De Telegraaf-iDe KrantNieuwsLinkSportLinkDFT.nlDigiNieuwsCrazyLife
za 13 april 2002  
---
Nieuwsportaal
---
Uit de krant 
Voorpagina Telegraaf 
Binnenland 
Buitenland 
Telesport 
Financiële Telegraaf 
Archief 
ABONNEER MIJ 
---
En verder 
De euro 
PC Thuis 2001 
Begroting 2002 
De prins en Maxima 
Over Geld 
Fiscus 2001 
Scorebord 
Auto op vrijdag 
Filmpagina 
Woonpagina 
Reispagina 
Jaaroverzicht 2001 
---
Ga naar 
AutoTelegraaf 
Reiskrant 
Woonkrant 
Vacatures 
DFT 
Privé 
 
Weerkamer 
Al onze specials 
Headlines 
Wereldfoto's 
Wereldfotos 
Reageer op 't nieuws 
---
Kopen 
Speurders 
De scherpste prijzen 
bij ElCheapo 
---
Met Elkaar 
Netmail 
Ontmoet elkaar 
bij Nice2Meet 
---
Mijn leven 
Vrouw & Relatie 
AstroLink 
Uw horoscoop vandaag 
De Psycholoog 
---
Contact 
Abonneeservice 
Advertentietarieven 
Mail ons 
Over deze site 
Bij ons werken 
Alle uitslagen, standen, programma's 
[terug]
 D E   T E L E G R A A F   T E L E S P O R T 
 
  Herboren Johan Museeuw jaagt op trilogie

door Raymond Kerckhoffs en Bert Schaap

   
 

GISTEL - Na een zware val in Parijs-Roubaix (1998) en een motorongeluk (2000) is Johan Museeuw weer helemaal terug. Afgelopen zondag was hij dichtbij zijn derde triomf in de Ronde van Vlaanderen èn zijn onaangekondigde afscheid. Morgen, in Parijs-Roubaix, is Museeuw opnieuw één van de favorieten. Voor de derde keer kan de 'Leeuw van Vlaanderen' de koninginneklassieker op zijn naam schrijven. Dat op zich is al een prestatie van formaat voor de karaktermens die pijn lijden tot kunst heeft verheven. Een reportage over een levende legende met mensen van vlees en bloed uit zijn directe omgeving. "Johan Museeuw is veel meer dan een groot kampioen. Hij is een wielergod."

Klik op de foto voor een afbeelding op volle grootte (426x284, 30kb)
Het moment waar Musseeuw zijn knieschijf breekt op de historische keien.
Op de intensive care van het academisch ziekenhuis in Gent lag een groot man te vegeteren als een plant. Versuft door de pijnstillers, de morfine en de aanslag die de natuur op zijn lijf had gepleegd. Hij lag op zijn zij, kon alleen zijn vingertje omhoog steken om zijn bezoek te begroeten. Zijn ogen vielen weer dicht om een minuut of vier later weer open te gaan. Licht knikje en weer dicht. Dirk Nachtergaele stond erbj en keek ernaar. Een onvergetelijk moment, dat dwars door hem heen ging. "De haren stonden recht op mijn armen. Ik ben ook een gevoelsmens. Toen besefte ik dat Johan Museeuw veel meer is dan een groot kampioen. Hij is een wielergod."

Al tien jaar lang is Nachtergaele de persoonlijk soigneur van de Vlaamse volksheld. Hij masseert zijn benen en soigneert zijn emoties. De relatie is innig en wordt getypeerd door hoge toppen en diepe dalen. "Een paar dagen later stond ik weer naast zijn bed. Duf en verdoofd door de pijnstillers lag hij daar. Hij wilde in een stoel gaan zitten. Ik heb hem geholpen. Opeens zei Johan: 'Ik heb U nodig. Kunt U even een klein beetje mijn rug masseren?' Op dat intieme moment kreeg ik het bijna weer te kwaad en heb ik besloten deze man nooit meer los te laten. Hij is een leeuw. En een leeuw vecht altijd terug."

"De mensen in Vlaanderen en ver daarbuiten steken kaarsen voor hem op. Bidden dat hij mag winnen of gaan voor hem op bedevaart. David is één van zijn grootste supporters. Hij zit in een rolstoel, belt elke maand. 'Hoe gaat het met Johan?' Zo raakt hij zijn frustraties kwijt."

