AMSTERDAM - Lage beursomzetten slaan grote gaten in de inkomsten van market makers. Nadat vorige week Van der Moolen al een fors lagere kwartaalwinst meldde, was het gisteren de beurt aan AOT. Het beursbedrijf zag in het eerste kwartaal 2002 de nettowinst teruglopen naar €0,6 miljoen, een daling van 88%. Alleen een eenmalige bate van €2,9 miljoen houdt het bedrijf uit de rode cijfers: voor AOT waren de lage beursomzetten reden om deelnemingen in Euronext en in de Londense beurs deels te gelde te maken.
In het eerste kwartaal van 2001 boekte AOT nog een winst van €4,9 miljoen. In het laatste kwartaal van 2001 was dit gedaald naar een kwartaalwinst van €2,7 miljoen. Directievoorzitter Sasker de Boer wijt de dramatische verdere verslechtering aan de lage handelsvolumes op de beurzen en het weinig grillige koersverloop. "Het vierde kwartaal vorig jaar was al niet veel. We merken dat direct aan onze cijfers. Die zijn teleurstellend."
Market makers halen hun inkomsten met name uit de verschillen tussen bied- en laatkoersen, de spread. Nu deze spread door de weinig levendige beurshandel kleiner wordt én het aantal transacties afneemt, hebben deze beursbedrijven een dubbele strop.
De operationele inkomsten van AOT waren in het eerste kwartaal 2002 onvoldoende om de kosten te dekken. De opbrengst (€2,9 miljoen) uit de gedeeltelijke verkoop van twee deelnemingen brengt het bedrijf echter uit de rode cijfers. AOT verkocht aandelen Euronext en aandelen LSE (London Stock Exchange). De Boer ontkende gisteren dat AOT met de verkoop de cijfers wilde opkrikken. "Iedereen merkt dat de omzetten op die beurzen dalen. Daarom vonden we het verstandig onze belangen voor een deel af te bouwen. We hebben daarbij praktisch naar koersen gekeken."
AOT heeft de aandelen LSE volgens De Boer tegen een goede prijs verkocht. De koers werd opgedreven door hernieuwde geruchten dat de beurs van Frankfurt met een overnamebod komt.
AOT heeft beide aandelenbelangen overgehouden aan de overschakeling van vereniging naar vennootschap van zowel de Amsterdamse als de Londense beurs. Als lid van de vereniging kreeg AOT toen kosteloos een aandelenpakket in de vennootschap, "de aandelen LSE kregen we bijna voor niets", corrigeert De Boer. AOT houdt overigens nog steeds een belang in beide beurzen.
Een andere verzachtende factor voor aandeelhouders AOT is dat de winst over minder aandelen uitgesmeerd kan worden. Dit is het resultaat van een inkoop van eigen aandelen waardoor het aantal uitstaande aandelen gedaald is van 25.0 naar 24,4 miljoen aandelen. De winst per aandeel bedraagt nu €0,02 tegen €0,20 in het eerste kwartaal van 2001.
De bedrijfskosten zijn van €11,3 miljoen naar €9,6 miljoen gedaald. Dit is niet zozeer het gevolg van een stringent kostenbeleid, zo geeft De Boer toe, maar van lagere winstuitkeringen voor de beurshandelaren van AOT. "Als de inkomsten er niet zijn, zijn de bonussen er ook niet."
Dat AOT harder in inkomsten is getroffen dan Van der Moolen, verklaart De Boer met het feit dat zijn bedrijf zwaarder op de derivatenbeurs leunt. Juist daar zijn de klappen hard gevallen.
Ook de Amerikaanse activiteiten van AOT presteren onder de maat. Een doorgevoerde reorganisatie heeft nog niet het beoogde effect gehad, erkent het beursbedrijf. De sterke concurrentie op de Amerikaanse markt zette de marges onder druk. AOT gaat de komende maanden na of de vestigingen in de VS nog wel toekomst hebben.