Tjyying Liu PJONGJANG - Voor de gescheiden families in Noord- en Zuid-Korea is er een sprankje hoop. Een ontmoeting tussen delegaties van de twee Korea's heeft nieuw leven geblazen in de gesprekken over familiehereniging en economisch verkeer. Noord-Korea kan zo'n impuls goed gebruiken. Een bezoek aan de geïsoleerde natie toont een land dat rijk is aan ideologie en anti-Amerikaanse sentimenten, maar arm aan eerste levensbehoeften.

|
Er hangt een gespannen sfeer bij de scheidslijn tussen Noord- en Zuid-Korea: De Noord-Koreaanse luitenant Kim Kwang Il (l) ontwijkt de glurende blik van een Zuid-Koreaanse soldaat aan de andere kant van de grens.
|
In tegenstelling tot veel Zuid-Koreanen is er voor de meeste Noord-Koreanen niet veel veranderd sinds de scheiding in 1945. Amerika is nog steeds vijand nummer één en men heeft het nog steeds niet breed. "Maar onze ziel is revolutionair verrijkt. Wij staan eensgezind achter de Arbeiders Partij en onze geliefde leider Kim Jong Il", zegt rondleidster Yong Song Ok tevreden.
Zo tevreden en overtuigd dat je haar haast gelooft. Maar de enkele buitenlander die in de hoofdstad werkt, weet beter. "Het is een totalitaire dictatuur en een steriel land", zeggen ze. "Kijk naar de gebouwen en de revolutionaire monumenten, het is precies als in het boek 1984 van Orson Welles! De Koreanen zijn totaal geïndoctrineerd en weten niet beter dan wat ze voorgeschoteld krijgen."
In Pjongjang lijkt de tijd stil te hebben gestaan. Op de lange, brede wegen rijdt amper verkeer en over de stad hangt een onwerkelijke stilte. De wegen zijn onverlicht en er is geen commerciële (neon)reclame te bekennen. Wel staat de stad bol van revolutionaire pracht en praal. Kleurrijke affiches met enorme afbeeldingen van strijdende arbeiders en revolutionaire slogans geven de hoofdstad enigszins kleur.
Betonnen kolossale revolutionaire monumenten geven de stad gewicht. En portretten van de in 1994 overleden leider Kim Il Song, die haast op elke straathoek zijn te aanschouwen, geven het volk vertrouwen. Zelfs acht jaar na zijn dood wordt Kim Song Il nog steeds door het volk aanbeden. Liefde voor de beide Kims wordt er met de paplepel ingegoten. Het paleis voor de kinderen is een reusachtig complex waar ze hun creatieve talenten trots vertonen. "Het is toch te cynisch voor woorden", luidt het commentaar van een van de buitenlandse bezoekers, "in een land waar de volwassenen zich als kinderen gedragen, worden kinderen gedrild om voor volwassenen te spelen."
De 8-jarige danseres Oh Si Hyang wordt na afloop van haar optreden gevraagd wat ze na haar schoolopleiding wil doen. "Ik wil een goede danseres worden zodat ik onze leider Kim Jong Il blij kan maken", zegt ze. Op de vraag wat de voormalig leider Kim Il Song voor haar betekent, antwoordt ze zonder blikken of blozen: "Hij is onze echte vader!"
Zo diep als de liefde voor de beide Kims zit, zo diep zit ook het anti-Amerikaanse sentiment. "Amerika noemt Noord-Korea een onderdeel van de 'As van het Kwaad', maar de Verenigde Staten zijn schuldig aan de tweedeling tussen Pjongjang en Seoel", zeggen Noord-Koreanen eensgezind. "Wij accepteren de agressieve taal van Bush niet. Als Amerika ons aanvalt, zal het grondig worden verslagen door het volk van Noord-Korea", klinkt het strijdlustig aan de grens met Zuid-Korea, in de gespannen sfeer van de gedemilitariseerde zone.
Toch denkt de bevolking over heel de wereld vrienden te hebben. Het bewijs daarvoor staat op twee uur rijden van Pjongjang. Daar staat het Huis van de Internationale Vriendschap Tentoonstelling, waar bijna 215.000 geschenken staan uitgestald die de beide Kims uit heel de wereld hebben ontvangen.
"Kijk eens naar al deze cadeaus", zegt rondleidster Chong Sun Hyang, "dit is het bewijs dat wij een geliefde natie zijn. Ook Nederland heeft geschenken gegeven en behoort tot onze vrienden, net als het Amerikaanse volk. Zij zijn niet onze vijand, want ze hebben immers veel geschenken gegeven. Het is de Amerikaanse regering die de vijand is. Van hen hebben we niets." Maar wat doet de basketbal hier dan die Madeleine Albright twee jaar geleden heeft gegeven? Kwam zij hier niet uit naam van de regering? "O ja, u heeft gelijk, ik heb me vergist, ik zal er een notitie van maken."