De Telegraaf-iDe KrantNieuwsLinkSportLinkDFT.nlDigiNieuwsCrazyLife
wo 27 maart 2002  
---
Nieuwsportaal
---
Uit de krant 
Voorpagina Telegraaf 
Binnenland 
Buitenland 
Telesport 
Financiële Telegraaf 
Archief 
ABONNEER MIJ 
---
En verder 
De euro 
PC Thuis 2001 
Begroting 2002 
De prins en Maxima 
Over Geld 
Fiscus 2001 
Scorebord 
Auto op vrijdag 
Filmpagina 
Woonpagina 
Reispagina 
Jaaroverzicht 2001 
---
Ga naar 
AutoTelegraaf 
Reiskrant 
Woonkrant 
Vacatures 
DFT 
CrazyLife 
Weerkamer 
Al onze specials 
Headlines 
Wereldfoto's 
Wereldfotos 
Reageer op 't nieuws 
---
Kopen 
Speurders 
De scherpste prijzen 
bij ElCheapo 
---
Met Elkaar 
Netmail 
Ontmoet elkaar 
bij Nice2Meet 
---
Mijn leven 
Vrouw & Relatie 
AstroLink 
Uw horoscoop vandaag 
De Psycholoog 
---
Contact 
Abonneeservice 
Advertentietarieven 
Mail ons 
Over deze site 
Bij ons werken 
Alle uitslagen, standen, programma's 
Alle uitslagen 
[terug]
 D E   T E L E G R A A F   B I N N E N L A N D 
 
  Hoe ik Wim Sonneveld
en Toon Hermans weer
bij elkaar bracht

door Henk van der Meyden

   
 

AMSTERDAM - Met nog drie Privé Pagina's neem ik deze week afscheid van u. Dat doe ik met enige verhalen die ik nooit vergeten zal. Gebeurtenissen die grote indruk op mij maakten en die soms een bijzonder tijdsbeeld tonen. Vandaag het verhaal achter een van de meest unieke foto's die wij publiceerden in die 44 jaar. Een foto die niet zomaar vanzelf tot stand kwam, maar waar tientallen telefoontjes aan voorafgingen. Het was de exclusieve hereniging van WIM SONNEVELD, TOON HERMANS en WIM KAN.

Klik op de foto voor een afbeelding op volle grootte (512x340, 35kb)
TOON HERMANS, WIM SONNEVELD en WIM KAN, drie theatergrootheden die een inspiratiebron vormen voor vele artiesten na hen. Een uniek beeld, vooral ook omdat Wim Sonneveld en Toon Hermans een conflict hadden. En vlak nadat deze foto werd gemaakt, stierf Wim Sonneveld aan een hart-aanval. (Foto: Foto: Roy Beusker)
"'Haal het doek maar op' zong WIM SONNEVELD in zijn laatste show in CARRÉ. Ik zie hem weer voor me. Een slanke, elegante man, vrolijk dansend in gekleurd licht en op blije muziek. In een goed gesneden pak met een tinteling in de blauwe ogen van verheugenis", aldus Toon Hermans, "om het werk dat hij mag doen. Ik hoor de stem van een persoonlijk timbre, dat zich soepel buigt in sterk gezongen zinnen. Dan eens teder en klein, dan weer droef, stil mijmerend. Ik zie een dolle fratsenmaker, die zich vermomt en clown speelt en de dwaas."

Het is een beeld dat me altijd bij zal blijven, ook nu het doek zakt voor mijn journalistieke carrière en ik nog drie dagen wil schrijven over enige onvergetelijke en emotionele momenten.

Deze korte serie open ik graag met een van de meeste bijzondere foto's die ik de afgelopen tientallen jaren op deze pagina afdrukte.

Tijdsbeeld

Het is meer dan een foto van 'de grote drie' samen: TOON, WIM KAN EN WIM SONNEVELD. Het is een tijdsbeeld geworden, een beeld waar je met weemoed naar kijkt, want daar zijn die mannen met zo'n stijl, persoonlijkheid, werkdrift, discipline en creativiteit, die elk publiek wisten te bereiken en veroveren.

