De Telegraaf-iDe KrantNieuwsLinkSportLinkDFT.nlDigiNieuwsCrazyLife
za 13 april 2002  
---
Nieuwsportaal
---
Uit de krant 
Voorpagina Telegraaf 
Binnenland 
Buitenland 
Telesport 
Financiële Telegraaf 
Archief 
ABONNEER MIJ 
---
En verder 
De euro 
PC Thuis 2001 
Begroting 2002 
De prins en Maxima 
Over Geld 
Fiscus 2001 
Scorebord 
Auto op vrijdag 
Filmpagina 
Woonpagina 
Reispagina 
Jaaroverzicht 2001 
---
Ga naar 
AutoTelegraaf 
Reiskrant 
Woonkrant 
Vacatures 
DFT 
Privé 
 
Weerkamer 
Al onze specials 
Headlines 
Wereldfoto's 
Wereldfotos 
Reageer op 't nieuws 
---
Kopen 
Speurders 
De scherpste prijzen 
bij ElCheapo 
---
Met Elkaar 
Netmail 
Ontmoet elkaar 
bij Nice2Meet 
---
Mijn leven 
Vrouw & Relatie 
AstroLink 
Uw horoscoop vandaag 
De Psycholoog 
---
Contact 
Abonneeservice 
Advertentietarieven 
Mail ons 
Over deze site 
Bij ons werken 
Alle uitslagen, standen, programma's 
[terug]
 D E   T E L E G R A A F   B I N N E N L A N D 
 
  Chatters liegen wat af...
   
 

AMSTERDAM - Ze heten 'Sexylady', 'KabouterPlop', 'Hotandspicey', 'Engeltje', '22cmgenot' of 'Gespierdespijker' en ze zijn allemaal beeldschoon, goed geproportioneerd, intelligent en vrijgezel. Wie zo eens rondsurft op een chatbox moet er wel van overtuigd raken dat vooral de allerleukste en aantrekkelijkste mensen van Nederland hun sociale leven invulling geven op internet. Volgens Martijn van Stuyvenberg, ervaringsdeskundige én schrijver van het binnenkort te verschijnen boekje 1, 2 chat, valt dat in werkelijkheid nogal tegen.

"Er wordt wat afgelogen op de chat", zegt Martijn van Stuyvenberg. "Kijk maar wat er rondloopt op een meeting (bijeenkomst in het echte leven van groepen chatters). Het aantal dat echt blond en lekker is, valt vies tegen. Ik heb weleens met iemand afgesproken die zei 31 te zijn. In werkelijkheid bleek hij veel en veel ouder. En wat mij betreft: als je begint met een leugen, kan het nooit wat worden."

"Toen ik net begon met chatten, werd ik er zo door gegrepen dat ik 's morgens om half zes nog achter mijn computer zat", vervolgt de schrijver van het boekje 1,2 Chat (uitgeverij Bzztôh). "Ik had van mijn werkgever een laptopje gekregen en daarbij zat een internetaansluiting. Ik voelde me helemaal The Man. Nadat ik heel stoer een hotmail-account had aangemaakt, sloeg ik aan het surfen en binnen de kortste keren kwam ik op een chatbox terecht. Wat een fascinerend medium! Ik heb er maanden achter elkaar mijn ogen uitgekeken. Vooral als mensen elkaar dan vonden op zo'n box. Geweldig om mee te lezen."

Martijn heeft iets met communicatie. Hij praat graag met mensen. Daarom werd hij ook ooit journalist. Het sms-en heeft hij zowat uitgevonden en eerder publiceerde hij dan ook al een handzame pocket met de veelzeggende naam w8 ff, voor de leken: sms-taal voor 'wacht even'. Een boek over het fenomeen chatten lijkt daarop een logisch vervolg.

Enorme uitdaging

"Als journalist wil je alles weten, het onderste uit de kan halen. Zo'n chatbox is dan een enorme uitdaging. Je moet en zal mensen zover krijgen dat ze hun ziel en zaligheid blootleggen. Normaal gesproken komen mensen zelden verder dan asl (opnieuw voor de leken: age, sex, location. Met andere woorden: leeftijd, geslacht, woonplaats). Ik nam daar geen genoegen mee, bleef maar graven. Tot diep in de nacht dus, realiseerde ik me om half zes in de ochtend hoe laat het was en dan had ik wel zoiets van 'waar ben ik in godsnaam mee bezig'. Ik vond het gewoon spannend omdat het nieuw was. Alles wat nieuw is, is spannend."

