AMSTERDAM - Een zaak van lange adem. Dat wordt volgens analisten een mogelijke consolidatie binnen de Europese telecomindustrie. De deze week aangekondigde fusie tussen de Scandinavische telecombedrijven Telia en Sonera blijft voorlopig waarschijnlijk een uitzondering, en geen startschot voor de door velen zo vurig bepleite fusiegolf binnen deze bedrijfstak.
Dat het de Scandinaviërs wel lukte, is waarschijnlijk vooral te danken aan de relatief goede resultaten. Want terwijl veel van hun Europese collega's zwaar verlies lijden, kunnen zowel het Zweedse Telia als het Finse Sonera bogen op winst: Telia €191 miljoen over het afgelopen jaar, Sonera €331 miljoen. En bedrijven die met winst draaien hebben een betere onderhandelingspositie dan bedrijven die zwaar in de verliezen zitten. "Maar dat er iets moet gebeuren staat vast. Wanneer, dat blijft de grote vraag", zegt Philip Scholte, analist bij Effectenbank Stroeve. "Volgens mij echter niet op korte termijn. Eerst zal er nog een hoop moeten worden gedaan aan de torenhoge schuldenlast waaronder de diverse ondernemingen gebukt gaan". Een schuldenlast die niet alleen ontstond door de peperdure licenties voor het modernste snufje op het gebied van mobiele communicatie, umts genaamd, maar ook door een in de topjaren ongebreidelde expansiedrift bij de bedrijven.
Door het afstoten van belangen die niet langer tot de kernactiviteiten worden gerekend wordt weliswaar hard gewerkt aan het terugbrengen van die schuldenlast, maar het niveau is nog steeds veel te hoog. Niet zo verwonderlijk overigens. Want de hele telecomindustrie heeft het moeilijk. Dat legt een enorme druk op de prijs bij de verkoop van bedrijfsonderdelen. Deutsche Telekom hikt dan ook nu nog steeds tegen een schuld van €60,7 miljard aan, zit France Télécom zelfs nog iets dieper in de schulden met €62 miljard en heeft KPN nog altijd een nettoschuld van rond €15,5 miljard.
Na de mislukte onderhandelingen met Liberty hoopt Deutsche Telekom nog steeds zijn kabelnetwerk te gelde te maken. Dat zou een bedrag van €5 à €6 miljard moeten opleveren. Ook wordt nog steeds gedacht aan een beursgang van de mobiele tak T-Mobil. Maar zolang het beursklimaat voor de telecomindustrie zo slecht blijft, is dat geen reële optie, stelt Scholte. "Ze hebben nooit gezegd welk deel van het bedrijf ze naar de beurs willen brengen. Wèl dat ze met de beursgang zo'n €10 miljard wilden binnenhalen. Bij de huidige koersen zou het echter wel een erg groot belang moeten zijn, willen ze dat bedrag halen."
Ook France Télécom heeft problemen bij de pogingen om niet-kernactiviteiten af te stoten. Via zijn deelname in het Italiaanse Wind heeft het concern een groot belang in de derde speler op de Italiaanse markt voor mobiele telecommunicatie. Verkoop van de niet-kernactiviteiten zou dit en komend jaar zo'n €8 miljard moeten opbrengen, maar de vraag is of dat gehaald wordt.
De torenhoge schulden vormen ook een ernstige belemmering bij eventuele fusies of overnames, stelt Scholte. Want hoe moet je dan een eventuele ruilverhouding vaststellen? En wie wordt er van de twee de belangrijkste partner? Wordt dat degene met de kleinste schuld, of de grootste van de twee en waar komt het nieuwe hoofdkantoor? Het Zweedse Telia zag eerder om die reden een fusiepoging met het Noorse Telenor stranden.
Ook KPN zag door de machtsstrijd tijdens de onderhandelingen een beoogde samenwerking met het (veel kleinere, maar vrijwel schuldenvrije) Belgische Belgacom afketsen. De Belgen zouden bij de fusieonderhandelingen veel te hoge eisen hebben gesteld. Eisen, waaraan KPN niet wilde toegeven. Eerder waren ook al de onderhandelingen met het Spaanse Telefónica op de klippen gelopen. Een van de breekpunten daarbij was het belang dat de Nederlandsestaat in KPN had (en ook nu nog heeft).
De zo fel bevochten umts-licenties (waarmee mobiel internetten mogelijk wordt) dreigen ook een ernstig struikelblok bij eventuele fusieonderhandelingen te worden. In Duitsland bijvoorbeeld werd door ieder van de zes licentiehouders een bedrag van meer dan €8 miljard op tafel gelegd. Maar komt het daar tot een fusie tussen twee van die bedrijven, dan zal dat leiden tot een gigantische kapitaalvernietiging.
Want wat heb je na een fusie aan twee licenties, als je ook een landelijk dekkend netwerk kunt hebben met één vergunning? Dat betekent dus dat je de waarde van één licentie moet afboeken.
Terugverkopen aan de Duitse staat kan niet, want licenties die niet gebruikt worden vervallen aan de overheid, zo is de nu geldende regel. Deze staat het dan vrij om zo'n licentie opnieuw te veilen. En dat zal dan niet meer tegen de megabedragen gebeuren die er bij de eerste veiling werden betaald. Wordt zo'n licentie opnieuw verkocht dan zitten de fusiepartners dus niet alleen met een enorm kapitaalverlies, ook krijgen zij er een concurrent bij die voor een koopje zich ook op de umts-markt mag begeven. En dat terwijl KPN-topman Ad Scheepbouwer er steeds op hamert op de Duitse mobiele markt niet meer plaats te zien dan voor drie spelers, waartoe volgens hem naast Deutsche Telekom en Vodafone ook KPN-dochter E-Plus zal behoren.
Gehoopt wordt nu dat de Duitse overheid zich wat soepeler gaat opstellen. Waar dat toe kan leiden is duister: miljarden terugbetalen is vooralsnog in het huidige economische klimaat politiek onverkoopbaar.
Maar zijn al die hindernissen geslecht dan kunnen ook de autoriteiten in Brussel nog roet in het eten gooien bij eventuele fusiepogingen. Telecombedrijven zijn nu eenmaal steeds meer internationaal gaan opereren. Dat wil zeggen dat hun marktaandeel afzonderlijk gezien in de diverse landen niet buitensporig groot is, maar dat wel kan worden na een fusie. Brussel zou dan de partijen kunnen verplichten om bepaalde activiteiten af te stoten, wat een weinig aantrekkelijke zaak kan zijn.
"Op papier kun je dus van alles bedenken, of het in de praktijk ook zo werkt moet je dan nog maar afwachten", zegt Scholte.