Klik op de foto voor een afbeelding op volle grootte (143x345, 15kb)

Wilfried Peeters kent Museeuw ook als zijn broekzak. Negen jaar lang waren ze slapies. Beide Vlamingen groeiden in die periode uit tot boezemvrienden. "Maar Johan is niet de man die van het ene op het andere moment vriend met je is. Hij kijkt eerst de kat uit de boom. Zoiets groeit. Pas na een tijdje gaat dat vlotten. Zeker ook omdat het tussen onze vrouwen klikte. Wij hadden nooit veel woorden nodig. Het meest waardeer ik het respect dat hij steeds voor mij heeft gehad. Hij wist wat ik voor hem in de wedstrijden deed en wilde daarom op alle andere gebieden steeds klaar voor me staan. Als ik iets aan hem vroeg, zei hij nooit nee. In al die jaren hebben we nooit ruzie gehad, nooit problemen. Toen ik de knoop doorhakte om te stoppen, merkte ik dat Johan het daar moeilijk mee had."

Nog één keer wil De Leeuw van Vlaanderen een grote wedstrijd winnen om dan in stijl afscheid te nemen. Na zijn zware val in Parijs-Roubaix vertelde hij aan zijn persoonlijk verzorger dat hij zelf wilde bepalen wanneer hij zou stoppen. "Dat was het eerste wat hij zei," herinnert Nachtergaele zich. "Ik stond bij de bevoorrading in Mons-en-Pévele, twintig kilometer voorbij het Bos van Wallers, en hoorde op de radio van zijn ongeluk. Dokter Porte heeft hem bij mij afgeleverd. Wij hebben Johan uit de auto getild. Ik zag de grimassen op zijn gezicht, hij kon zijn been niet plooien door de diepe vleeswond. Wij wisten toen nog niet dat hij zijn knieschijf had gebroken. Terwijl Franco Ballerini won, was Johan met ploegarts Van Mol op weg naar het hospitaal in Kortrijk. Daar hebben ze zijn wond schoon gemaakt en hem naar huis gestuurd. De volgende dag kreeg hij koorts en werd hij door het ziekenhuis in Oostende doorgestuurd naar het UZG in Gent. Er zat een bacterie uit paardenstront in de knie. In Gent werd besloten om zijn been te amputeren. Dokter Verdonck heeft dat tegengehouden. Hij besloot te wachten omdat topsporters meer kunnen verdragen dan gewone mensen. Antibiotica kan de eerste uren wonderen doen. In Gent hebben ze Johan op sublieme wijze verzorgd, heel Vlaanderen mag dokter Verdonck dankbaar zijn. Die man verdient een standbeeld."

Met zijn tweede plaats in de Ronde van Vlaanderen bewees de oud-wereldkampioen in topvorm te zijn om voor de derde keer Parijs-Roubaix te winnen. De klassieker die hem zoveel geluk schonk, maar ook zo wreed voor hem was. Het typeert het karakter van de zoon van een garagehouder, dat hij het gevecht met de meedogenloze kasseien opnieuw durft aan te gaan.

"Parijs-Roubaix is een wedstrijd die hem perfect ligt", weet Peeters. "Je moet daarvoor een bijzonder karakter hebben. Het uithoudingsvermogen speelt een grote rol. Je moet je grenzen steeds weer verleggen, door de jaren gehard zijn, ervaring hebben. In de andere klassiekers kun je je op sommige bergjes richten. In Parijs-Roubaix kan het overal gebeuren. Daarom moet je continu van voren zitten. Dat vereist discipline en concentratie. Zondag sluit Museeuw de belangrijkste week van het jaar af. Hij zal nooit laten merken dat hij nerveus is, maar ik merk dat aan details. Toen ik nog bij hem op de kamer sliep, stond ik altijd als eerste in de badkamer. Voor de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix was hij altijd het eerst."

Net zoals zijn zoon zal ook Eddy Museeuw nooit uit zichzelf het licht van de schijnwerpers zoeken. Het liefst staat hij bescheiden aan de achterzijde van het podium te genieten als zijn oogappel heeft gewonnen. Een trotse vader van een groot kampioen. In de vitrine in Gistel heeft hij een klein museum ingericht. Tientallen bekers, truien, foto's en vaantjes die herinneren aan Johans grootste successen. De venijnige kei, die hij twee jaar terug veroverde en waarmee hij definitief afrekende met de grootste blessure uit zijn carrière, valt vanzelf op.