En dat terwijl Martijn heel goed weet dat mensen op een chatbox de grofste leugens kunnen verkondigen. "Het is geen echte wereld", zegt hij. "Chatters kunnen niet alleen schaamteloos liegen over hun uiterlijk en leeftijd, ze verdraaien in feite zelfs hun hele persoonlijkheid. Op een box zijn ze brutaal, maar in het echte leven negen van de tien keer verlegen."

Een aantal van de chatters die de schrijver in zijn virtuele cafés heeft ontmoet, zag hij later ook in een echte kroeg. "Eerst heb je het uitwisselen van de foto's", zegt hij. "Dat is leuk om te observeren. Mensen die enkele minuten daarvoor nog een levendige conversatie hadden en elkaar helemaal gevonden leken te hebben, zijn acuut uitgepraat wanneer ze elkaars beeltenis via de mail hebben ontvangen. Zo zie je maar weer dat uiterlijk toch belangrijker is dan mensen doen voorkomen. En af en toe heb je dus meetings. Dan komt een aantal chatters bij elkaar om een pilsje in het echte leven te drinken. Krijg je van die leuke conversaties: 'hallo, ik ben Shifty17' en dan denk je bij jezelf: 'verdorie, op de chat was het zo'n leuke vent, maar in het echte leven heeft-ie toch wel een erg hoog Wibra-gehalte. Misschien moet ik eens met hem gaan shoppen'."

Martijn heeft alles uitgeprobeerd wat er op chatgebied uit te proberen valt. Hij startte een eigen chatkanaal en deed zich, zelf homoseksueel, voor als vrouw op een heterobox: "Daar was ik nog best goed in!"

Platvloersheid

"Ik wilde eens kijken wat mannen zoal tegen een vrouw zeggen. Nou, daar word je niet blij van. Wat een armoede, wat een platvloersheid. Het is echt te ranzig voor woorden. Dat er überhaupt nog vrouwen zijn die willen chatten."

Als specialist op chatgebied (naast interviews met bekende en onbekende Nederlanders, geeft Martijn in zijn boekje ook allerlei tips, zoals 'welke nickname dien je echt niet te gebruiken' en 'hoe herken je een fraudeur'), is hij de aangewezen persoon om nou ook eindelijk eens antwoord te geven op de brandende vraag waar Hannes en Ruud (zie www.deware) nu al weken mee worstelen. Is cyberseks overspel of valt het in dezelfde categorie als vieze plaatjes kijken in een mannenblad? Hij moet er even over nadenken, maar zegt dan hartgrondig: "Nee, het is geen overspel. Er gebeurt immers niks reëels, het is maar fantasie. En die fantasieën vertel je aan een ander die je niet ziet en niet kent. Voor mijn gevoel is dat net zoiets als aan een ander denken als je met je partner vrijt. Ik vind ook niet dat je cyberseks hoeft te bekennen aan je geliefde in het echte leven. Moet je je voorstellen dat je na een wilde nacht tegen je vriend(in) zegt: 'Ik hoop niet dat je het erg vindt, maar ik heb tijdens de daad je hoofd even weggevaagd en dat van Stud78 ervoor in de plaats gezet. Dat doe je toch ook niet."

"Eigenlijk vind ik zelfs dat cyberseks valt in de categorie 'denken aan seks met een ander dan je vaste partner'. Het schijnt dat de gemiddelde man dat ongeveer 20 keer per dag doet. Dat zou dan wel heel vaak overspel worden. Het wordt pas problematisch als je denkt dat je verliefd bent op die onbekende persoon aan de andere kant van je computer. Ik kan daarop alleen maar zeggen dat ook op de chatbox het gras altijd groener lijkt dan thuis. De man of vrouw met wie je chat, schijnt altijd alle oplossingen te weten voor al je problemen. Hij zeurt niet, is geïnteresseerd in je en als het meezit, stuurt hij je ook nog een foto waar hij er geweldig op uitziet. Het blijft echter een virtueel figuur met goede oneliners, geen mens. Zou je hem in het echte leven ontmoeten, dan heeft hij waarschijnlijk net zoveel irritante gewoontes als ieder ander."

Zelf is Martijn inmiddels wel uitgechat. "Ik heb het tijden gedaan, maar het nieuwtje is er nu wel af. In het echte leven iemand ontmoeten, blijft honderd keer leuker dan flirten op internet. Ik heb wel een aantal vrienden op een vast lijstje staan. Die kunnen dan zien of ik online ben en dan kunnen we onder het werk even gezellig bijkletsen."




 

zoek naar gerelateerde artikelen


za 13 april 2002

[terug]
     
© 1996-2002 Dagblad De Telegraaf, Amsterdam. Alle rechten voorbehouden.