door Frank van Vliet RAMALLAH - Het ministerie van Hoger Onderwijs in Ramallah kan beter omgedoopt worden tot 'het kerkhof van de computers'. Israëlische troepen die hier vrijdag binnendrongen hebben alle computers of uit het raam gegooid, of verzameld en daarna simpelweg opgeblazen.
Nu de Israëlische troepen uit Ramallah zijn vertrokken, met uitzondering van het nog steeds door tanks omsingelde hoofdkwartier van Jasser Arafat, wordt getracht de schade op te maken. Op het eerste gezicht heeft Ramallah veel minder te lijden gehad dan bijvoorbeeld Bethlehem, om over Jenin maar te zwijgen.
Het aantal gesneuvelde ramen en door tanks vernielde auto's en lantaarnpalen is er veel minder. Maar wie goed kijkt, ziet de opengebroken deuren en wie daar naar binnen gaat treft meestal een chaos aan. Bij de plaatselijke oogkliniek zijn bijvoorbeeld alle brillenglazen vernield. De eigenaars van de supermarkt Max stellen ruim 30.000 gulden te missen uit de kluis. Privé-personen in wiens huizen de Israëli's zijn geweest zeggen geld of bijvoorbeeld de videorecorder kwijt te zijn.
Dat bij de Palestinian International Bank geen geld wordt vermist is vooral te danken aan de kwaliteit van de kluisdeuren. Duidelijk is te zien dat er pogingen zijn geweest om in te breken. De betonnen wand om de kluisdeur vertoont ferme gaten, maar de stalen legering heeft standgehouden. Zelfs het bankpersoneel kon de safe niet meer in. Specialisten van de firma die de kluis leverden, konden de deur uiteindelijk open krijgen.
Zoals bij alle ministeries en instellingen die een bezoekje kregen van het Israëlische leger zijn ook bij de bank de computers stuk. Het is niet de enige herinnering die de soldaten, die hier meer dan drie weken verbleven, achterlieten. Overal hangen nog bordjes met de Hebreeuwse tekst 'Niet storen', of 'Hier niet naar binnen'.
Volgens directeur Usama Khader werden hier gevangen genomen Palestijnen verhoord. Samen met zijn personeel is hij al dagen aan het schoonmaken. Hij schat de schade op zeker 700.000 euro. Een bedrag dat hij via een rechtszaak wil proberen te verhalen op de Israëlische staat. "Ik weet ook wel dat het waarschijnlijk een kansloze zaak is, maar we proberen het toch. Wetten zijn er toch niet voor niets?"
In het ministerie voor Hoger Onderwijs toont dr. Gabi Barumki ons zes verdiepingen lang vernielde apparatuur. In de kamer waar de nog lege diploma's lagen te wachten op de namen van de toekomstige geslaagden hangt nog steeds een brandlucht. Alle diploma's zijn verbrand. Ook hier is geen computer of kopieerapparaat aan de sloop ontsnapt. "En dan te bedenken dat ze hier maar één uur binnen zijn geweest", verzucht de vice-president van de Bir Zeit Universiteit.
Volgens Barumki heeft de Israëlische actie hier niets te maken gehad met de strijd tegen de terreur. "Hier is geen professioneel leger binnen geweest, maar een bende vandalen. In de dertig jaar dat ik hier woon heb ik nog nooit zo iets meegemaakt. Ook vroeger deed het leger huiszoekingen, maar ik werd altijd keurig uit mijn bed gehaald omdat ze bijvoorbeeld de Bir Zeit Universiteit wilden doorzoeken. Dan werd er nooit iets vernield."
Barumki is ervan overtuigd "dat dit een aanval was op de Palestijnse staat in wording. Het Palestijnse moreel moest worden gebroken."