AMSTERDAM - Rijkman Groeninks voorganger Jan Kalff waarschuwde er al voor: als hij een overname voor ogen had in Italië moest de nieuwe bestuursvoorzitter over een lange adem beschikken. De Italiaanse centrale bank zegt nu nog 'piano, piano', aldus Kalff: "rustig aan". Pas op langere termijn gaan de grenzen in Italië open voor een internationale fusie of overname. Ondertussen poetst De bank via deelnemingen de laatste witte vlekjes in de Italiaanse laars weg.
|
Het hoofdkantoor van Antonveneta in Padua heeft veel weg van dat van ABN Amro in Amsterdam.
|
ABN Amro is al lang in Italië actief, als zaken- en investeringsbank sinds 1974. In 1999 kwamen daar de belangen bij in consumentenbanken Banca di Roma (aanvankelijk 8,75%) en Banca Antonveneta (0,5%). "De investering in Banca di Roma zag er destijds beter uit", stelde Jan Maarten de Jong van ABN Amro gisteren tijdens een bijeenkomst in Amsterdam. "We kregen een redelijk groot aandelenbelang en een zetel in de raad van commissarissen. Dat was bij Antonveneta niet het geval."
Toch pakt de deelneming in het inmiddels beursgenoteerde Antonveneta - bij de beursgang werd het belang van ABN Amro uitgebreid tot 12,25% - tot dusver beter uit, zeiden De Jong en landenmanager Franscesco Spinelli gisteren. "De investering in Banca di Roma heeft ons nog niet gebracht wat we er drie jaar geleden van verwachtten", gaf de laatste zelfs toe. Eén van de oorzaken, aldus Spinelli, was het plotse vertrek van bestuursvoorzitter Salvatore, zes maanden na zijn aantreden en midden in een ingrijpend reorganisatieproces. Daarnaast verliepen overnames van Mediocredito en Banco di Sicilia moeizaam, erkende Spinelli.
Banca di Roma moet dan ook snel verbetering laten zien, herhaalden beide bestuurders eerdere uitspraken van ABN Amro-topman Groenink. "Dat dat binnen een jaar moet, geloof ik niet", zei Spinelli desgevraagd. "Maar als er over een jaar niets is veranderd, dan betekent dat, dat het probleem nog steeds bestaat", en dat is nadrukkelijk níet de bedoeling, was de onuitgesproken boodschap.
Die andere deelneming van ABN Amro in Italië - in Antonveneta - is wél een 'succesvol groeiverhaal', probeerden De Jong en Spinelli gisteren over het voetlicht te krijgen. Was Antonveneta in 1996 nog de nummer 27 in Italië, in 2001 was het de nummer zeven (Banca di Roma: vier). De bank heeft 1,5 miljoen klanten, meer dan 1000 vestigingen en €47 miljard vermogen onder beheer.
Via overnames en fusies is Antonveneta geworden wat het is, een bank met een landelijke dekking. Witte vlekken zijn de provincies Umbrië, in het midden van Italië, Trentino, in het noorden, en Sardinië, voor de westkust. "In Umbrië kun je eigenlijk alleen de markt betreden door een overname, maar geschikte kandidaten zijn nauwelijks voor handen", verklaarde Spinelli de witte vlek. Zowel in Umbrië als in Sardinië zal Antonveneta 'light branches' openen, kleine vestigingen met een man of vijf personeel. Het Duitstalige Trentino laat de Italiaanse bank voor wat het is, stelde de landenmanager desgevraagd.
Of het geen goed idee is om Antonveneta en Banca di Roma met elkaar te laten fuseren, wilde een journalist nog weten. "Vandaag moet je dat niet willen", antwoordde De Jong, voor een bankier verrassend recht door zee. "Beide banken zijn niet in balans", gaf De Jong als argument. "Over vijf jaar alsnog? Dat weet niemand."
Op dezelfde, langere termijn verwacht Spinelli een koerswijziging van de Italiaanse centrale bank. Nu houdt deze grensoverschrijdende fusies en overnames nog tegen, omdat er eerst een aantal grote Italiaanse financiële instellingen gevormd moet worden die de concurrentie met Europese grootbanken aankan. "Logisch", noemde De Jong dat. En: "Je moet niet zo arrogant zijn om te denken dat je als ABN Amro het consolidatieproces kunt sturen."
Spinelli verwacht een koerswijziging over "twee, drie jaar". Van de zes nationale banken zullen er uiteindelijk één of twee overblijven, denkt hij. Antonveneta heeft een goede uitgangspositie om zich onder de overblijvers te scharen, stelde de Italiaan. "Als de vijf andere fuseren, dan is Antonveneta één van de twee grootsten", luidde het argument. En daar is geen speld tussen te krijgen.