SANTIAGO - De ontploffing van een zware bom, verstopt in een nabij de Amerikaanse ambassade geparkeerde bestelwagen, heeft in de Peruaanse hoofdstad Lima aan negen mensen het leven gekost. Zeker dertig voorbijgangers raakten door de explosie gewond. Enkelen van hen bevinden zich nog in levensgevaar. De aanslag is volgens de plaatselijke autoriteiten mogelijk het werk van de eerder verslagen gewaande Maoïstische guerrillabeweging Lichtend Pad.
De terreurdaad vond gisyetrochtend plaats, aan de vooravond van een kort staatsbezoek aan Peru van de Amerikaanse president George W. Bush. Bush liet vanuit Washington weten zich niet van de wijs te willen laten brengen door 'tweederangs terroristen' en verzekerde dat zijn voorgenomen bezoek aan Lima doorgang zal vinden. Op zaterdag ontmoet Bush in de Peruaanse hoofdstad zijn ambtgenoten uit Peru, Ecuador, Bolivia en Colombia voor een minitop over onder meer het bestrijden van internationaal terrorisme.
In Lima zei brandweercommandant Juan Piperis dat de bom bestond uit tenminste 33 kilo springstof. De explosie sloeg een flinke krater in het wegdek. De brede straat waaraan de als een bunker gebouwde Amerikaanse ambassade staat, lag bezaaid met glasscherven, brokken puin en afgerukte lichaamsdelen van de slachtoffers.
Het motorblok van de bestelauto waarin de bom was verscholen, werd zo'n 60 meter weggeslingerd. De explosie ruïneerde verschillende winkels, een bioscoop, een bank en de entree van een duur hotel maar het ambassadegebouw zelf liep geen schade op.
Inmiddels is het stadscentrum van Lima op last van president Alejandro Toledo hermetisch afgegrendeld door politie en leger. Het verkeer is stilgelegd in een straal van vijf straatblokken rond de ambassade.
Ook het luchtruim boven Lima is gesloten voor alle niet-militaire vliegtuigen. President Toledo gaf de luchtmacht gisteren bevel om eventuele indringers terstond neer te schieten. Het staatshoofd verklaarde voor de radio zich niet te zullen laten intimideren door de guerrilla. "Onze democratie laat zich niet opnieuw door deze terroristen ondermijnen", aldus Toledo.
In de jaren tachtig en negentig probeerde het Lichtend Pad middels bloedige aanslagen de regering omver te werpen. Het geweld kostte in Peru in die dagen aan zeker 30.000 mensen het leven. De beweging viel in 1992 grotendeels uit elkaar toen Lichtend Pad-leider Abimael Guzman gevangengenomen werd.