AMSTERDAM - Voor veel Nederlanders is pensioen een soort ver-van-mijn-bed-show. Veelal blijkt pas na de pensionering hoeveel is opgebouwd en of dat voldoende is. Wie tijdens de opbouw zicht op zijn pensioen wil hebben, wordt het niet gemakkelijk gemaakt. De appel voor later is veelal over verschillende pensioenfondsen verdeeld, waarbij de pensioenopgaven onderling onvergelijkbaar zijn en uit vakjargon en cijferreeksen zijn samengesteld.
"Het zal wel goed zitten", is al snel de conclusie die wordt getrokken. Feit is echter dat weinig mensen precies weten welk inkomen ze na hun 65e krijgen. Traditioneel uitgangspunt in de pensioenwereld is dat een goed pensioen inclusief AOW 70% van het laatstverdiende inkomen bedraagt. Die 70% wordt al snel niet gehaald, omdat het is gebaseerd op de situatie dat iemand veertig jaar fulltime bij één werkgever pensioen opbouwt. De standaard nu is echter dat werknemers van baan veranderen, parttime werken en eerder willen stoppen met werken. Een pensioengat is daarmee al snel een feit, rekenen verzekeraars die aanvullende verzekeringen willen verkopen, voor. Veel mensen sluiten daarop blind tal van aanvullende polissen af.
Verstandiger echter is uit te gaan van uw persoonlijke situatie en wensen en een eigen plan te trekken. Een makkelijke rekensom is dat niet, een pensioenfonds zou daarbij bij uitstek de helpende hand kunnen bieden. U kunt zelf in ieder geval de fragmentatie tegengaan door bij de overstap naar een nieuwe werkgever de opgebouwde pensioenjaren mee te nemen. "Tot je 40e is die waardeoverdracht altijd verstandig", stelt pensioenadvocaat Theo Gommer van Akkermans & Partners. Ook als het oude fonds bijvoorbeeld een betere inflatieregeling kent. "De carrièrestijging in je nieuwe baan weegt daartegen nog op."
Voor die waardeoverdracht moet binnen twee maanden contact worden opgenomen met het oude pensioenfonds. Oudere werknemers moeten de voorwaarden van beide pensioenfondsen goed met elkaar vergelijken. Hierbij is het inflatiebeleid belangrijk. Heeft het oude pensioenfonds bijvoorbeeld wel een inflatietoezegging en het nieuwe fonds niet, dan kan het verstandig zijn om het pensioenpotje bij de oude werkgever aan te houden. "Zeker als het om een redelijke grote pot gaat, kun je die laten staan", aldus Gommer.
De voortschrijdende inflatie is een grote onzekerheid rond het pensioen. De meeste pensioenfondsen passen een inflatiecorrectie toe op de uitkeringen. Onlangs echter regende het protesten van gepensioneerden bij wie de indexering dit jaar achterwege blijft. Ze gingen ervan uit dat hun pensioen geïndexeerd was, omdat dat jarenlang nu eenmaal was gebeurd. Over de toevoeging in de pensioenvoorwaarden "alleen bij voldoende middelen" hadden ze jarenlang heen gelezen. Goede informatie over de pensioenregeling is daarmee cruciaal, al ver voor de pensionering.