DEN HAAG - Het aantal ouderen dat wacht op een plekje in een bejaardentehuis of verpleeghuis is het afgelopen jaar ondanks alle extra miljoenen en inspanningen niet geslonken.
Het aantal zieke ouderen dat nog niet kan worden opgenomen in een tehuis maar wel thuiszorg krijgt, ligt nu op ruim 50.000. Maar liefst 32.000 hulpbehoevende ouderen blijven verstoken van elke vorm van zorg.
Staatssecretaris Vliegenthart (Welzijn), die gisteren door GroenLinks op het matje werd geroepen in de Tweede Kamer, erkent dat zij er niet in is geslaagd de wachtlijsten fors te laten slinken.
Ze wijt dit voor een groot deel aan de snel stijgende vraag.
"Het bestrijden van de wachtlijsten heeft mijn hoogste prioriteit. Ik vind het jammer dat het nog niet overal is gelukt. Ik ben niet tevreden", aldus de PvdA-bewindsvrouw. Volgens Vliegenthart is het aantal ouderen dat een beroep doet op de zorg het afgelopen jaar weer veel harder gestegen dan zij had kunnen voorzien, namelijk met 7 procent.
Desondanks is het totale aantal ouderen op de wachtlijst over de gehele afgelopen kabinetsperiode van vier jaar wel teruggelopen, van 100.000 tot ruim 80.000. De staatssecretaris benadrukte gisteren dat er nu veel meer mensen zorg krijgen dan aan het begin van de kabinetsperiode. Op dit moment worden 615.000 mensen geholpen door de ouderenzorg, tegenover 550.000 in 1998. De totale capaciteit is met 12 procent gestegen.
De speciale wachtlijstbrigade onder leiding van Marcel van Dam die door Vliegenthart werd ingesteld, komt volgende week met haar eindrapport, waarin staat dat er veel verbeterd is, maar dat er ook nog vaak sprake is van slecht management.
Vliegenthart meent dat sommige managers "belemmerend" werken. Het duurt vaak jaren voordat er echt gebouwd wordt aan een nieuwe zorginstelling omdat de managers alle tijd nemen en zich niet realiseren dat het maatschappelijk belang in het geding is. "Maar, bij de meeste instellingen is het besef dat er een groot probleem is wel doorgedrongen en wordt er wel doelmatiger gewerkt."