SCUNTHORPE - De Britse top van Corus verwijt Nederlandse ex-bestuurders het zwaar verliesgevende fusieconcern in de steek te hebben gelaten. Volgens Stuart Pettifor, tweede man van het Brits-Nederlandse staalbedrijf, vertrokken de topbestuurders ondanks dringende verzoeken om te blijven. "They deserted the ship."

|
FOKKO VAN DUYNE (l) en FRANSWILLEM BRIËT ... leiderschap vergt kwaliteit ...
|
Pettifor, tevens de hoogste baas van Corus IJmuiden, deed zijn uitspraken tijdens een persreis van Nederlandse journalisten aan Britse staalfabrieken, bedoeld om de beeldvorming over het kwakkelende fusieconcern te corrigeren. De uittocht van Nederlandse topmanagers heeft in ons land aan het negatieve Corus-sentiment bijgedragen. Vakbonden en de ondernemingsraad zagen daarin een bewijs dat fusiepartner British Steel de macht binnen Corus greep ten koste van de belangen van Koninklijke Hoogovens.
Ten onrechte, meent Pettifor. "Het was hun eigen keus om te gaan", zo spreekt hij over het vertrek van achtereenvolgens Aad van der Velden en Franswillem Briët. "De chairman heeft de Nederlandse bestuursleden nadrukkelijk gevraagd te blijven. Toch zijn ze vertrokken. Ik weet niet waarom." Wel voegt hij eraan toe: "Het vergt kwaliteit om in dit concern een leidende positie te vervullen."
De Britse frustratie over de Nederlandse benadering van de staalfusie komt op meer punten tot uiting. Zo was volgens Pettifor het gedeelde bestuursvoorzitterschap van de weggestuurde Fokko van Duyne en John Bryant "tot mislukken gedoemd" en noemt hij de in Nederlander gekoesterde meermetalen-strategie "een grap". De meermetalen-strategie gold binnen het oude Hoogovens als kernstrategie en was na de fusie met British Steel aanvankelijk ook als speerpunt van Corus uitgeroepen. Pettifor maakt daarmee evenwel korte metten. "Daar heb ik nooit in geloofd. Het is nonsens om te veronderstellen dat je bijvoorbeeld in de auto-industrie meer aluminium verkoopt als je ook iets in staal doet."
Het recente Corus-besluit om de aluminiumdivisie (een vroegere Hoogovens-activiteit) te verkopen, leidde in Nederland tot felle reacties waarbij de fusie definitief mislukt werd verklaard. Pettifor sluit niet uit dat het Nederlandse sentiment het gevolg is van de frustraties van een klein land. "Natuurlijk is dat mogelijk. Je ziet dat ook in Zweden bij de verkoop van Volvo aan een buitenlandse partij. Alsof de koning doodging, alsof er niets ergers was. Want het ging om Zweden."
De geplande verkoop van de aluminiumactiviteiten is volgens Pettifor onvermijdelijk door de aanhoudende consolidatie in de sector. Corus was er niet in geslaagd zelf een acquisitie te doen en moest derhalve eieren voor zijn geld kiezen. De opbrengst van de verkoop van de aluminiumtak zal worden gebruikt om de grote schuldenlast af te bouwen.
Overigens is de belangstelling voor de divisie groot, aldus de topman die binnenkort de eerste biedingen verwacht. Een fusie van een staalbedrijf sluit hij, in navolging van de eerdere uitspraken van topman Tony Pedder in deze krant, niet uit. "We kunnen opnieuw fuseren", zei hij desgevraagd. "Het leven blijft niet altijd zoals het is. Als er zich dus een mogelijkheid voordoet, moet je die pakken."
FNV Bondgenoten-bestuurder Jos Duynhoven reageert gelaten op de stevige uitspraken van Pettifor. "Wij hebben het management van Corus niet zo hoog zitten. Voordat de aluminiumtak werd verkocht, roemde Pedder nog de meermetalenstrategie. Het past allemaal in ons beeld: men springt van de hak op de tak, er is geen inzicht in de strategie. Corus is definitief mislukt."
Alle reden om gefrustreerd te zijn, aldus Duynhoven, al heeft dat volgens niets te maken met het Nederlandse 'Calimero-effect'. "Het rijkste staalbedrijf, British Steel, en het best draaiende, Hoogovens, zijn samengegaan. Hoogovens had zich sinds 1992 enorm opgewerkt. Binnen een paar jaar is het verworden tot onderdeel van een slecht draaiende onderneming. Ja, dat is enorm frustrerend."