NEW YORK - Het aan de rand van de afgrond balancerende accountantsconcern Arthur Andersen wordt mogelijk overgenomen door concurrent Deloitte Touche Tohamtsu.
De onderhandelingen vinden plaats tegen de achtergrond van een op handen zijnde aanklacht tegen Andersen wegens obstructie van de rechtsgang in het Enron-schandaal.
Met de aankoop van Andersen zou Deloitte, nu de nummer twee van de 'Big Five' accountantsconcerns, koploper PricewaterhouseCoopers in omvang bijna evenaren. Deloitte heeft 95.000 werknemers verspreid over 140 landen; Andersen is de kleinste van de 'Big Five' met 85.000 medewerkers in 84 landen. Een overname zou een voorlopig hoogtepunt zijn in de concentratietendens binnen de accountantswereld.
De Amerikaanse onderdelen van Andersen zouden buiten een overnameovereenkomst blijven in verband met de aansprakelijkheid van het concern in de Enron-affaire. Andersen raakte ernstig in opspraak als huisaccountant van de energiegigant uit Houston die eind vorig jaar over de kop ging toen uitkwam dat schulden en verliezen waren verdonkeremaand via een web van 'off balance partnerships'. Op die manier was de winst over het afgelopen jaar opgepompt met liefst $1 miljard.

|
Joseph Berardino ... geen andere keuze ... (Foto: REUTERS)
|
Andersen-topman Joseph Berardino probeerde tevergeefs de schade te beperken door Enron te betichten van misleiding, maar in de afgelopen weken heeft een ware exodus plaatsgevonden van grote cliënten. De reputatie van Andersen ging voorgoed aan diggelen door de vernietiging van grote hoeveelheden Enron-documenten.
De justitiële taskforce die de frauduleuze praktijken rond de val van Enron onderzoekt, vermoedt dat het Andersen-hoofdkantoor in Chicago meer afwist van de vernietiging van documenten dan tot nog toe is toegegeven.
De accountant is vorige week met het ministerie van Justitie in onderhandeling getreden om een schikking te beproeven, maar de besprekingen hebben volgens insiders tot nog toe niets opgeleverd. Justitie lijkt vastbesloten om Andersen mogelijk al deze week in staat van beschuldiging te stellen.
Andersen restte volgens accountancy-experts geen andere keus dan verkoop. De onderhandelingen met Deloitte concentreren zich vooralsnog op het afsplitsen van de Amerikaanse unit, die als afzonderlijk onderdeel zou blijven voortbestaan om de schade van de Enron-affaire af te wikkelen. Naast de strafzaak hangt Andersen ook een reeks civielrechtelijke schadeclaims boven het hoofd.
Andersen, ooit beschouwd als een van de meest degelijke accountantsconcerns, raakte de afgelopen jaren steeds vaker betrokken bij schandalen. Zo legde de beursautoriteit Securities and Exchange Commission (SEC) het concern vorig jaar een boete op van $7 miljoen wegens het toestaan van fraude bij vuilverwerkingsreus Waste Management. Het was de hoogste SEC-boete ooit voor een accountantsfirma. Onlangs trof Andersen een schikking van $217 miljoen om verlost te raken van civiele procedures inzake de ondergang van de Baptist Foundation in Arizona.
Nadat het concern werd getroffen door het Enron-debacle, ondernam de top een reddingsoperatie. Paul Volcker, voormalig voorzitter van de Federal Reserve, werd ingehuurd om orde op zaken te stellen. Volcker kreeg carte blanche om hervormingen door te voeren en malafide medewerkers de deur te wijzen, maar zal zijn werk waarschijnlijk niet afmaken. Het uitdijende schandaal en het vertrek van topcliënten heeft Andersen in de armen van de concurrentie gedreven.