Natuurlijk, heb je nu HERMAN VAN VEEN, KAREL DE ROOY en PETER DE JONG (Mini en Maxi), PAUL VAN VLIET, al treedt die alleen nog op voor Unicef, en WILLEM NIJHOLT. Allemaal grote sterren, die echter allemaal geïnspireerd werden door Toon, Wim Kan en Wim Sonneveld.

Het maken van die foto, niet zo lang voordat Wim Sonneveld op 8 maart 1974 aan een hartaanval stierf, was niet eenvoudig geweest. Sonneveld stond immers in CARRÉ en ik wilde dat de foto daar gemaakt zou worden. Maar sterren hebben altijd grote ego's. Toon zei: "Ik ontvang ze wel thuis." Wim Kan had er ook niet zoveel zin in en zei: "Laat ze maar naar mij komen in het theater."

Maar na tientallen telefoontjes was het eindelijk zover. Echter, op de avond dat de unieke fotosessie op het toneel van CARRÉ zou plaatshebben, liet WIM KAN het ineens afweten. Er was die avond een Europacupvoetbalwedstrijd op tv en Wim Kan, die toch al niet van autorijden hield, bleef thuis.

Maar ik gaf niet op. Een week later kon Wim Kan wel en kwam hij met Corry Vonk naar theater CARRÉ.

Het was zeven uur 's avonds. Een uur later zou het doek opgaan voor Wims show in een uitverkochte zaal.

We liepen naar het toneel. Het brandscherm en het gordijn gingen omhoog en voor het eerst poseerden de Grote Drie samen op het toneel van CARRÉ.

Velen hadden in het verleden al eens geprobeerd hen bij elkaar te brengen, maar dat was nooit gelukt. Lange tijd is er ook een conflict geweest tussen Wim Sonneveld en Toon Hermans. Wim had in een interview gezegd dat Toon een toch wel carnavaleske komiek was en dat wilde Hermans hem niet zomaar vergeven.

Toon nam het Sonneveld op zijn beurt kwalijk dat hij hem imiteerde door ook met een one-man-show te beginnen.

Ze bleven wel altijd belangstelling voor elkaar houden. Als ik bij Toon thuis was, vroeg hij me altijd honderduit over Sonneveld. En als ik bij Sonneveld koffie dronk in zijn Amsterdamse grachtenhuis wilde hij alles over Toon weten.

Maar de spanningen bleven. Eenmaal leidde dat tot een uitbarsting. Sonneveld wilde in Nijmegen, waar Toon die avond speelde, een musicus opzoeken die in die tijd bij Hermans speelde. De deur van Toons kleedkamer stond open en hij was zich aan het schminken. Toen hij op de gang de stem van Sonneveld hoorde, gooide hij met een enorme klap de deur keihard dicht.

Sonneveld maakte tenslotte een einde aan die ruzie door toen hij in Maastricht optrad, waar Toon toen in de sfeervolle Stokstraat woonde, hem uit te nodigen voor zijn voorstelling. Toon zei me toen: "Ik heb de show van Sonneveld gezien en ik heb genoten. Ik had Wim zeker in tien jaar niet zien optreden (zo waren de verhoudingen, ja) maar als je die man ziet, denk je: ja, die kent zijn vak. Dat heb ik hem ook na afloop gezegd en ik nodigde hem meteen uit mee naar mijn huis te gaan."

Later zou diezelfde Toon Sonneveld eren met een in memoriam-artikel voor mij. Enige tijd nadat de foto van de grote drie gemaakt werd stierf Wim Sonneveld aan een hartaanval in het Amsterdamse VU-ziekenhuis. Dat is nu 28 jaar geleden. Het was op het toneel van CARRÉ de laatste keer dat deze drie mannen elkaar samen zouden zien.

Ik koester die foto dan ook. Hij hing de afgelopen, bijna, 30 jaar in mijn werkkamer. Voorzichtig heb ik hem van de muur gehaald en nu mee naar huis genomen, waar ik hem een goede plaats zal geven. Maar eerst nog wil ik dat u hem te zien krijgt. Want Wim Kan, Toon Hermans en Wim Sonneveld, die nu alle drie overleden zijn, zullen miljoenen Nederlanders, net als mij, altijd blijven omringen.

Van Toon heb ik voor mijn huwelijk in 1987 een mooi schilderij gekregen, fleurige bloemen zijn het. Het hangt in mijn keuken. Niet zo maar, want Toon ontving zijn goede vrienden niet in zijn salon, maar in de keuken met koffie en vlaai.

