BAARN - 'We zijn op de goede weg, maar verwacht op korte termijn nog geen wonderen'. Het zou een aardige werktitel zijn voor de productie waaraan het DeGraaf Grand Prix Team gisteren, middels een professionele presentatie, officieel begon. Het enige Nederlandse wegraceteam dat dit jaar in de 250cc-Grands Prix actief is, wil in die WK-strijd vanzelfsprekend scoren en heeft daarvoor de Japanse tweevoudig 125cc-wereldkampioen Haruchika Aoki aangetrokken. In zijn kielzog, of, optimistischer gesteld, aan zijn zijde keert de Nederlander Jarno Janssen dit seizoen in de DeGraaf-kleuren terug in de GP's.

Jarno Janssen waagt een tweede poging op het hoogste wegrace-niveau.

De comeback van Janssen mag op z''n zachtst gezegd opvallend worden genoemd, al is het maar omdat de 26-jarige coureur 'van heel ver' komt. Na twee weinig succesvolle jaren op het hoogste niveau, nam Janssen in 2000 afscheid van de Grands Prix en stortte zich op de EK-strijd. "Ik was alle plezier in het racen kwijtgeraakt, het ging in de GP's niet goed, de resultaten bleven uit en dan loopt alles hard terug. Op een gegeven ogenblik was een uurtje trainen per dag al te veel gevraagd, de motivatie was verdwenen."

De stap terug naar de Europese strijd bracht het plezier bij de racer Janssen terug. "Ineens moest ik alles weer zelf regelen, of het nu het sleutelen aan de motor was of het boodschappen doen tijdens de races. Ik raakte enorm betrokken bij het racen en alle facetten die daar bijhoren; eindelijk had ik weer plezier in datgene waar ik de hele dag mee bezig was."

Geen wonder dus dat de man uit Griendtsveen flink moest nadenken toen de mogelijkheid zich voordeed via het DeGraaf Team terug te keren op het hoogste niveau. "De beslissing om het wel te doen, is makkelijker gemaakt door mijn eenmalige GP-optreden afgelopen jaar, tijdens de 500cc-race op Le Mans. Ineens was ik weer even terug in het WK-wereldje, zag allerlei bekenden en proefde die speciale GP-sfeer weer. Het maakte de beslissing om met ingang van dit jaar weer vol in die wereld te stappen minder moeilijk. Al heb ik meteen gezegd dat ik, in tegenstelling tot mijn eerdere GP-jaren, veel meer betrokken wil zijn bij het werk aan de motorfiets."

Die motorfiets is een Honda 250 RS, een 'tikkie' minder snel dan de Honda 250 RSW waarop zijn Japanse teamgenoot van start gaat. "Ik ga me niet blindstaren op Haru en zijn prestaties, maar juist proberen veel van hem te leren. Hij heeft een typisch Japanse rijstijl, veel hoekiger dan de mijne, maar op een aantal circuits ook slagvaardiger. Ik zal ongetwijfeld veel van zijn manier van racen kunnen leren."

De echte lessen kreeg hij afgelopen seizoen door het leven zelf aangereikt. "Ik ben tot de conclusie gekomen dat de toekomst, ongeacht wat je doet, heel veel leuke dingen in petto kan hebben. Als je het lot maar in eigen handen neemt. Dat is de wijze les die ik het afgelopen jaar heb geleerd. Daarom heb ik ook heel goed nagedacht voordat ik de beslissing nam dit jaar aan te haken bij de plannen van het DeGraaf Team."

Die plannen reiken verder dan alleen de komende GP-jaargang, want tijdens de presentatie van gisteren viel opvallend vaak het woord 'toekomst' te beluisteren. Namens de hoofdsponsor benadrukte Dave van Giffen met de opzet van het nieuwe Nederlandse team een platform voor de toekomst van de Nederlandse wegrace neer te willen zetten. "Iedereen praat over het opleiden van jeugd, maar als we een jeugdplan van welk kaliber dan ook kans van slagen willen geven, dan moet er in ieder geval een Nederlands GP-team aan de start blijven verschijnen. Daarmee bied je aanstormende talenten een zichtbare toekomst; zonder zo'n toekomst is opleiden weinig zinvol."

Met het behoud van in ieder geval één Nederlands GP-team (Arie Molenaar: "Meer startplaatsen zal een klein land als Nederland nooit meer krijgen") hebben de sponsors van het DeGraaf Team de eerste stap naar een betere toekomst gezet. Het aantrekken van Martin van Genderen, bij het opgeheven DeeCee-team onder meer belast met het ambitieuze jeugdplan, is een tweede stap in de goede richting, al is het einddoel nog ver weg. "Tijdens de TT van Assen in juni hopen we onze plannen met betrekking tot opleiding van jeugdig talent te kunnen lanceren", aldus Van Giffen.

Bij datzelfde evenement hoopt Janssen de juistheid van zijn beslissing weer GP's te gaan rijden te bewijzen. "Eigenlijk weet ik maar één ding zeker en dat is dat het een ontzettend moeilijk jaar gaat worden. Bij de EK-races streed ik afgelopen seizoen iedere keer mee voor de overwinning, maar tijdens de testsessies van de afgelopen maanden bleek dat ik in het GP-veld simpelweg nog seconden tekort kom. Het niveauverschil tussen EK- en WK-strijd is groot, maar dat maakt de uitdaging des te aantrekkelijker. En ik heb de afgelopen jaren natuurlijk wel flink wat ervaring opgedaan, dus het is zeker niet zo dat ik weer helemaal opnieuw moet beginnen. Ze mogen mij echt geen 'rookie' meer noemen."

zoek naar gerelateerde artikelen

wo 20 maart 2002