PARIJS - De BV Chirac draait op volle toeren. Het kleine familiebedrijf, met algemeen directeur en penningmeester Jacques, echtgenote Bernadette op externe betrekkingen en dochter Claude die de media uit haar hand laat eten, is vol vertrouwen over een succesvolle afloop van de presidentsverkiezingen.
|
De BV Chirac draait op volle toeren. Het kleine familiebedrijf, met algemeen directeur en penningmeester Jacques, echtgenote Bernadette op externe betrekkingen en dochter Claude die de media uit haar hand laat eten, is vol vertrouwen over een succesvolle afloop van de presidentsverkiezingen.
|
"Ik ruik de winst", liet Chirac zich deze week ontvallen, nadat hij had gehoord dat hij in de laatste peilingen een voorsprong van 3,5 procent had genomen op zijn socialistische rivaal Lionel Jospin. De 69-jarige neogaullist, die zeven jaar geleden onverwacht Edouard Balladur wist te passeren en in de slotronde Jospin versloeg, weet waarover hij praat.
Vanaf 1967 was hij tweemaal staatssecretaris (Sociale Zaken en Financiën), drie keer minister (Parlementszaken, Landbouw en Binnenlandse Zaken), tweemaal premier, maar liefst 18 jaar burgemeester van Parijs en in de tussentijd ook nog oprichter van zijn eigen partij RPR.
De discrete campagne, geleid door Claude en met Bernadette als geheim wapen, blijkt veel effectiever dan het verbale geweld waarmee het socialistische kamp de kiezer probeert te overtuigen. Op zijn rondreis door het Franse platteland schudt hij links en rechts handen. Met zijn aangeboren jovialiteit weet hij bij de Fransen de juiste snaar te raken.
"Van hem zou ik geen auto durven kopen", zegt een aanhanger in Chiracs eigen kiesdistrict de Corrèze, "maar het land vertrouw ik hem met een gerust hart toe." Een socialistische tegenstander zegt: "Het klinkt misschien een beetje tegenstrijdig, maar als ik tussen Chirac en Jospin moet kiezen om mee op vakantie te gaan, dan kies ik absoluut de eerste."
De meeste Fransen weten dat Chiracs politieke loopbaan niet brandzuiver was. Gesjoemel met luxe appartementen en fictieve baantjes voor zijn Parijse vriendjes, het gunnen van gemeenteorders aan bedrijven in ruil voor smeergeld, fraude met zijn eigen RPR-partijkas. Niets is écht bewezen, maar iedereen neemt het voor waar aan. "Maar wie is er dan wel brandschoon in de politiek?" is het meest gehoorde tegenargument.
Politicoloog Jean-Henri Gardère wijst erop dat in de Franse cultuur het eerder een voordeel is dat een politicus in zijn verleden iets heeft uitgespookt. "Daarmee bewijst hij ook maar een mens te zijn en dat spreekt het volk aan. Jospin stond jarenlang bekend als mr. Clean. Toen hij een keertje loog over zijn trotskistische verleden, steeg hij onmiddellijk in populariteit."