NEW YORK - In het holst van de nacht ontving Daimler Chrysler-topman Jürgen Schrempp afgelopen week op zijn privé-adres in Duitsland een verontrustend telefoontje van zijn advocaten in New York. Het gesprek ging over de pogingen van de Amerikaanse miljardair Kirk Kerkorian om de autogigant aansprakelijk te stellen voor een schade van $8 miljard. Er was 's avonds in de staat Delaware een tussenvonnis gewezen en de rechter, zo werd Schrempp verteld, had helaas geweigerd de megaclaim op voorhand af te wijzen.
|
Kerkorian, de man van $8 miljard. (Foto: AP)
|
De beslissing was een onverwachte tegenslag voor Schrempp en kwam op dezelfde dag dat zijn aartsvijand Kerkorian (84) een pijnlijke verklaring aflegde in een geruchtmakend echtscheidingsproces in Los Angeles.
De aan zijn privacy gehechte Kerkorian onthulde dat hij niet de 'viriele, seksueel actieve tachtiger' is, zoals hij eerder was afgeschilderd. Omdat Kerkorian al jaren 'steriel' is kan hij volgens zijn advocaten niet de vader zijn van het vierjarige dochtertje van zijn ex-vrouw, die een alimentatie eist van $320.000 per maand.
Als een boer met kiespijn, zo moet Schrempp om die klucht hebben gelachen. De Duitser wordt al sinds 2000 juridisch achtervolgd door de beruchte 'corporate raider' Kerkorian. De investeerder, wiens vermogen wordt geschat op $6,5 miljard, beschuldigt Schrempp en twee andere bestuurders uit het Daimler-kamp van misleiding bij de totstandkoming in 1998 van de fusie met het Amerikaanse Chrysler - toentertijd één van de 'Big Three' in de VS.
De Duitsers zouden de aandeelhouders hebben voorgelogen toen de deal van $36 miljard werd omschreven als een 'fusie van gelijken'. In werkelijkheid, zo betoogt de miljardair, wilden zij Chrysler inlijven als een nieuwe divisie van Daimler-Benz.
Kerkorian was destijds via zijn beleggingsmaatschappij Tracinda één van Chrysler's grootaandeelhouders en houdt vol dat hij nooit voor de fusie zou hebben gestemd als hij had geweten dat het om een Duitse 'overname' ging. In het proces, waarvoor hij nu het groene licht heeft gekregen, eist hij $2 miljard aan vermogensderving door de waardedaling van zijn aandelen en $6 miljard aan civiele boete (punitive damages).
Schrempp leverde zelf de munitie aan voor de rechtszaak door in oktober 2000 tegenover de Britse zakenkrant The Financial Times te verklaren dat het altijd zijn bedoeling was geweest om Chrysler tot unit van Daimler om te bouwen. Hij had dit echter verzwegen, zo vertelde hij, omdat de Amerikanen anders nooit met hem in zee waren gegaan. "Als schaker praat ik niet over mijn tweede of derde zet; de structuur die we nu hebben met Chrysler stond mij altijd al voor ogen", aldus Schrempp.
Na de fusie ging het bergafwaarts met Chrysler en verdwenen bijna alle Amerikanen uit de leiding. Vanuit de VS werd Daimler onder vuur genomen in een agressieve lastercampagne, waarbij zelfs vergelijkingen werden getrokken met de nazi's. Volgens een bron bij DaimlerChrysler was Kerkorian hier achter de schermen bij betrokken.
De van een Armeense immigrant afstammende Kerkorian bouwde zijn vermogen op in de gokwereld van Las Vegas en breidde zijn imperium later uit naar Hollywood. Hij zwaait nu als meerderheidsaandeelhouder de scepter over filmproducent MGM en het concern MGM Mirage dat diverse hotels en casino's in Las Vegas bezit.
Kerkorian lanceerde in 1995 een vijandig overnamebod op Chrysler. De superbelegger faalde echter en sloot een schikking met de autoreus. Hij trok destijds ten strijde samen met voormalig Chrysler-topman Lee Iacocca (77), één van de bekendste Amerikaanse captains of industry aller tijden. Iacocca accepteerde na het mislukte bod in het kader van de schikking een spreekverbod. Vijf jaar lang mocht hij niets zeggen over de autoproducent; sinds deze week laat hij weer van zich horen.
Iacocca wil terugkeren om Chrysler te helpen. Maar Schrempp staat dat niet toe, zo klaagt hij. De afgelopen twee jaar zou Iacocca achter de schermen met de Duitser hebben onderhandeld over een mogelijke comeback, maar uiteindelijk was voor hem geen rol weggelegd. "Schrempp wil Chrysler besturen vanuit zijn ivoren toren in Stuttgart. Hij moet me niet, hij wil niet overvleugeld worden. Daarom wil hij zelfs mijn aura niet in de buurt hebben", aldus Iacocca die Chrysler in de jaren tachtig van de ondergang redde.
"Chrysler was mijn leven", zo vertelde hij tegen de krant Detroit News. "Het doet me pijn als ik zie hoe het bedrijf er nu voor staat. De mensen zeggen het is gewoon de zoveelste Duitse onderneming. Ik zeg: 'no, this was a great American company'."