BADHOEVEDORP - De uitzendbranche staat zwaarder onder druk dan verwacht. Na een desastreus vierde kwartaal in 2001, verliepen de eerste maanden van dit jaar nog slechter. Dat blijkt uit vertrouwelijke cijfers van de Algemene Bond Uitzendondernemingen (ABU). Voor dit jaar kan alleen een verdere tarievenstijging de sector op de been houden.
De uitzendsector, die als economische barometer wordt beschouwd, leverde de eerste drie maanden tussen de 12 á 13% aan uitzenduren in. De totale omzet daalde gedurende deze periode met 6%. Om deze negatieve tendens te keren zullen de tarieven over 2002 minimaal met 6% moeten stijgen, zo blijkt uit de marktmonitor van het NIPO dat onderzoek deed in opdracht van de ABU.
Over 2001 zorgden de personeelstekorten in combinatie met sterke economische tegenwind al voor een lichte omzetdaling van 1%. Het totaal aantal uitzenduren, ook wel het uitzendvolume genoemd, daalde vorig jaar met 10%.
|
Tariefsverhoging moet uitzendbranche op been houden. (Foto: Dijkstra bv)
|
Met name de sectoren techniek en industrie hebben het momenteel zwaar te verduren. Vooral het conjunctureel gevoelige traditionele uitzendwerk is minder gevraagd. Bulkuitzenders als Randstad, Start en Vedior zien hierdoor hun volume verder inzakken. Sectoren als de medische en administratieve diensten bleven overeind. De gezondheidszorg kent nu eenmaal een personeelsdynamiek die nagenoeg ongevoelig is voor economische wetten. De vraag naar administratief personeel is ook op niveau gebleven. De verminderde vraag wordt nog eens versterkt door het duurdere uitzendproduct als gevolg van de tarievenstijging. Daarnaast regelen veel bedrijven zelf flexibele oplossingen, zoals personeelswerving via advertenties, kortlopende contracten en meer overwerk.
Sinds uitzendwerk in de jaren zeventig aan zijn opmars begon, maakte de branche twee keer eerder een zware dip mee: in de periodes '80-'82 en '90-'94. De laatste historische groeiperiode duurde tot de zomer van 1999. De algemene stemming in de branche is dat begin 2003 wereldwijd de uitzendmarkt weer op is gekrabbeld.
Daarnaast speelt de Flexwet de branche flink parten. Na drie jaar Flexwet hebben steeds meer flexkrachten recht op zekerheid, of beter: een vast, duurder contract. Tevens moeten meer kosten worden gemaakt voor administratie, pensioenen en ziektepremies. Begin februari lekte via deze krant uit dat de uitzendwerkgevers daarom staan te trappelen om de Flexwet aan te passen. De wet zou aan zijn doel voorbij schieten omdat vooral kwetsbare groepen moeilijker aan de slag komen.
Terwijl de uitzendbranche haar broekriem aanhaalt, speelt er achter de schermen nog een ander, groot probleem. Vanwege ruzie met FNV Bondgenoten is er momenteel geen uitzend-cao. Het oude collectieve contract liep af op één april. Volgens de wet Waadi zijn de werkgevers verplicht uitzendkrachten dan te betalen volgens de cao van de inlenende bedrijven. Dit moet concurrentie op lonen via uitzendwerk voorkomen. De uitzendbedrijven betalen echter gewoon volgens de oude cao uit. Individuele uitzendkrachten die na één april een nieuw contract hebben getekend, hebben recht op het, vaak hogere, salaris uit de inleen-cao, zo stelt FNV-bestuurder Han Westerhof. Dit kan de sector dit jaar tientallen miljoenen euro's extra kosten.