AMSTERDAM - De farmaceutische tak blijft de kar trekken bij Akzo Nobel. En als het aan de concerntop ligt, blijft dat zo. Of het nu medicijnen zijn tegen depressiviteit, ter bevordering van de vruchtbaarheid of ter voorkoming van zwangerschappen, ze zijn nog steeds een goudmijn voor het concern.
De ontwikkeling van nieuwe medicijnen moet er borg voor staan dat die goudmijn voorlopig niet uitgeput raakt. Daarvoor gaf Akzo Nobel in het eerste kwartaal van dit jaar €144 miljoen uit, dat was 18% meer dan in de overeenkomstige periode van vorig jaar.
Dat de marktintroductie van nieuwe medicijnen vervolgens echter niet altijd even gladjes verloopt noemt het concern een normaal bedrijfsrisico. Zo'n nieuw product is Ariza, een middel tegen depressiviteit. Dat dacht Akzo Nobel eind dit jaar op de Amerikaanse markt te introduceren. Door ingrijpen van de Amerikaanse autoriteiten is dat echter vertraagd. De FDA (Food and Drug Association), de toezichthouder waar nieuwe geneesmiddelen voor de Amerikaanse markt moeten worden aangemeld, wilde aanvullende informatie over Ariza. Die informatie zal Akzo Nobel volgende maand opsturen, waarna gehoopt wordt dat het nieuwe geneesmiddel volgend jaar op de markt alsnog kan worden geïntroduceerd.
De kans dat die introductie doorgaat schat Fritz Fröhlich, de financiële topman bij het concern, op 80%. Dat is iets pessimistischer dan voorheen, toen er van een slagingspercentage van 90 werd uitgegaan. Ariza zou over 2 à 3 jaar, als de top in de verkopen zou worden bereikt, goed kunnen zijn voor een omzet van €500 miljoen. Het uitstel heeft intussen tot een discussie met de Amsterdamse beurs geleid. Euronext wilde weten of Akzo Nobel indertijd geen koersgevoelige informatie heeft achtergehouden door de buitenwereld niet direct te melden dat er kans was op een latere introductie van Ariza. Fröhlich is zich echter van geen kwaad bewust. "We hebben iedereen tijdig op de hoogte gesteld. Als we wat te melden hebben dan doen we dat direct", verzekerde hij gisteren bij de presentatie van de kwartaalcijfers.
Die waren veel beter dan analisten hadden verwacht. De nettowinst steeg met 9% tot €234 miljoen, bij een met 0,5% tot €3.488 miljoen gestegen omzet. "Een uitstekende start van het jaar", verzekerde Fröhlich.
Voor het hele jaar blijft hij bij de eerder uitgesproken verwachting dat de nettowinst die van het recordjaar 2000 zal overtreffen. "Wij veronderstellen hierbij dat de economie weer zal gaan groeien in de tweede helft van dit jaar en dat er geen belangrijke wijzigingen in de valutakoersen zullen optreden", voegde hij er aan toe.
Tevreden toonde Fröhlich zich ook met het feit, dat het dieptepunt in de resultaten bij coatings en chemie nu lijkt te zijn gepasseerd.
De omzet bij pharma steeg met 13% tot €1 miljard, het bedrijfsresultaat met 10% tot €210 miljoen. De omzet van Organon in de VS steeg zelfs met 17%. In dit land wordt nu meer dan een derde van Organons wereldwijde omzet behaald. Intervet (diergezondheidszorg) kon een omzetstijging van 7% realiseren, terwijl Diosynth (producent van complexe actieve farmaceutische grondstoffen) een omzetstijging van 9% behaalde.
Bij coatings begint het concern nu de vruchten te plukken van de reorganisaties. Ook konden de marges worden verhoogd door dalende grondstofprijzen. Bij een 2% hogere omzet van €1.337 miljoen steeg het bedrijfsresultaat met 2% tot €87 miljoen.
Eenzelfde beeld vertoonde de divisie chemie. Vooral catalyst en functional chemicals vertoonden een sterke verbetering. De overige activiteiten hadden te lijden van de zwakke economie in de VS en de malaise in de pvc-industrie. Bij een fractioneel lagere omzet van €1.176 miljoen steeg hier het bedrijfsresultaat met 3% tot €102 miljoen.
Het herstructureringsschema voor de coatingsdivisie en de chemietak ligt volgen Fröhlich op schema. In totaal moeten hier 3500 arbeidsplaatsen komen te vervallen, 1500 in de chemie en 2.000 bij de coatings. Nadat er vorig jaar al 600 verdwenen, kwamen daar in het afgelopen kwartaal nog eens 400 bij. Fröhlich denkt dat de hele reorganisatie in 2004 kan zijn afgerond.