TEL AVIV - Onder het puin van het door Israël grotendeels verwoeste Palestijnse vluchtelingenkamp Jenin liggen mogelijk nog levenden. Het Internationale Rode Kruis dat sinds maandag in het kamp onder meer de lijken bergt, heeft Israël gevraagd internationale teams toe te laten die ervaring hebben met het werken in gebieden waar zich een aardbeving heeft voorgedaan.
Er is ook behoefte aan munitie-experts die de explosieven die onder het puin liggen onschadelijk kunnen maken. Volgens Israël waren veel huizen van valstrikken voorzien en besloot het leger daarom de woningen plat te walsen met gepantserde bulldozers.
Het is nog steeds niet duidelijk wat er precies in het vluchtelingenkamp is gebeurd tijdens de hevige gevechten tussen het leger en Palestijnse militanten. De Israëlische premier Sjaron noemt de beschuldigingen dat er in het kamp een massaslachting heeft plaatsgevonden "belachelijk". De Palestijnen claimen honderden doden.
De kampen worden bestuurd door de Verenigde Naties en het moet daarom mogelijk zijn vast te stellen wie wordt vermist van de 13.000 inwoners van Jenin. Anders is het voor de Palestijnse steden, waar de administratie volgens de Palestijnen een chaos is omdat Israëlische troepen op grote schaal computers hebben vernield. "We weten niet eens meer wat voor cijfers de leerlingen hebben behaald bij hun examens, want ook de computers van het ministerie van Onderwijs zijn allemaal stuk", aldus een woordvoerder.
Israëlische en Palestijnse mensenrechtenorganisaties proberen via ooggetuigen een beeld te krijgen van wat er in Jenin is gebeurd. De Palestijnse mensenrechtenorganisatie LAW meldt dat er een truck is gesignaleerd met ongeveer 30 lichamen verpakt in plastic. Ook zouden bulldozers huizen hebben vernield waarin zich nog mensen bevonden.
LAW heeft ook verhalen opgetekend over de behandeling van in Jenin gearresteerde mannen. Ze zouden zijn geslagen en geschopt en lange tijd geen water en eten hebben gehad. Wie om water vroeg, kreeg soms urine aangeboden. In Bethlehem worden mensen al meer dan 14 dagen in hun huizen vastgehouden.