De foto van de drie is voor mij natuurlijk ook heel emotioneel, want ik groeide met hen op in mijn vak en ik nam ook afscheid van hen.

Hartaanval

Van Wim Sonneveld was het wel het meest abrupte. Want de dag voor hij stierf, op 7 maart 1974, belde hij me vanuit het VU-ziekenhuis nog op. Hij was er tien dagen eerder opgenomen na een hartaanval. Ik had bijna elke dag na zijn opname contact gehouden met zijn vrienden Friso Wiegersma en Huub Janssen en hun gevraagd of ik Wim eens kon opzoeken. Maar hij mocht nog niet zoveel bezoek ontvangen. Een paar dagen voor zijn dood belde ik met Huub Janssen. "Het gaat nu veel beter met hem", zei deze. "Kan ik hem nu bezoeken?", vroeg ik. "Nee, dat zal niet mogelijk zijn", zei Huub.

"Kun je dan vragen of Wim me op de krant belt?" vroeg ik. "Ik ga vanmiddag naar hem toe", zei Huub, "ik zal het doorgeven."

Die middag ging de telefoon op de krant. Het was Wim Sonneveld "Dag Henk", zei hij. "Ik moet je toch even bellen." Ik was natuurlijk blij. Een primeur. Wat een verhaal.

Op 8 maart verscheen ons gesprek op mijn pagina Privé in De Telegraaf. Er stond boven 'Het eerste exclusieve interview met Wim Sonneveld na zijn hartaanval.' En de kop luidde: 'Als je zo dicht bij de dood bent geweest, ga je je leven wel veranderen.'

Sonneveld zei in dit gesprek onder meer: "Ik ben nog nooit zo dicht bij de dood geweest als die dag, nu een paar weken geleden. En dat heeft enorme invloed op je. Ik ga mijn levensstijl nu toch veranderen. Ik heb gemerkt, dat ik tot nu toe alles gedaan heb voor mijn werk, mijn populariteit en mijn carrière. Ik jaagde mezelf maar achterna; dan moest ik dit, dan moest ik dat. Ik was altijd bezig en ontspannen kon ik me niet. Ontspannen was voor mij toch iets ondernemen. Ik zal nu moeten leren dat elke seconde van het leven er één is. Ik zal moeten leren leven."

En hij vervolgde: "Het is mooi carrière te maken en populair te zijn, maar zoals de dokter het me zegt: 'Je bent wel je hart vergeten'. Dit werk brengt vanzelfsprekend spanningen met zich mee. Zonder die spanningen kun je geen carrière opbouwen. En daarbij heb ik nooit de tijd en zelfs de rust gekend om aan mijn eigen gezondheid te denken. Ik heb gewoon veel te veel willen doen in mijn leven. Ik heb nooit echt afstand kunnen nemen. Hoe vreemd het ook klinkt. Eigenlijk ben ik blij, dat ik nu deze inzinking heb gehad. Het is een keiharde waarschuwing voor me: een teken dat ik te veel van mezelf heb gevraagd en dat het nu tijd wordt aan mijzelf te denken."

Het zijn woorden die, nu 28 jaar later, mensen die alleen bezig zijn met de succesrace wakker kunnen schudden. Wim houdt er ook vandaag de dag nog velen van ons een spiegel mee voor!

Die ochtend van de achtste maart prijkte dat interview paginagroot in De Telegraaf.

Om halftien die ochtend ging de telefoon bij mij op de krant. Een vrouw huilde en zei snikkend: "Hij is dood, Wim is dood." Meer kon ze niet zeggen. Ze hing op. Zeker een hysterisch mens dacht ik. Het ging toch goed met Wim? Toch belde ik meteen mijn manager John de Crane. "Iemand belt dat Wim dood is", zei ik. "Onzin zei hij, je schrijft toch zelf dat het zo goed met hem gaat." "Ja", zei ik.

