'ratings' uit de bus kwamen. Zo werden tal van onderzochte bedrijven binnengehaald als cliënten voor emissies en fusies, aldus Justitie.
De analisten wisten blijkens de in beslaggenomen e-mails dat zij het publiek een rad voor ogen draaiden. Het spel ging gepaard met veel spanningen. Op enig moment lijkt een boze Blodget te dreigen met de waarheid op de proppen te komen, wanneer hij in een e-mail aan zijn bazen laat weten dat hij voortaan de aandelen zal beoordelen op hun werkelijke waarde, "ongeacht de zakelijke consequenties".
Toen de aandelen kelderden liet Merrill de beleggers in het duister tasten, omdat nooit het advies 'verkopen' werd afgegeven. Zo stond het bedrijf Infospace tot eind 2000 in de zogeheten 'Favoriete Vijftien' van Merrill, ook al had Blodget een half jaar eerder intern verklaard dat het fonds een 'kruitvat' was en in een 'kwade reuk' stond. Analisten traden achter de schermen ook op als adviseurs van bedrijven die ze moesten onderzoeken. Ook waren de voorgestelde 'ratings' inzet van onderhandelingen. Zo ging één bedrijf pas akkoord met een bepaalde waardering op voorwaarde dat de rating voor de concurrent naar beneden zou worden bijgesteld.
Over het door Merrill aangeprezen obscure fonds GoTo.com was - zo noteerde Blodget in een e-mail - volstrekt niets interessants te melden, behalve dat het als cliënt een aardige provisie zou opleveren. Het analistenteam was volgens opgave van Blodget in 2000, voor het instorten van de internetmarkt, betrokken bij het veiligstellen van in totaal $115 miljoen aan transacties voor de investment banking-divisie. Kort nadat hij dit liet weten aan de top van de bank, zag Blodget zijn inkomen stijgen van $3 miljoen naar meer dan $12 miljoen.