AMSTERDAM - "De Librisjury loopt over van tevredenheid", zei vice-president Raad van State Herman Tjeenk Willink gistermiddag in de Amsterdamse Nieuwe Kerk. "Nu het gelukt is het meest cultureel en politiek correcte lijstje nominaties aller tijden samen te stellen."
Uit het totaalaanbod van 148 Nederlandstalige literaire prozatitels koos de jury onder zijn voorzitterschap drie mannelijke en drie vrouwelijke schrijvers. Bovendien zijn alle zes boeken bij verschillende uitgevers gepubliceerd. Hiermee verwees Willink naar het gekrakeel dat vorig jaar ontstond, toen vijf van de zes genomineerde auteurs uit de stal van uitgeverij Querido afkomstig bleken, waar twee van de vier juryleden zelf ook publiceerden.
Een opvallend correct lijstje dit jaar dus, van zes romans gekozen uit de, volgens de jury, magere oogst van 2001 waarin opvallend veel debutanten en voormalige vertalers die zich nu als prozaschrijver manifesteren. Wie maken op 8 mei a.s. kans op de Libris Literatuur prijs 2001 ter waarde van €50.000? Zeker Harry Mulisch met zijn roman 'Siegfried' en Margriet de Moor met 'Kreutzersonate', geen onbekenden in het literaire prijzenspel. Beide auteurs ontvingen de Librisprijs al eerder met respectievelijk 'De procedure' in 1999 en 'Eerst grijs dan wit dan blauw' in 1992.
Men prijst 'de ambitie en durf' van De Moor zich te meten met Tolstoj, wiens 'Kreutzersonate' ze herschreef tot een 'origineel en eigentijds verhaal' waarmee ze de grote Russische meester 'naar de kroon steekt'. In 'Siegfried' heeft Mulisch een manier gevonden om 'zijn levenslange obsessie superieur vorm te geven'. Het 'brisant historisch gegeven' wordt op 'pijnlijk-luchtige manier opgeroepen en uitgewerkt', waarmee hij bewijst 'een zeldzame greep' te hebben 'op vorm en inhoud'.
Tegenover deze twee literaire oud-gedienden staan Jan Brokken met 'Voel maar', Chaja Polak met 'Over de grens', Robert Anker met 'Een soort Engeland' en de Vlaamse Geertrui Daem met 'Koud'. Alle vier boeken die geen vragen oproepen, maar nadrukkelijk antwoord geven, van schrijvers die behoren tot het type van de goede verteller.
Jan Brokken schrijft prachtige verhalen over de bewoners van het Caribisch gebied. 'Voel maar' is een onderhoudende roman over liefde, ballingschap en politiek tegen de achtergrond van een zwoel Latijns-Amerikaans decor. Bij de joodse schrijfster Chaja Polak staat het schrijverschap in dienst van het onderzoek naar het buitenstaanderschap van de tweede generatie oorlogsslachtoffers, waartoe zijzelf ook behoort. In 'Over de grens' schrijft Polak op 'niet-sentimentele en toch invoelbare manier', 'over de jodenvervolging in de Tweede Wereldoorlog en de nasleep daarvan', aldus de jury.
Met de roman 'Koud' loopt Geertrui Daem 'meer dan ooit in het spoor van de grote Vlaamse vertellers' door de grauwe en troosteloze schildering van 'de kleine luyden' die aan 'de tredmolen van hun trieste bestaan' trachten te ontkomen. Robert Anker schreef volgens de jury met 'Een soort Engeland' een uitzonderlijk boek 'over het Nederlandse theaterleven en de ontwikkeling daarvan sinds de jaren zestig'.
Zonder iets aan de betekenis van de zes romans af te doen, kun je de nominaties dit jaar geen lijst van literaire hoogstandjes noemen. 'Siegfried' neemt binnen het oeuvre van Mulisch een kleine plaats in en 'Kreutzersonate' is los van Tolstoj als roman niet in alle opzichten geslaagd.
De jury koos zeker niet voor het experiment. 'Salomon' van Hafid Bouazza en 'De ongeborene' van Arie Storm vielen buiten de prijzen, evenals het intrigerende 'Als op de eerste dag' van de Vlaming Stefan Hertmans. Ook grote romans als 'De klopgeest' van Gerrit Komrij en 'Engelen van het duister' van Jan Siebelink dingen niet mee.
Van een spannende nek-aan-nekrace tussen twee kanshebbers lijkt dit jaar geen sprake. Als we afgaan op de jubeltoon in het juryrapport maakt De Moor meer kans op de Libris Literatuurprijs dan Mulisch. De andere vier auteurs kunnen zich in ieder geval troosten met de €2500 die elk van hen ontvangt en de publiciteit die deze prijs voor hun werk genereert.