buitenland AMSTERDAM - Na 73 jaar verdwijnt Joegoslavië van de Europese kaart. De laatste twee deelrepublieken hebben gisteren besloten verder te gaan als 'Servië en Montenegro'. De Joegoslavische president Vojislav Kostunica, een van de ondertekenaars van het onder bemiddeling van de Europese Unie tot stand gekomen akkoord, zei dat Servië en Montenegro een federatie noch een confederatie wordt, maar dat er een geheel nieuwe staatsvorm is bedacht. Servië en Montenegro worden feitelijk onafhankelijk van elkaar. Ze houden een gemeenschappelijk defensie- en buitenlandbeleid, maar krijgen gescheiden economieën, douanediensten en munteenheden (Servië de dinar, Montenegro de euro).
Het is de bedoeling dat er in de herfst van dit jaar landelijke verkiezingen worden gehouden en dat de parlementen van beide staten en de federatie de benodigde grondwetswijzigingen gaan voorbereiden. De naamsverandering wordt pas officieel nadat de parlementen het akkoord hebben geratificeerd.
Kostunica zei dat de functie van federaal president gehandhaafd blijft en dat het nieuwe land één zetel krijgt bij de Verenigde Naties, net zoals Joegoslavië nu heeft. Wel zal de VN-ambassadeur afwisselend een Serviër en een Montenegrijn zijn.
Het akkoord is een overwinning voor de coördinator van het buitenlandbeleid van de EU, Javier Solana. Hij noemde de overeenkomst gisteren "een belangrijk succes voor de Europese buitenlandse politiek", dat uiteindelijk kan leiden tot EU-lidmaatschap voor Servië en Montenegro.
Nu er een akkoord is bereikt gaat het referendum over onafhankelijkheid dat Montenegro in mei wilde houden niet door. De internationale gemeenschap was tegen afscheiding van Montenegro, omdat die een nieuwe impuls zou kunnen geven aan het onafhankelijkheidsstreven van etnische minderheden in de Balkan, met name de Albanezen in Kosovo en Macedonië.
De Montenegrijnse president Milo Djukanovic, die het akkoord ook ondertekende, kan in zijn staat op een storm van kritiek rekenen omdat hij afziet van het referendum. "Dit is hoogverraad", reageerde een oppositieleider gisteren al. Het akkoord voorziet in het recht van de Serviërs en de Montenegrijnen om "hun mening over hun gezamenlijke staat in de toekomst te heroverwegen". De lidstaten hebben na drie jaar het recht "om procedures in gang te zetten om hun status te wijzigen, dat wil zeggen zich terug te trekken uit de statenbond".