DEN HAAG - Allochtonen met een sociale uitkering of gesubsidieerde baan, die hardnekkig weigeren een verplichte taalcursus Nederlands te volgen, moeten door gemeenten en uitkeringsinstanties veel harder worden aangepakt. Zij moeten op hun inkomen worden gekort.
Dat vindt de Tweede Kamer, zo bleek gisteren tijdens overleg met de ministers Van Boxtel (Grote Steden- en Integratiebeleid) en Hermans (Onderwijs).
Het gaat om allochtonen die al jaren in ons land wonen en in een aantal gevallen de Nederlandse nationaliteit hebben. Deze cursisten, niet te verwarren met nieuwkomers in ons land, worden vaak door de sociale dienst of een uitkeringsinstantie verplicht een taalcursus te volgen om hun kansen op een baan fors te verhogen.
Maar deze allochtonen haken op grote schaal voortijdig af. Gemeenten en uitkeringsinstanties hebben op papier de mogelijkheid te korten op hun bijstands- en wao-uitkering of, bij een gesubsidieerde baan, op hun loon. In veel gevallen gebeurt dat echter niet en de Kamer wil dat daaraan een einde komt.
Daarnaast zijn er allochtonen die vrijwillig een cursus Nederlands volgen. Samen met degenen die verplicht taalles moeten krijgen, gaat het tot 2006 om ongeveer 110.000 allochtonen. Uit recente cijfers blijkt dat bijna eenderde van de totale groep niet voor een cursus komt opdagen en 35 procent snel afhaakt.