Bülent Ecevit (Foto: AP)

door Maarten van Aalderen ANKARA - Voorlopig kan Turkije rustig ademhalen. Na de visite van de Amerikaanse vice-president Dick Cheney deze week aan Ankara is duidelijk geworden dat de Verenigde Staten, voornaam bondgenoot van Turkije, niet direct van plan zijn een aanval te beginnen op Irak. Dat is op zichzelf al een goede steun in de rug voor de Turkse economie, die nog altijd uit een diep dal aan het opkrabbelen is. "Als er alleen al wordt gesproken over een ingreep in Irak is dat nadelig voor onze economie", aldus de Turkse premier Bülent Ecevit. "Het is ons buurland. Een ramp in Irak heeft gevolgen voor ons."

Turkije weet dat de VS niet met de Iraakse dictator Saddam Hoessein kunnen samenleven. Irak is volgens Washington bezig met de productie van chemische, biologische en zelfs nucleaire massavernietigingswapens. "Irak moet de wapeninspecteurs niet als spionnen afschilderen maar hen naar binnen laten", aldus Ecevit.

De Turkse premier had Cheney gevraagd een eventuele aanval in ieder geval uit te stellen tot na de zomer, zodat de Turkse economie nog de vruchten kan plukken van het toeristenseizoen. Volgens Ecevit had de Amerikaanse vice-president hier wel oren naar en lijkt het erop dat een eventuele aanval pas na het begin van de herfst zal plaatsvinden.

Jacques Chirac en George Bush. (Foto: AP)

De Verenigde Staten proberen zoveel mogelijk aan de Turkse wensen te voldoen. Turkije is niet alleen het enige moslimland dat lid is van de NAVO, maar heeft nota bene het één na grootste leger binnen de organisatie. De scheiding tussen kerk en staat is in de Turkse grondwet verankerd en het leger waakt tegen fundamentalisme.

Niet alleen voor de eigen economie vreest Turkije een ingrijpen van de VS in Irak. De uitschakeling van Saddam kan ook gevolgen hebben voor het onafhankelijkheidsstreven van de Koerden. Een regelrechte nachtmerrie voor Turkije.

zoek naar gerelateerde artikelen

za 23 maart 2002