PARIJS - Het was een uitgelezen kans. Camera's draaiden en fotografen stonden in de aanslag. Zelfs de pruttelende baby strekte uitnodigend haar armpjes uit naar de grijzende presidentskandidaat. Het bleek vergeefse moeite. "Ik heb toch geen toestemming van de moeder?" verklaarde Lionel Jospin kortaf en liet baby en journalisten teleurgesteld achter.
|
Het was een uitgelezen kans. Camera's draaiden en fotografen stonden in de aanslag. Zelfs de pruttelende baby strekte uitnodigend haar armpjes uit naar de grijzende presidentskandidaat. Het bleek vergeefse moeite. "Ik heb toch geen toestemming van de moeder?" verklaarde Lionel Jospin kortaf en liet baby en journalisten teleurgesteld achter.
|
De anekdote is typerend voor het stijve karakter van de 64-jarige socialistische premier die zo graag president van Frankrijk wil worden. Jospin is geen campagnedier zoals zijn grote rivaal Jacques Chirac. De protestantse ex-hoogleraar in de economie haat handen schudden en baby's op de arm nemen is al helemaal niet zijn stiel.
Zodra hij een microfoon ziet begint hij ongevraagd meteen een theoretisch college te geven over de socialistische benadering die moet leiden tot economische groei en afname van de werkloosheid.
In de opiniepeilingen glijdt Jospin steeds verder weg. De persoonlijke aanval op Chirac, waarin hij toespelingen maakte op diens hoge leeftijd en gebrek aan fitheid, werden hem niet in dank afgenomen. Met name oudere kiezers spraken er schande van. De opiniepeilingbureaus delen hem op dit moment 16,5 procent van de stemmen toe, 3,5 procent minder dan Chirac.
Nu wil dat bij een eerste verkiezingsronde weinig zeggen. In de volgende beslissende ronde van 5 mei kan hij rekenen op de steun van kiezers die morgen op de communisten, groenen en radicale linkse partijtjes zullen stemmen. Bij de vorige presidentsverkiezingen in 1995 haalde Jospin in de eerste ronde ook rond de 20 procent.
Hij verloor toen de verkiezingen van Chirac met nog altijd 47,4 procent van de stemmen. De tweede ronde belooft ook nu weer een nek-aan-nekrace te worden.
Jospins verkiezingsprogramma verschilt inhoudelijk weinig van dat van Chirac. Beiden hebben onveiligheid tot hoofdthema gemaakt en pleiten dan ook voor de oprichting van een superministerie tegen de uit de hand gelopen criminaliteit.
Met de onverwachte opkomst van de trotskistische kandidate Arlette Laguiller is Jospin zich de laatste dagen wat linkser gaan profileren. Hij heeft enkele oude socialistische stokpaardjes uit de kast gehaald zoals nivellering en minder bewegingsvrijheid voor bedrijven.
Indien Jospin op 5 mei wordt gekozen tot president, is het maar de vraag of hij daar blij mee moet zijn. De afgelopen jaren heeft dit hoogste ambt steeds meer een ceremoniële functie gekregen. Niet voor niets voelt Chirac zich op het Élysée als een vis in het water. Het regeren, de dagelijkse leiding, is daarentegen de taak van de premier, en die rol is Jospin op het lijf geschreven.