Eddy Museeuw: "Die dag zal ik nooit meer vergeten. Ik heb zelf gekoerst en door de jaren met Johan heb ik ook koersinzicht gekregen. Aan zijn houding, aan een streling weet ik precies hoe het met hem gesteld was. Toen hij over de streep reed en zijn knie aan de wereld liet zien, had ik het even niet meer. Zoveel emoties flitsen dan door je hoofd. Weer zag ik wat hij allemaal had meegemaakt. Na zijn val in het Bos van Wallers vreesden de artsen twee dagen lang voor zijn leven. Daarna stond zijn been op het spel. Een vreselijke periode. Toen zijn gezondheid enigszins stabiel was, vroeg professor Verdonck op de intensive care aan Johan hoe hij wilde revalideren. Om terug te komen als mens of als wielrenner. Zonder een moment van twijfel zei Johan dat hij weer wielrenner wilde worden. Die wilskracht was zó groot. Die keuze zit in de mens Museeuw. Hij is zo gedreven. Dat kan een buitenstaander nooit begrijpen."

"Door de diverse ongelukken is Johan wel als mens veranderd. Hij is rustiger geworden, relativeert beter. Johan wil meer genieten van het leven. Op z'n tijd goed eten en een mooi glas wijn drinken. Dat hoort er nu ook bij. Ook voor zijn gezin maakt hij meer tijd vrij. Afgelopen winter ging hij vaker dan ooit met zijn kinderen met de mountainbike fietsen. Misschien lijkt Johan wel een beetje op mij. Ik ben ook geen groot prater. Zeker geen publiciteitszoeker. We komen in de actualiteit door de sport, maar zelf zullen we die belangstelling nooit zoeken. Ik hoor graag dat ik word aangesproken als de vader van Johan Museeuw. Maar ik zal daar nooit van profiteren."

"Na Vlaanderen verschrok ik me toch enigszins. Ik had nooit geweten dat hij na een vierde overwinning zou stoppen. Dat heeft hij mij nooit gezegd. Alleen Dirk Nachtergaele wist het. Door de valpartij van Andrei Tchmile in de Driedaagse van De Panne is dat idee in zijn hoofd gekomen. Johan wil heel graag als een groot kampioen afscheid nemen van de sport. Anderzijds houdt hij nog te veel van de koers. Persoonlijk denk ik dat hij er nog niet klaar voor is. Hij ziet de fiets nog veel te graag. Ik denk dat hij achteraf spijt zou hebben gehad wanneer hij dat besluit had genomen. Die instelling bewonder ik enorm. Veel mensen praten over talent wanneer iemand goed op de fiets zit. Daar ben ik het niet mee eens. Ja, het oogt misschien goed. Maar talent is wilskracht en beroepsernst. Dat zijn twee kwaliteiten die Johan typeren."

In Gistel wordt hij Tarzan genoemd. Vol trots wijst Willy David naar zijn blauwe wielersokken, waar net als op zijn shirt het hoofd van een brullende leeuw staat afgebeeld. Op zijn rechterarm staat een tatoeage: een schaars geklede dame, genaamd Willy. "Ik ben Willy", bevestigt hij daarna nog eens ten overvloede. Hij zet even de fles Jupiler aan zijn mond en fluistert: "Museeuw is mijn grote idool."

Fluitend begeleidt hij zijn duim die de lucht in vliegt: "Weet ge, Johan is een vriend. Hij woont op 500 meter. Als hij zondag wint, tsjonge, dan gaan we drinken, drinken en nog eens drinken. Alleen is er één nadeel. Johan zou wel eens kunnen stoppen. Dat zou voor ons verschrikkelijk zijn."

Een doembeeld voor heel Vlaanderen. "Er zal een stukje van mijzelf sterven," voorspelt Nachtergaele. "Toen hij twee jaar terug Parijs-Roubaix voor de tweede keer had gewonnen en weer helemaal terug was, zaten we samen in de auto. Hij had alle huldigingen achter de rug en keek mij dankbaar aan. We hadden de tranen in onze ogen. Hij maakte een einde aan dat unieke moment: 'Kom op, we gaan een friet halen'."

In België gaan er stemmen op om een standbeeld voor Johan Museeuw op te richten of om straten of pleinen naar deze bijzondere volksheld te vernoemen. Het is de vraag of het bescheiden fenomeen daar verguld mee is. Museeuw koestert de luwte. In de koers en in Gistel. Nachtergaele: "Na het drama in het Bos van Wallers heeft hij het gevecht van zijn leven gevoerd om terug te komen aan de top. Ook dat gevecht heeft hij gewonnen. De trui waarmee hij voor de tweede keer Parijs-Roubaix won, betekent heel erg veel voor hem. In Gistel woont een meisje met een ernstige spierziekte. Toen er voor haar een veiling werd georganiseerd, werd ook Johan Museeuw benaderd. Spontaan gaf hij zijn trui weg."




 

zoek naar gerelateerde artikelen


za 13 april 2002

[terug]
     
© 1996-2002 Dagblad De Telegraaf, Amsterdam. Alle rechten voorbehouden.