ROME - De grootste naoorlogse demonstratie die er ooit in Italië is geweest heeft afgelopen zaterdag volgens de organisatoren drie miljoen mensen op de been gebracht in Rome. Het massale protest was gericht tegen een wet die het ontslagrecht versoepelt én tegen de moord op Marco Biagi, die als economisch adviseur van de regering een belangrijke rol speelde bij de opstelling van de wet. De politie hield het aantal betogers op 800.000 maar daar geloven zelfs rechtse politici niet in.
|
Duizenden demonstranten drommen samen bij het Circus Maximus in Rome. (Foto: EPA)
|
Een oceaan van rode vlaggen wapperde door de zon en harde lentewind in de Italiaanse hoofdstad. Zelfs de verklede Romeinse soldaten die zich altijd bij het Colosseum met toeristen laten fotograferen, liepen met een rode maillot. Accenten uit heel Italië, van Milanees tot Siciliaans, hoorde je door elkaar heen. Door de drukte stonden bijna alle demonstranten vast. Vanaf de lucht hebben de 'carabinieri' in hun helikopter overzicht over de rode massa. Maar alles verliep rustig.
Meer dan 9000 bussen en 61 extra treinen waren ingezet voor de zes massastoeten die door de stad trokken. De grootste vakbond van Italië die de demonstratie heeft georganiseerd, de CGIL, had de dag van haar leven.
Vooral spandoeken toonden het protest. Premier Silvio Berlusconi en zijn economisch beleid waren het onderwerp van kritiek. "Het artikel 18 voor iedereen!", riep een vrouw met een rood petje en een rood shirt. Ze doelde op het artikel van het arbeidersstatuut, dat stelt dat een werkgever niet zonder geldige reden kan worden ontslaan.
De regering-Berlusconi wil dat artikel 18 ter wille van een meer flexibele arbeidsmarkt op de helling komt. Arbeiders kunnen dan makkelijk ontslagen worden, zonder dat de werkgever voor de rechter gedaagd kan worden.
Beleidsmedewerker Marco Biagi werd verleden week door de communistische terroristische Rode Brigade vermoord wegens "zijn bijdrage aan deze nieuwe economische politiek". Vandaar dat de toon van de demonstratie anders was. Niet alleen gericht tegen het economisch beleid van Berlusconi, maar ook tegen terrorisme. '"Berlusconi, wij haten u niet, we willen slechts dat u naar ons luistert', stond er zelfs op een spandoek.
Premier Berlusconi beweerde dat de haatcampagne van links tegen zijn politiek het terrorisme in de hand heeft gewerkt. Dat hebben de linkse politici, inclusief de communisten en de vakbondsleiders, hem niet bepaald in dank afgenomen.
De CGIL-leider Sergio Cofferati laste een minuut stilte in ter herdenking van de moord op Biagi, dat door de massa heilig werd gerespecteerd. "Dit is geen feestdag meer voor ons. Het antwoord op het terrorisme zijn jullie", aldus Cofferati. "Wie zegt dat wij verantwoordelijk zijn voor de ontstane haat beledigt onze intelligentie en ons verleden. Laat ze naar deze pleinen kijken." Donderend applaus volgde.
Voorname linkse politici wilden ook graag op het podium staan om door de massa te worden toegejuicht, maar Cofferati liet ze beneden staan. Het contact tussen de vakbondsleider en de linkse politieke leiders is niet altijd van het leien dakje gegaan. Eind juni loopt het mandaat van Cofferati af. Velen zien hem na deze overwinningsdag als een toekomstig leider van links Italië. "Een groot en beschaafd protest", gaf zelfs de extreemrechtse politicus Francesco Storace toe over de rode dag.