DEN BOSCH - Océ gaat in Nederland nog eens veertig banen extra schrappen. De printer- en kopieermachinefabrikant acht de maatregel noodzakelijk door achterblijvende machineverkopen in het huidige boekjaar. Tegelijkertijd anticipeert het concern op marktherstel: in het najaar worden zes nieuwe machines gelanceerd.
Het banenverlies valt in de fabriek in Venlo en komt bovenop de ruim duizend arbeidsplaatsen die Océ eerder al heeft weggestreept. Gedwongen ontslagen zijn niet uitgesloten. Volgens topman Rokus van Iperen is de nieuwe ingreep nodig nu orders uitblijven. "Contracten die binnen leken, zijn op het laatste nippertje uitgesteld. Daardoor is de bezettingsgraad in de fabriek lager."
De orderval trof in het eerste kwartaal (dat bij Océ loopt van december tot en met februari) alle strategische business units. In het tweede kwartaal laat de markt tot nu toe evenmin een duidelijke verbetering zien. "Het pikt nog niet echt op", aldus Van Iperen, die voorziet dat de tweede kwartaalresultaten derhalve ook onder die van vorig jaar zullen blijven. Zicht op een mogelijk later keerpunt heeft hij niet. De topman verwacht op zijn vroegst bij de presentatie van de halfjaarcijfers hier meer duidelijkheid over te kunnen geven.
De grootste neergang zat het afgelopen kwartaal in de divisie grootformaatprinters, waar de machineverkopen met 22% daalden. Omdat Océ in deze tak alleen op bestelling fabriceert, kampt het concern niet met overtollige voorraden, maar dus wel met boventallig personeel. In de hoogvolumemarkt viel de afzet van machines met 6% terug, terwijl in de kantoorprintermarkt 17% minder machineomzet werd gedraaid. Lichtpuntje in dit tranendal was de vraag naar de kleurenprinter CPS700, die momenteel de (recent opgestarte) productie overtreft. Océ zegt hier een backlog van circa 140 machines te hebben, een achterstand die na ingebruikname van de nieuwe fabriek, dit najaar, snel kan worden weggewerkt.
Overigens wist Océ concernbreedeen kleine omzetstijging te realiseren van 3% naar €799 miljoen. Dat was te danken aan acquisities en wisselkoerseffecten. Autonoom bleef alleen het hoogvolumesegment qua omzetgroei op de been; overall daalde de autonome omzet met 2,5%. "Waardeloos, maar niet minder dan gedacht", is het oordeel van Van Iperen over deze ontwikkeling.
In de ogen van analisten vielen de resultaten zelfs nog mee. Zij hadden gemiddeld gerekend op een nettokwartaalwinst van €20,6 miljoen (is: 25,8 miljoen) en een winst per aandeel van €0,23 (is: €0,30). Wie minder hard valt kan evenwel minder hard herstellen, was gisteren het voorlopige oordeel van Friesland Bank Securities. Analisten van de bank zagen in de kwartaalcijfers dan ook geen aanleiding hun 'houden' advies opwaarts bij te stellen.
Verder vooruitkijkend herhaalde Océ gisteren voor de tweede jaarhelft een beter resultaat dan in dezelfde periode van vorig jaar te verwachten. Gezien die cijfers over de tweede helft van 2001 vindt ook Van Iperen dat eigenlijk "geen kunst". Grote onzekere factor voor het concern is (hoe verrassend) een al dan niet aandienend economisch herstel. En er zijn nog "geen duidelijke indicaties" die in die richting wijzen. Toch lanceert Océ dit najaar zes nieuwe machines (waaronder drie opvolgers van eerdere series), waarmee de markt wordt bewerkt. "Dat is nog niet eerder vertoond", aldus Van Iperen, die zijn hoop vooral lijkt te hebben gevestigd op het laatste kwartaal. "Het vierde kwartaal is voor ons altijd heel belangrijk." De middellange-termijndoelstellingen - een rendement op het eigen vermogen van 18% en een gemiddelde winstgroei van 10% in de komende vijf jaar (vanaf 2002) - blijven gehandhaafd.