buitenland AMSTERDAM - Woede en frustratie spreken uit de reacties in de wereld op de pogingen van het Israëlische leger, het hoofdkwartier van Jasser Arafat in Ramallah te vernietigen. De Franse minister van Buitenlandse Zaken, Hubert Védrine, verweet Israëls regeringsleider Ariel Sjaron gebrek aan politiek verstand, door te proberen met militaire middelen "Arafat te smoren".
|
Colin Powell. (Foto: EPA)
|
Na een half etmaal stilzwijgen (waarin wel het kernkabinet in Washington bijeenkwam) maakte de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Colin Powell, duidelijk waar de verantwoordelijkheid voor het nieuwe militaire geweld lag: bij de Palestijnse terroristen.
Powell zei verzekeringen te hebben ontvangen dat Jasser Arafat ongedeerd zou blijven en deed een beroep op premier Sjaron het wapengeweld te beperken. Maar het was de bomaanslag in Netanja geweest, met 22 doden, die een eind had gemaakt aan "voorzichtig optimisme" over vredeskansen in het Midden-Oosten, aldus de minister: "De terreur heeft de crisis teweeggebracht, niet het ontbreken van een politieke weg naar voren".
De president van Libanon, Emile Lahoud, noemde het Israëlische offensief het antwoord van Sjaron op de uitgestoken vredeshand van de Arabische Liga.
China drong er bij beide partijen in het conflict op aan, de strijd te staken en te gaan praten. Ruslands minister van Buitenlandse Zaken, Ivanov, wees er nog eens op dat het conflict alleen door een dialoog kan worden opgelost, maar de plaatsvervangend parlementsvoorzitter, Vladimir Loekin, noemde de Israëlische militaire actie een gerechtvaardigde vorm van zelfbescherming. Loekin, voormalige ambassadeur in Washington, vond dat de ontwikkelingen het volledig falen aantonen van de Amerikaanse diplomatie, die veel te veel naar zich toe had getrokken. Hoewel Rusland met de VS mede-verantwoordelijk is voor het vredesproces in het Midden-Oosten, is het Russische aandeel, vergeleken met dat van de Amerikanen, te verwaarlozen.
In Europa waren, behalve kritiek op Israël, ook woorden van begrip voor het Israëlische optreden te besluisteren. Namens EU-'minister' Solana zei een woordvoerster dat Israël "het legitieme recht had tegen terrorisme te strijden", maar dat dit nog niet betekent dat "het probleem van het terrorisme met militaire middelen kan worden opgelost".
In Cairo demonstreerden enige honderden mensen, waarbij geroepen werd: "Met onze geest en ons bloed willen wij onszelf opofferen".