door Harry Blom DORDRECHT - Syrische Koerden beschuldigen het bewind van Bashar al-Assad in Syrië ervan geen middel onbenut te laten om hun volksgenoten het land uit te krijgen. Het nieuwste wapen in de 'arabisering' van Syrië is het dwingen of verleiden van Koerden tot een vlucht naar Europa. Het merendeel van de ruim 1000 bootvluchtelingen die vorige maand met het smokkelschip Monica in Sicilië landden, waren geen Koerden uit Irak, zoals aanvankelijk werd gemeend, maar Syrische Koerden.
Dit zegt Kawa Rashid, een tot Nederlander genaturaliseerde Koerd uit Syrië. Hij was de organisator van een betoging gisteren voor het ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag tegen de verdrijving van zijn volk.
|
Het smokkelschip Monica met zo'n 1000 illegale immigranten aan boord voor de Siciliaanse kust. (Foto: REUTERS)
|
Uit gesprekken die hij en andere Koerden in Italië heeft gehad met de bootvluchtelingen van de Monica, blijkt dat er in Syrië sprake is van een staatsbeleid, dat uiteindelijk wordt uitgevoerd door internationale mensensmokkelaars, onder wie zelfs leden van de fundamentalistische islamitische Hezbollah-beweging. In verband met de smokkelvaart van de Monica is in Beiroet een Libanees gearresteerd en worden diens twee opdrachtgevers, Syriërs, door de politie gezocht.
"Het gaat als volgt", zegt Rashid, "Koerden, toch al een onderdrukte en gediscrimineerde bevolkingsgroep, krijgen van functionarissen van de overheid of van de almachtige Baath-partij te horen dat er een mogelijkheid is een beter leven te vinden in Europa. Als je maar een onderpand hebt, een woning, zaak of auto bijvoorbeeld, krijg je alles: een vals paspoort, zelfs zakgeld."
"Binnen een dag of vijftien is alles geregeld, gaan ze op de bus naar Damascus of Beiroet. Niet in achterafpensionnetjes, nee, in viersterrenhotels. En dan met de boot naar Italië. Aan boord van een smokkelschip wordt ze ingeprent dat ze straks tegen de autoriteiten moeten zeggen dat ze uit Irak komen", aldus Rashid. Vertrokken Koerden zijn stateloos en worden onder geen beding teruggenomen."
De Syrische overheid doet er alles aan om de noordelijke streek Remelan, waar zich de hoogste concentratie Koerden bevindt, Koerdenvrij te maken. "Onze streek is rijk aan grondstoffen, olie. De staatsoliemaatschappij, die ook Remelan heet, heeft zo'n 15.000 mensen in dienst, tot uit Libië en Libanon halen ze mensen, maar een Koerd komt er niet in."
Rashid neemt het zijn volksgenoten niet kwalijk dat zij naar Europa vluchten, maar het leidt uiteindelijk wel tot het wegvagen van het Koerdische volksdeel in Syrië, dat al ernstig is geslonken.
Hij ontkent dat de Syrische Koerden uit zijn op het stichten van een eigen staat. Zelfs de partij van de Turkse Koerden zegt niet meer aan afscheiding te denken, sinds haar leider Abdullah Öcalan met een doodvonnis in een Turkse gevangenis zit. Vanzelfsprekend heeft hij de sympathie van Iraakse, Iraanse en Turkse Koerden voor zijn protest tegen 'etnische zuivering', maar elke concrete hulp wijst hij af.