AMSTERDAM - Het jaar 2001 zal ongetwijfeld de geschiedenis ingaan als een malaisejaar. De economische groei vertraagde sterk, de effectenbeurzen in de meeste landen moesten verliezen incasseren, bedrijven saneerden en regelmatig was er sprake van massaontslagen.
Het consumentenvertrouwen kreeg een schok door de terroristische aanslagen in de VS. Maar inmiddels keert het optimisme weer terug en beseft men dat recessies in de ontwikkelde wereld tegenwoordig niet lang duren, mede door adequaat ingrijpen van de monetaire autoriteiten.
Ook de zeer open Nederlandse economie ondervond tegenwind van de gang van zaken in de wereld. De daling van de werkloosheid begon tegen het eind van 2001 te stagneren, maar daar staat tegenover dat die met een percentage van slechts 1,9 aan de verheugend lage kant blijft.
Het is immers het laagste percentage van de afgelopen 25 jaar, een mooie prestatie van het paarse kabinet, iets wat wel meer publieke waardering mag krijgen. Enige ontspanning op de arbeidsmarkt was zowel in de VS als in Nederland misschien niet helemaal ongewenst, gezien de daarvoor opgetreden overspanning.
Problemen zijn er natuurlijk ook. Vooral een bankier beseft dat er nooit een tijd zonder economische problemen is geweest. De situatie in Argentinië is dramatisch, maar heeft vooralsnog een geringe invloed op de Amerikaanse en Europese economie. De door de VS aangekondigde heffing op geïmporteerd staal is geen goede ontwikkeling, maar algemeen wordt beseft dat het ontketenen van een handelsoorlog tussen bijvoorbeeld de VS en Europa geen goede zaak zou zijn.
Een aantrekkende wereldeconomie kan ook de olieprijs opstuwen en dat kan de inflatie doen oplopen. Maar een 'fine tuning' van het rentebeleid in de VS en Europa kan hier de grootste gevaren voorkomen. Een aantrekkende Amerikaanse economie, een op peil gebleven consumentenvertrouwen, de lage inflatie en een meer gestroomlijnd bedrijfsleven duiden erop dat de lichte recessie voorbij is. Naar mijn mening is de lente voor de wereldeconomie aangebroken.