Voor alle zekerheid belde ik toch nog met Wims vriend Huub Janssen. "Wim is zojuist gestorven", zei hij. Ik kon geen woord meer uitbrengen, werd duizelig en bleek. De chef-nieuwsdienst, Hans van der Kolk, zag dat ik ven streek was. "Hij is dood, Sonneveld", zei ik. "Loop even naar buiten", zei hij, "je ziet zo wit". Ik schudde het hoofd. "Oké", zei hij, "Maak dan meteen een nieuw verhaal voor de middageditie, maar ik moet het wel binnen een uur hebben."

Nu jaren later valt het me op hoe moe Sonneveld er op deze foto, die voor zijn show begon werd gemaakt, er toen uitzag.

Het is voor zijn goede vrienden ook een raadsel hoe hij die laatste show met Willem Nijholt en Corrie van Gorp nog heeft kunnen maken.

Als hij na een dansnummer het toneel af kwam was hij doodmoe en stond hij tussen de coulissen te hijgen, omdat hij bijna geen lucht meer kreeg. Dan straalden de ogen in het geschminkte gezicht nog maar weinig leven uit

Dat was me al opgevallen toen ik hem na afloop van de voorstelling de krant kwam brengen met daarin de foto die u nu op deze pagina ziet. Hij zag er niet alleen doodmoe, maar ook slecht uit. Hij zei me toen heel vertrouwelijk: "Henk, niemand ziet het aan me, maar ik ben echt een en al zenuwen. De angst om tekort te schieten en van je voetstuk te kunnen lazeren, benauwt me steeds meer. Dan krijg ik voor de show ineens een soort verlammende angst dat toneel op te gaan. Het is me de laatste tijd wel eens overkomen dat ik de kleedkamers langs liep en zei: 'Mensen ik heb zo'n druk op mijn borst, het lijkt wel of ik doodga, ik kan niet optreden'. En bij de vierde kleedkamerdeur zei ik dan: 'Nou en. Zal ik straks doodvallen. Beter daar op dat toneel, dan alleen in je kleedkamer of ergens langs de gracht."

Hij wilde alleen nog maar rust.

Toch wilde hij per se een eigen speelfilm maken, Op de Hollandse toer. Het was van hem een poging om na die vermoeiende one-man-shows te trachten een nieuwe carrière op te bouwen. Eenmaal per jaar een film maken leek hem wel iets. Dan kon hij het verder rustig aan doen.

Ruim drie maanden voor zijn dood - op 7 december 1973 - had ik met hem nog een gesprek over zijn film die toen zou uitkomen. "Ik hoop echt dat de film een succes wordt", zei Wim.

Twee weken later kwam de ontgoocheling. De film werd gekraakt. Natuurlijk ben ik voor persvrijheid, maar wat men Sonneveld toen heeft aangedaan, ging te ver. Men veroordeelde hem op een film, men hield totaal geen rekening met de persoonlijkheid van de man die miljoenen Nederlanders jarenlang topamusement had gegeven. Elk greintje respect ontbrak. Men leek er genoegen in te scheppen Sonneveld zo te 'killen'.

Flop

Ik kreeg in die periode nog een briefje van hem.

"Beste Henk,

Ik lees dat mijn film een flop is. Maar hij loopt toch al een week of vijf in twee theaters. En ik hoor dat het publiek zich amuseert. Waarom moet men mij toch zo aanvallen? Ik begrijp niet waarom je in Nederland onmiddellijk gestraft wordt als je, zoals ik, gewoon pretentieloos amusement zonder soesa wilt brengen. Is dat iets dat niet meer mag? Dat wilde ik toch even zeggen."

Toon Hermans vatte het in de dagen na Wims dood kort en krachtig samen: "Die slechte kritieken hebben Wim vermoord." "De film was afgeslacht. De schrik sloeg me om het hart. Ik wist hoe overgevoelig Wim was en hoe hard zoiets kan aankomen. Ik schreef hem onmiddellijk: 'Wim, vergeet die film en vergeet alles wat ze ervan zeggen, laat het hele gebeuren als een glas uit je handen vallen, zie niet om naar de scherven, en koop een ander glas. Je hebt zoveel moois gedaan en zoveel succes gehad'."

Maar het kwaad was al geschied. Hermans herhaalde: "Die kritieken hebben hem kapotgemaakt!"




 

zoek naar gerelateerde artikelen


wo 27 maart 2002

[terug]
     
© 1996-2002 Dagblad De Telegraaf, Amsterdam. Alle rechten voorbehouden.